Zekerheid van het geloof: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 11:
Merk op dat 'de rijkdom van de volle zekerheid' betrekking heeft op de kennis van de verborgenheid van God. De verborgenheid, de geheime schat van de God de Vader is Zijn Zoon Jezus Christus. God heeft die schat aan ons bekend gemaakt, Hij schenkt die schat aan ons. Hij heeft Zijn Zoon gegeven, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft (Joh. 3:16).
Een gelovige is betrokken in een geestelijke strijd. Wij hebben te maken met onzichtbare tegenstanders, demonen. Door woorden van mensen of tegenslagen in het leven willen zij ons uit het veld slaan. Daarom hebben wij, figuurlijk gesproken, een borstharnas en een helm nodig om pijlen en slagen te weren. <blockquote>''1Th 5:8 Maar laten wij die van de dag zijn, nuchter zijn, terwijl wij het <u>borstharnas van het geloof</u> en de liefde aangedaan hebben, en <u>als helm de hoop van de behoudenis</u>;'' (Telos) </blockquote>
Naast zekerheid is ook ''vastheid'' - het tegendeel van wankelen - een goede zaak. <blockquote>''Col 2:5 Want al ben ik ook naar het lichaam afwezig, toch ben ik in de geest bij u en verblijd mij bij het zien van uw orde en de <u>vastheid</u> van uw geloof in Christus.''</blockquote>Zekerheid is geen hoogmoed, geen arrogantie. Omdat wij eigenlijk zeker zijn, niet in de eerste plaats van onszelf, maar vooreerst van God, die te vertrouwen is. Zekerheid is een goed, het is behóórlijk. God wil dat we gerust en zeker zijn in ons geloof. Is die zekerheid er niet, dan 'ontbreekt' er iets aan ons geloof. Dat iets aan ons geloof kan ontbreken, blijkt ook uit de woorden van Paulus aan de gelovigen in Thessalonika:<blockquote>''1Th 3:10 terwijl wij nacht en dag zeer overvloedig bidden dat wij uw gezicht mogen zien en <u>voltooien wat aan uw geloof ontbreekt.</u> (Telos)''</blockquote>'''Subjectieve en objectieve zekerheid.''' Lukas verhaalt 'de zaken die zich onder ons voltrokken hebben', zoals de geboorte van Jezus, zijn woorden en daden, zijn verwerping, sterven, opstanding en hemelvaart. Velen (!) hebben ondernomen een verhaal daarvan op te stellen. Hun bronnen waren ooggetuigen. Ook Lucas heeft een verhaal opgesteld, één van de vier evangeliën, nadat hij 'alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht' had. Hij schrijft zijn verhaal aan ene Theofilus, 'opdat u de zekerheid kent van de dingen waarin u bent onderwezen'. <blockquote>''Lu 1:1 Aangezien velen ondernomen hebben een verhaal op te stellen over de zaken die zich onder ons voltrokken hebben, Lu 1:2 zoals zij die van het begin af ooggetuigen en dienaren van het woord zijn geweest, ons hebben overgeleverd, Lu 1:3 heeft het ook mij goed gedacht, na alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht te hebben, het in geregelde orde aan u te schrijven, hoogedele Theofilus, Lu 1:4 opdat u de zekerheid kent van de dingen waarin u bent onderwezen. (Telos)''</blockquote>▼
De helm moet niets steeds heen en weer schuiven. Hij mag niet door één slag van ons hoofd vallen. Hij moet goed vast op ons hoofd zitten. De hoop van de behoudenis ziet op de toekomstige behoudenis: wij hopen, wij geloven behouden te zullen worden. <blockquote>
''Hnd 15:11 Maar door de genade van de Heer Jezus geloven wij behouden te worden op dezelfde wijze als ook zij. (Telos)'' </blockquote>
Die hoop is geen onzekere wens zoals in "ik hoop dat het morgen mooi weer wordt". De hoop is een zekerheid, die rust op de genade van de Heer Jezus, niet op eigen verdienste of eigen gevoel.
Naast zekerheid is ook ''vastheid'' - het tegendeel van wankelen - een goede zaak. <blockquote>''Col 2:5 Want al ben ik ook naar het lichaam afwezig, toch ben ik in de geest bij u en verblijd mij bij het zien van uw orde en de <u>vastheid</u> van uw geloof in Christus.''</blockquote>Zekerheid is geen variant van hoogmoed, van arrogantie. Waarom niet? Omdat wij eigenlijk zeker zijn, niet in de eerste plaats ''van onszelf'', maar vooreerst ''van God'', die te vertrouwen is. Zekerheid is een goed, het is behóórlijk. God wil dat we gerust en zeker zijn in ons geloof.
▲
[[Bestand:Woman standing on a rock near Villa de Leyva, Colombia (Unsplash).jpg|miniatuur|392x392px]]
Het is vast en zeker dat de zaken die Lukas beschrijft, zich in die tijd voltrokken hadden. Wanneer Theofilus gelooft aan het verslag van Lukas, gelooft hij aan zaken die zeker zijn. Zijn subjectieve zekerheid is gegrond op de objectieve zekerheid van zaken waar Lucas en hij niet omheen kunnen. Lucas schreef Theofilus 'opdat u de zekerheid kent van de dingen waarin u bent onderwezen' (Luc. 1:4).
Regel 17 ⟶ 27:
De subjectieve zekerheid van mijn geloof is gegrond op de objectieve zekerheid van het heil. En dit heil is zeker, omdat we een betrouwbare overlevering hebben van 'zaken die zich onder ons voltrokken hebben' (Lucas), en omdat God getrouw is en zijn beloften zal vervullen, en omdat de Heilige Geest ons geloof bevestigt. Mijn verzekerd-zijn is gebaseerd op een zekerheid buiten mij: zaken die zich buiten mij hebben voltrokken, beloften van God die tot mij komen. Stel, ik sta op een vaste rots. Mijn inwendige zekerheid en de zekerheid van mijn staan, mijn bestaan, is gegrond op de zekerheid van de rots. Mijn gevoelens en gedachten kunnen onvast zijn, heen en weer geslingerd worden, de grond onder mij is vast. Deze vastheid moet mij gerust stellen in mijn staan en bestaan.
Jezus is de rots. Al is Hij geslagen, Hij is de
Zij die de uitspraken, in Gods woord gegeven, onvoorwaardelijk aanvaarden en dus van harte in de de Heer Jezus geloven als hun Zaligmaker, hebben reeds op aarde grote zekerheid betreffende hun behoudenis.
|