Naar inhoud springen

Juda (zoon van Jakob): verschil tussen versies

282 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
'''Juda en Jozef.''' Het was Juda, die zijn broers raadde om [[Jozef (zoon van Jacob)|Jozef]] te verkopen in plaats van diens leven te nemen. Juda's nakomelingen, de Joden, hebben hun broer naar het vlees Jezus - voorafgebeeld door Jozef - in de handen van heidenen overgeleverd.
 
'''Huisvrouw.''' Juda trouwde met een Kanaänitische, een dochter van Sua (Gen. 38:2, 12), bij wie hij drie zoons verwekte: Er, Onan en Sela (zie hieronder).
'''Juda en Thamar.''' Juda zondigde in de zaak van zijn schoondochter Thamar. Hij was gereed om haar te straffen totdat bleek dat ook hijzelf schuldig was. Naar de verkiezing der genade echter werd hij de erfgenaam der belofte, uit hem zou de Christus geboren worden; niet om Juda's uitnemendheid boven anderen - nog zeer jong huwde hij reeds een Kanaänietisch meisje, Gen. 38: 1-5; op rijpere leeftijd bedreef hij bloedschande met Thamar, zijn schoondochter, Gen. 38 : 13 v. - maar krachtens Gods vrijmachtige beschikking, Gen. 49 : 8 v., vgl. Ps. 78 : 68.
 
'''Juda en ThamarTamar.''' Juda, weduwnaar geworden (Gen. 38"12), zondigde in de zaak van zijn schoondochter Thamar[[Tamar]], de vrouw van zijn eerste (overleden) zoon Er en van zijn tweede (overleden) zoon Onan. Hij was gereed om haar te straffen totdat bleek dat ook hijzelf schuldig was. Naar de verkiezing der genade echter werd hij de erfgenaam der belofte, uit hem zou de Christus geboren worden; niet om Juda's uitnemendheid boven anderen - nog zeer jong huwde hij reeds een KanaänietischKanaänitisch meisje, Gen. 38: 1-5; op rijpere leeftijd bedreef hij bloedschande met Thamar, zijn schoondochter, Gen. 38 : 13 v. - maar krachtens Gods vrijmachtige beschikking, Gen. 49 : 8 v., vgl. Ps. 78 : 68.
[[Bestand:Juda pleit bij Jozef voor Benjamin-William Brassey Hole.jpg|miniatuur|499x499px|''Juda pleit bij Jozef voor Benjamin. Schilderij van William Brassey Hole. Juda geknield, naast hem met gebogen hoofd Benjamin, op de achtergrond de overige broers.'']]
'''Vooraanstaand.''' Hoewel Juda niet de oudste zoon was, begon hij een vooraanstaande plaats in de familie van Jakob in te nemen. Hij was in staat om zijn vader te overtuigen diens jongste en beminde zoon Benjamin mee te laten gaan naar Egypte. Juda pleitte voor het aangezicht van de Egyptische onderkoning (Jozef), zie afbeelding. Hij was bereid zichzelf als slaaf op te offeren, opdat Benjamin vrijuit zou gaan en zijn vader Jakob jammer bespaard zou blijven.<blockquote>''Ge 44:32 Uw dienaar heeft zich namelijk bij mijn vader borg gesteld voor de jongen, door te zeggen: Als ik hem niet bij u terugbreng, dan sta ik alle dagen bij mijn vader in de schuld.'' ''Ge 44:33 En nu, laat uw dienaar toch in plaats van deze jongen de slaaf van mijn heer blijven, en laat de jongen met zijn broers gaan.'' ''Ge 44:34 Hoe zou ik immers bij mijn vader [terug] kunnen keren, als de jongen niet bij mij is? Anders zou ik de ellende moeten zien die mijn vader zal'' ''treffen.'' (HSV)</blockquote>'''Nageslacht.''' Juda trouwde met een Kanaänitische vrouw en kreeg met haar drie zonen: Er, Onan en Sela.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.