Rooms-Katholieke Kerk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 40:
In de 'onderwereld' oftewel het 'dodenrijk' is de hel, het vagevuur en vroeger was daarin ook de 'limbus'. In de eigenlijke hel, ook Tartarus of Abyssus genoemd, ondergaan de verdoemden hun straf. In het vagevuur lijden de zielen der vromen voor een tijdlang smarten, om boete voor hun zonden te doen, opdat ze daarna toegang tot de hemel verkrijgen.
 
Vroeger was in het dodenrijk (Hebr. ''sjeool'') een afdeling genaamd ''limbus patrum'', d.w.z. de verblijfplaats waar de zielen der vromen, die vóór Christus' komst leefden, waren opgenomen en waar ze zonder enige pijn, ondersteund door de zalige hoop op verlossing, een rustig verblijf genoten. Ze waren gelukkig, ook al genoten zij nog het eigenlijk geluk van de hemel niet, dat bestaat in de onmiddellijke aanschouwing van God; ze waren verstoken van de zaligende aanschouwing Gods. Dat Christus na zijn sterven "is nedergedaald ter helle" wil zeggen, dat zijn ziel in deze bewaarplaats der Oudtestamentische gelovigen is afgedaald, om hen uit deze kerker te verlossen en met zich naar de eeuwige zaligheid te voeren.
 
Volgens de kerkRKK zou uit de Heilige Schrift duidelijk blijken, dat de heiligen van het Oude Verbond vóór Christus’ sterven nog niet in de hemel (boven) waren. In het Oude Testament is met het oog op de zielen van de afgestorvenen nooit sprake van het geluk van de hemel, maar wordt alleen gesproken van de onderwereld of dodenrijk. Zij vertoefden op een plaats van de hemel onderscheiden, welke verblijfplaats, hetzij in tegenstelling met de oppervlakte van de aarde, hetzij louter in tegenstelling met de hemel, „onderwereld” of "dodenrijk" wordt genoemd.
 
De verblijfplaats van de heilige zielen wordt, ter onderscheiding van de hel der verdoemden, meermalen „voorgeborgte” (geen "voorburcht”) van het dodenrijk genoemd, in het Latijn ''limbus'', d.i. zoom of rand, om aan te duiden, dat de plaats zo dicht mogelijk de hemel naderde. Het denkbeeld van een voorgeborchte is niet onomstreden in het rooms-katholieke kerk; het is nooit een formeel element van de leer geweest<ref>Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Voorgeborchte</ref>.