Smaad: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3: Regel 3:
Smaad is '''verwant''' met schimp, spot en hoon. ''Schimp'' noemt men het grieven door scherpe, bijtende woorden; ''spot'' het belachelijk maken door ongepaste scherts; ''hoon'' een vernederende bejegening; smaad is, als gezegd, een bejegening die blijk geeft van verachting.
Smaad is '''verwant''' met schimp, spot en hoon. ''Schimp'' noemt men het grieven door scherpe, bijtende woorden; ''spot'' het belachelijk maken door ongepaste scherts; ''hoon'' een vernederende bejegening; smaad is, als gezegd, een bejegening die blijk geeft van verachting.


== God gesmaad ==
'''God''' werd gesmaad door de overtredingen van zijn volk.
God werd gesmaad door de overtredingen van zijn volk.


<blockquote>''Eze 20:27 Daarom, mensenkind, spreek tot het huis Israëls, en zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Hiermede nog hebben Mij uw vaderen gesmaad, dat zij door overtreding tegen Mij overtreden hebben. Eze 20:28 Als Ik hen in het land gebracht had, over hetwelk Ik Mijn hand opgeheven had, om hetzelve hun te geven, zo zagen zij naar allen hogen heuvel en alle dicht geboomte, en offerden daar hun offeren, en zij gaven daar hun tergende offeranden, en daar zetten zij hun liefelijken reuk, en daar offerden zij hun drankofferen.'' (SV)</blockquote>
<blockquote>''Eze 20:27 Daarom, mensenkind, spreek tot het huis Israëls, en zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Hiermede nog hebben Mij uw vaderen gesmaad, dat zij door overtreding tegen Mij overtreden hebben. Eze 20:28 Als Ik hen in het land gebracht had, over hetwelk Ik Mijn hand opgeheven had, om hetzelve hun te geven, zo zagen zij naar allen hogen heuvel en alle dicht geboomte, en offerden daar hun offeren, en zij gaven daar hun tergende offeranden, en daar zetten zij hun liefelijken reuk, en daar offerden zij hun drankofferen.'' (SV)</blockquote>


== Israël gesmaad ==
De profeet Jeremia smeekt God de smaad te aanschouwen die het volk '''Israël''' is aangedaan (Klg. 5:1).
De profeet Jeremia smeekt God de smaad te aanschouwen die het volk '''Israël''' is aangedaan (Klg. 5:1).