Handelingen 20: verschil tussen versies
k
→2
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (→2) |
||
Regel 11:
'''Met vele woorden had vermaand.''' Zie vs. 1.
{{Derde zendingsreis van Paulus}}
== 7 ==
<onlyinclude><sup>7
'''Om brood te breken.''' Zie vs. 11. Blijkbaar hebben zij brood gebroken na zijn rede en de val van de jongeman (vs. 9).
== 8 ==
<onlyinclude><sup>8</sup>
'''In de bovenzaal.''' Op de derde verdieping? (vs. 9)
== 10 ==
<onlyinclude><sup>10</sup>
Elia deed iets dergelijks met de gestorven zoon van de weduwe waar hij vertoefde. <blockquote>''1Kon 17:21 En hij strekte zich driemaal over het kind uit en riep de HEERE aan, en zei: HEERE, mijn God, laat toch de ziel van dit kind in hem terugkeren. 1Kon 17:22 De HEERE luisterde naar de stem van Elia en de ziel van het kind keerde in hem terug, en het werd weer levend. 1Kon 17:23 Elia nam het kind op, bracht het vanuit het bovenvertrek naar beneden in huis, en gaf het aan zijn moeder. Toen zei Elia: Zie, uw zoon leeft. 1Kon 17:24 Toen zei die vrouw tegen Elia: Nu weet ik dat u een man Gods bent en dat het woord van de HEERE in uw mond waarheid is.'' (Telos)</blockquote>Elisa deed iets dergelijks bij een andere gestorven jongen: <blockquote>''2Kon 4:33 Hij ging naar binnen, sloot de deur achter hen beiden en bad tot de HEERE. 2Kon 4:34 Vervolgens ging hij op het kind liggen, legde zijn mond op diens mond, zijn ogen op diens ogen en zijn handen op diens handen. Hij strekte zich over hem uit en het lichaam van het kind werd warm. 2Kon 4:35 Toen kwam hij terug en liep in het huis heen en weer. Hij ging [weer] naar boven en strekte zich over hem uit. Toen niesde de jongen tot zevenmaal toe; daarna deed de jongen zijn ogen open. 2Kon 4:36 Hij riep Gehazi en zei: Roep deze [vrouw] uit Sunem. Hij riep haar en zij kwam bij hem; hij zei: Neem uw zoon op.'' (HSV)</blockquote>
▲7 ¶ Toen wij nu op de eerste dag van de week vergaderd waren om brood te breken, sprak Paulus, die de volgende dag zou vertrekken, hen toe en rekte zijn rede tot middernacht.
▲8 Nu waren er vele lampen in de bovenzaal waar wij vergaderd waren.
▲10 Paulus echter kwam naar beneden, wierp zich op hem, sloeg zijn armen om hem heen en zei: Maakt geen misbaar, want zijn ziel is in hem.
11 En hij ging naar boven, brak het brood en at, en hij praatte lang met hen, tot aan de dageraad, en zo vertrok hij.▼
== 11 ==
▲ <onlyinclude><sup>11</sup>
12 En zij brachten de jongen levend terug en werden buitengewoon vertroost.
|