Zegenen: verschil tussen versies

'''God''' zegent, geeft Zijn zegen. Voorbeeld:<blockquote>''Ge 24:1 Abraham nu was oud [en] op dagen gekomen en de HEERE had Abraham in alles gezegend.'' (HSV)</blockquote>Evenals het tegenovergestelde woord ''vloek'' zowel tijdelijke en lichamelijke, als geestelijke en eeuwige ellende omvat, waardoor God als rechtvaardig Rechter zijn straffen over de zonde voltrekt, zo bevat de zegen van God de volheid van weldaden, die Hij ons in het lichamelijke en geestelijke, in dit en het gindse leven doet toevloeien. Adam en Eva ontvingen een zegen, en na hun overtreding een vloek. <blockquote>''Ge 1:28 En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt! (SV)''</blockquote><blockquote>''Ge 5:2 Man en vrouw schiep Hij hen, en zegende ze, en noemde hun naam Mens, ten dage als zij geschapen werden.'' (SV)</blockquote>De '''bron''' van alle goddelijke zegen is de liefde van God, zoals in Deut. 7: 13 staat: Hij zal u liefhebben en zegenen. Het is Zijn lust de zijnen goed te doen. (Jer. 32:41).▼