Naar inhoud springen

Zekerheid van het geloof: verschil tussen versies

206 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
De '''zekerheid van het geloof''' is de zekerheid van een mens omtrent de vervulling van Gods woord en Zijn beloften, zoals de behoudenis van de gelovige.
 
Zekerheid is een normaal kenmerk van geloof.
<blockquote>''Heb 11:1  Het geloof nu is <u>de zekerheid</u> van wat men hoopt, <u>de overtuiging</u> van wat men niet ziet. (Telos)''</blockquote>
 
<blockquote>''Heb 1011:231  Het Latengeloof wijnu is <u>de belijdeniszekerheid</u> van dewat hoopmen onwankelbaarhoopt, vasthouden<u>de (wantovertuiging</u> Hijvan diewat beloofdmen heeft,niet is getrouw),ziet. (Telos)''</blockquote>
 
<blockquote>''Heb 10:23  Laten wij de belijdenis van de hoop onwankelbaar vasthouden (want Hij die beloofd heeft, is getrouw), (Telos)''</blockquote>De vervolger Saulus was in genade aangenomen. Hij schreef: "''Ik ben <u>verzekerd</u>, dat noch dood noch leven, ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Heer''." (Rom. 8:38-39). De apostel Johannes schreef: <blockquote>''1Jo 5:13 Deze dingen heb ik u geschreven, <u>opdat u weet dat u eeuwig leven hebt</u>, u die in de naam van de Zoon van God gelooft. (TELOSTelos)''</blockquote>Zekerheid is een normaal kenmerk van geloof.
== Goed ==
== PersoonlijkeGoedheid (subjectieve)van de zekerheid ==
Verzekerd-zijn, overtuigd-zijn is geen arrogantie of hoogmoed. Een kind dat het woord van zijn vader gelooft en erop vertrouwt en er zeker van is dat vader zijn woord nakomt, is geen arrogant kind. Zekerheid van het geloof, omtrent het heil, is een goed, is waardevol, ja, is een ''rijkdom''. Paulus streed hiervoor in de gebeden, opdat de gelovigen die rijkdom mochten hebben.
 
<blockquote>''Col 2:1  Want ik wil dat u weet, wat een strijd ik heb voor u en voor hen in Laodicea, en voor allen die mijn aangezicht in het vlees niet hebben gezien; Col 2:2  opdat hun harten vertroost worden en zij samengevoegd zijn in liefde en <u>tot alle rijkdom van de volle zekerheid</u> van het inzicht, tot kennis van de verborgenheid van God <[de]Vader>, <Christus>, (Telos)''</blockquote>
Regel 25 ⟶ 26:
 
== Subjectieve en objectieve zekerheid ==
De Godsgezant Paulus heeft geschreven: <blockquote>''Ro 10:8 ... Dit is het woord van het geloof dat wij prediken: Ro 10:9 dat, als u met uw mond Jezus als Heer zult belijden en met uw hart geloven dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, <u>u behouden zult worden</u>. Ro 10:10 Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. Ro 10:11 Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, <u>zal niet beschaamd worden</u>’. Ro 10:12 Want er is geen onderscheid tussen Jood en Griek, want dezelfde Heer van allen is rijk jegens allen die Hem aanroepen: Ro 10:13 ‘want ieder die de naam van de Heer zal aanroepen, <u>zal behouden worden</u>’. (TELOS)''</blockquote>De zekerheid van het geloof heeft een subjectieve en een objectieve zijde. De ''objectieve'' zijde is de zekerheid die er buiten mij is. Gods woord is buiten mij. Het was er eerder dan ik. De waarheid ervan wordt niet aangetast door mijn twijfel of onzekerheid. Wankele benen maken een rots niet broos. De ''subjectieve'' zijde is de zekerheid in mijn hart en gevoelen. De subjectieve zekerheid moet rusten op de objectieve zekerheid van Gods woord, van Zijn toezeggingen, van Zijn verzekering en geruststelling gericht op ons.
 
De grond van mijn subjectieve zekerheid moet het woord van God zijn. Zij die de uitspraken, in Gods woord gegeven, onvoorwaardelijk aanvaarden en dus van harte in de de Heer Jezus geloven als hun Zaligmaker, hebben reeds op aarde grote zekerheid betreffende hun behoudenis.
 
 
Lukas verhaalt 'de zaken die zich onder ons voltrokken hebben', zoals de geboorte van Jezus, zijn woorden en daden, zijn verwerping, sterven, opstanding en hemelvaart. Velen (!) hebben ondernomen een verhaal daarvan op te stellen. Hun bronnen waren ooggetuigen. Ook Lucas heeft een verhaal opgesteld, één van de vier evangeliën, nadat hij 'alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht' had. Hij schrijft zijn verhaal aan ene Theofilus, 'opdat u de zekerheid kent van de dingen waarin u bent onderwezen'. <blockquote>''Lu 1:1  Aangezien velen ondernomen hebben een verhaal op te stellen over de zaken die zich onder ons voltrokken hebben,  Lu 1:2  zoals zij die van het begin af ooggetuigen en dienaren van het woord zijn geweest, ons hebben overgeleverd, Lu 1:3  heeft het ook mij goed gedacht, na alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht te hebben, het in geregelde orde aan u te schrijven, hoogedele Theofilus,  Lu 1:4  <u>opdat u de zekerheid kent</u> van de dingen waarin u bent onderwezen. (Telos)''</blockquote>
[[Bestand:Woman standing on a rock near Villa de Leyva, Colombia (Unsplash).jpg|miniatuur|392x392px]]
Regel 32 ⟶ 38:
 
Jezus is de rots. Al is Hij geslagen, Hij is de steenrots gebleven. Hij, de Geslagene, geeft ons geestelijk voedsel en geestelijke drank. Lezen van Gods Woord versterkt en verkwikt ons en geeft ons zekerheid. <blockquote>''1Co 10:3  allen hetzelfde geestelijke voedsel aten 1Co 10:4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken. (Want zij dronken uit een geestelijke steenrots die volgde; de steenrots nu was Christus.) (Telos)''</blockquote>Paulus was eens een vervolger van de gemeente. Jezus was voor hem "een rots der ergernis". Maar hij kon niet om de objectieve zekerheid van de opgestane Heer heen. Hij verkreeg de overtuiging dat Jezus de heiland van de wereld is, ook zijn heiland. Paulus haalt de Schrift aan die zegt: 'wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden'. <blockquote>''Ro 9:33  zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’. (Telos)''</blockquote>Petrus, een ooggetuige van Jezus, schreef: <blockquote>''1Pe 2:7  Voor u dan die gelooft, is dit kostbare; maar voor de ongelovigen: ‘De steen die de bouwlieden hebben verworpen, deze is tot een hoeksteen geworden’, en’ een steen des aanstoots en een rots der ergernis’. (Telos)''</blockquote>
 
== De grond van onze zekerheid ==
De grond van onze subjectieve zekerheid is het woord van God. De apostel Paulus heeft bijzondere 'religieuze ervaringen' gehad, maar ook hij beroept zich op het woord van God, 'want de Schrift zegt'.<blockquote>''Ro 10:8 ... Dit is het woord van het geloof dat wij prediken: Ro 10:9 dat, als u met uw mond Jezus als Heer zult belijden en met uw hart geloven dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, <u>u behouden zult worden</u>. Ro 10:10 Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. Ro 10:11 Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, <u>zal niet beschaamd worden</u>’. Ro 10:12 Want er is geen onderscheid tussen Jood en Griek, want dezelfde Heer van allen is rijk jegens allen die Hem aanroepen: Ro 10:13 ‘want ieder die de naam van de Heer zal aanroepen, <u>zal behouden worden</u>’. (TELOS)''</blockquote>Paulus haalt Gods woorden aan in de verzen 11 en 13. Ook hij grondde zijn zekerheid op het woord van God.
 
== Abraham ons voorbeeld ==
Abraham is onze 'vader' in het geloof. Hij is ook ons voorbeeld, ons voorbeeld van verzekerd-zijn. Abraham was 'ten volle verzekerd' dat God zijn belofte gestand zou doen. <blockquote>''Ro 4:21 en <u>ten volle verzekerd</u> was, dat wat Hij beloofd heeft, Hij ook machtig is te doen. (TELOS)''</blockquote>Hij was er zeker van dat hij een kind zou krijgen, hoewel hij, gezien zijn en Sara's leeftijd en lichaam, geen kind zou kunnen krijgen. Zijn zekerheid berustte dus niet op zijn kennis van het menselijk lichaam, maar op vertrouwen op God en Diens belofte en almacht. God zegt het, God kan het en God zal het doen. Evenals Abraham mogen wij verzekerd zijn, zekerheid van het geloof hebben, doordat we van God zeker kunnen zijn. God is het voorwerp van ons geloof en daarmee de grond van onze zekerheid. Hij zal ons geloof niet beschamen.
 
Zij die de uitspraken, in Gods woord gegeven, onvoorwaardelijk aanvaarden en dus van harte in de de Heer Jezus geloven als hun Zaligmaker, hebben reeds op aarde grote zekerheid betreffende hun behoudenis.
 
De Godsgezant Paulus heeft geschreven: <blockquote>''Ro 10:8 ... Dit is het woord van het geloof dat wij prediken: Ro 10:9 dat, als u met uw mond Jezus als Heer zult belijden en met uw hart geloven dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, <u>u behouden zult worden</u>. Ro 10:10 Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. Ro 10:11 Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, <u>zal niet beschaamd worden</u>’. Ro 10:12 Want er is geen onderscheid tussen Jood en Griek, want dezelfde Heer van allen is rijk jegens allen die Hem aanroepen: Ro 10:13 ‘want ieder die de naam van de Heer zal aanroepen, <u>zal behouden worden</u>’. (TELOS)''</blockquote>De zekerheid van het geloof heeft een subjectieve en een objectieve zijde. De ''objectieve'' zijde is de zekerheid die er buiten mij is. Gods woord is buiten mij. Het was er eerder dan ik. De waarheid ervan wordt niet aangetast door mijn twijfel of onzekerheid. Wankele benen maken een rots niet broos. De ''subjectieve'' zijde is de zekerheid in mijn hart en gevoelen. De subjectieve zekerheid moet rusten op de objectieve zekerheid van Gods woord, van Zijn toezeggingen, van Zijn verzekering en geruststelling gericht op ons.
 
== Rechthebbende ==
Regel 81 ⟶ 86:
 
Jezus zei: <blockquote>''Joh. 11:25 Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en een een ieder die leeft en in mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven.'' </blockquote><blockquote>''Heb 10:23  Laten wij de belijdenis van de hoop onwankelbaar vasthouden (want Hij die beloofd heeft, is getrouw), (Telos)''</blockquote>
 
== Persoonlijke (subjectieve) zekerheid ==
De vervolger Saulus was in genade aangenomen. Hij schreef: "''Ik ben <u>verzekerd</u>, dat noch dood noch leven, ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Heer''." (Rom. 8:38-39). De apostel Johannes schreef: <blockquote>''1Jo 5:13 Deze dingen heb ik u geschreven, opdat u weet dat u eeuwig leven hebt, u die in de naam van de Zoon van God gelooft. (TELOS)''</blockquote>Zekerheid is een normaal kenmerk van geloof.
 
<blockquote>''Heb 11:1  Het geloof nu <u>is</u> <u>de zekerheid</u> van wat men hoopt, de overtuiging van wat men niet ziet. (Telos)''</blockquote>
 
Verzekerd-zijn, overtuigd-zijn is geen arrogantie of hoogmoed. Een kind dat het woord van zijn vader gelooft en erop vertrouwt en er zeker van is dat vader zijn woord nakomt, is geen arrogant kind.
 
== Vrijmoedigheid ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.