k
→Gebeurtenissen
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (→Gebeurtenissen) |
||
Regel 38:
In het OT wordt tweemaal uitdrukkelijk van de Olijfberg gesproken: In 2 Sam. 15: 30, waar [[David]] op zijn vlucht voor [[Absalom]] wenend naar de Olijfberg gaat, en in de profetie van Zacharia 14: 4.
David boog zich op een zekere plek bovenop de Olijfberg voor God neer. <blockquote>''2Sa 15:32 En het geschiedde, als David tot op de hoogte kwam, dat hij aldaar God aanbad; ziet, toen ontmoette hem Husai, de Archiet, hebbende zijn rok gescheurd, en aarde op zijn hoofd.'' (SV)</blockquote>De
[[John Gill]]<ref>''John Gill's Expositor'', commentaar bij 2 Sam. 15:32 </ref> vermoedt dat David aldaar de korte Psalm 3 heeft gedicht, dat begint met de woorden: "''Een psalm van David, toen hij vluchtte voor het aangezicht van zijn zoon Absalom"'' en eindigt met "''Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela."''
|