k
→Zie ook
k (→Bron) |
k (→Zie ook) |
||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
'''Bevinding''' is een woord met twee betekenissen<ref>''Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal'' (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000. </ref>: 1) waarneming na onderzoek; synoniem: ''slotsom''; zoals in "Ik zal mijn bevinding te kennen geven". 2) persoonlijke geloofservaring, geestelijke, religieuze ervaring.
Het woord 'bevinding' komt in de [[Statenvertaling]] van de Bijbel alleen voor in Rom. 5:4<blockquote>''Ro 5:3 En niet alleenlijk [dit], maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt; Ro 5:4 En de lijdzaamheid <u>bevinding</u>, en de bevinding hoop; Ro 5:5 En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven.'' (SV)</blockquote>Hier heeft ''bevinding'' de bijzonder zin van ''beproefdheid,'' d.i. de toestand van hem of haar die, op de proef gesteld, proefhoudend is gebleken, de proef heeft doorstaan. De lijdzaamheid, d.i. de standvastigheid onder de verdrukking, doet de echtheid van ons geloof uitkomen. De beproefdheid leidt tot vaste hoop. Het woord bevinding in de Schriftplaats duidt dus op beproefdheid en echtheid.
In het bevindelijk-religieuze leven wordt subjectief de echtheid van het geloof gekend.
== Geloof, ervaring en bevinding ==
Deze bevinding komt in het piëtisme, in de vals-mystieke kringen onzuiver voor. Men maakt van de bevinding een ''grond'' voor het geloofsleven, het fundament van de godsdienst. De bevinding krijgt een centrale plaats. De zekerheid van het geloof ligt niet in het objectieve werk van Christus buiten ons, maar in de subjectieve ervaring in ons. Deze orde is niet naar de Schrift.
Regel 31 ⟶ 32:
== Zie ook ==
[[Zekerheid van het geloof]] | [[Experiëntialisme]]
== Bron ==
|