Vervolging van christenen/Geschiedenis: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 105: Regel 105:
Ook de geleerde [[Origenes]] werd te Tyrus gruwelijk gepijnigd, zodat hij enige jaren later, ca. 254, aan de gevolgen van de doorstane mishandelingen bezweek.
Ook de geleerde [[Origenes]] werd te Tyrus gruwelijk gepijnigd, zodat hij enige jaren later, ca. 254, aan de gevolgen van de doorstane mishandelingen bezweek.


Na een jaar schorste de keizer de uitvoering van zijn edikt. Nu volgde een periode van rust tot 257.
Na een jaar schorste de keizer de uitvoering van zijn edikt. Nu volgde een periode van rust tot 257, toen Valerianus I, Romeins keizer van 253 tot 260, een minder bloedige, doch meer doordachte vervolging inzette. De tovenaar Macrianus was zijn boze genius. De vervolging was vooral gericht tegen de christelijke Romeinse adel. Op de weigering aan de Romeinse goden te offeren volgden verbanning, verbeurdverklaring van goederen en terechtstelling. [[Cyprianus]] van Carthago was een van de slachtoffers evenals de diaken Laurentius. De vervolging, begonnen in 257, werd in 260 door Gallienus, Romeins keizer van 253 tot 268, beëindigd.<ref>https://nl.wikipedia.org/wiki/Valerianus_I#Christenvervolging Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 3 maart 2019.</ref>


=== Achtste vervolging ===
=== Achtste vervolging ===
De achtste vervolging vond plaats onder de keizers Valerianus I (keizer 253 - 260 n.C.) en Gallienus (keizer 256 - 258 n.C.). Een eerste edict verbood de bijeenkomsten van de christenen en het betreden van de begraafplaatsen en godshuizen op straffe van onthoofding, Ook gebood het aan alle opzieners, oudsten en dienaren (diakenen) te offeren op straffe van verbanning. Een tweede edict verordende de terechtstelling van de hele 'geestelijkheid', terwijl de ambtenaren uit hun ambt ontzet, van hun goederen beroofd, en, indien zij volhardden, onthoofd zouden worden. Hun vrouwen en kinderen werden verbannen. Ontelbaar velen van elke stand en leeftijd ondergingen de marteldood.
De achtste vervolging vond plaats onder de keizers Valerianus I (keizer 253 - 260 n.C.) en Gallienus (keizer 256 - 258 n.C.). Valerianus I zette in 257 een minder bloedige, doch meer doordachte vervolging in. De tovenaar Macrianus was zijn boze genius. De vervolging was vooral gericht tegen de christelijke Romeinse adel. Op de weigering aan de Romeinse goden te offeren volgden verbanning, verbeurdverklaring van goederen en terechtstelling.


Een eerste edict verbood de bijeenkomsten van de christenen en het betreden van de begraafplaatsen en godshuizen op straffe van onthoofding, Ook gebood het aan alle opzieners, oudsten en dienaren (diakenen) te offeren op straffe van verbanning. Een tweede edict verordende de terechtstelling van de hele 'geestelijkheid', terwijl de ambtenaren uit hun ambt ontzet, van hun goederen beroofd, en, indien zij volhardden, onthoofd zouden worden. Hun vrouwen en kinderen werden verbannen. Ontelbaar velen van elke stand en leeftijd ondergingen de marteldood.
In deze vervolging stierven te Carthago de opziener en kerkleraar [[Cyprianus]] (258 n.C.). In datzelfde jaar stierf in Rome de marteldood opziener ('paus') Sixtus II samen met vier diakens. Drie dagen later onderging de diaken [[Laurentius van Rome|Laurentius]] daar de marteldood. 153 christenen werden in ongebluste kalk geworpen.


In deze vervolging stierven te Carthago de opziener en kerkleraar [[Cyprianus]] (258 n.C.). In datzelfde jaar stierf in Rome de marteldood opziener ('paus') Sixtus II samen met vier diakens. Drie dagen later onderging de diaken [[Laurentius van Rome|Laurentius]] daar de marteldood. 153 christenen werden in ongebluste kalk geworpen.
Gallienus, (keizer 260 - 260 n.C.) was de christenen gunstig gezind. De verbeurd verklaarde goederen en de begraafplaatsen werden teruggegeven, de godsdienstoefeningen, behoudens enige beperkingen, toegestaan (tolerantie-edict).
[[Bestand:Laurentius te Rome verbrand.jpg|geen|miniatuur|940x940px|Laurentius te Rome op een rooster verbrand (of werd hij onthoofd?)]]
De vervolging, begonnen in 257, werd in 260 door Gallienus (keizer van 253 tot 268), beëindigd.<ref>https://nl.wikipedia.org/wiki/Valerianus_I#Christenvervolging Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 3 maart 2019.</ref> Hij was de christenen gunstig gezind. De verbeurd verklaarde goederen en de begraafplaatsen werden teruggegeven, de godsdienstoefeningen, behoudens enige beperkingen, toegestaan (tolerantie-edict).


=== Negende vervolging ===
=== Negende vervolging ===