Plagen van Egypte
De plagen van Egypte zijn de tien rampen die God over Egypte bracht, omdat de koning (farao) van Egypte het volk van Israël niet toestond uit Egypte te trekken om God te dienen met offers (Ex. 10:25-26).
De plagen worden voorafgegaan door een teken: de staf van Aäron verandert voor de ogen van Farao in een slang, verslindt de slangen die de Egyptische tovenaars toverden en ten slotte weer een staf. De tien rampen worden beschreven in Exodus 7-12 en weergegeven in onderstaande tabel. Bij de derde en de vierde plagen staan tussen haakjes de vertalingen vermeld, waar onzeker is met welk gedierte Egypte geplaagd werd.
Plaag | Schriftplaats | Opmerking | |
1 | Nijlwater wordt bloed | Ex. 7:14-25 | Mozes slaat met zijn staf het water van de Nijl. Deze rivier is de levensader van Egypte. Aaron strekt zijn hand uit met zijn staf (vgl. Ex. 8:5) over de wateren van Egypte en al het water werd bloed, tot in de vaten toe. |
2 | Kikkers | Ex. 8:1-15 | Aaron strekt zijn hand uit met zijn staf over de wateren van Egypte en hieruit komen de kikkers (Ex. 8:5-6). |
3 | Stof wordt luizen (SV, NB)
of muggen (HSV, NBG51, WV95, CANIS, NBV2004) |
Ex. 8:16-19 | Aaron strekt zijn hand uit met zijn staf en slaat het stof der aarde. |
4 | Steekvliegen (HSV, NBG51)
of 'ongedierte' (SV) of 'hondsvlieg' (NB) |
Ex. 8:20-32 | De staf schijnt geen rol te spelen. Farao krijgt voor het eerst te horen dat het volk Israël gespaard zal worden. |
5 | Veepest | Ex. 9:1-7 | Massale veesterfte bij de Egyptenaren. Hun levende have en bestaansmiddel wordt aangetast. |
6 | Zweren. | Ex. 9:8-12 | Door Mozes hemelwaarts gestrooid ovenas wordt tot klein stof over heel Egypte, dat zweren veroorzaakte (Ex. 9:8-10). Getroffen worden mens en vee. |
7 | Hagel | Ex. 9:13-35 | Mozes strekt zijn hand uit naar de hemel (vs. 22). Hagel, vuur en donder. Getroffen worden gewassen, vee en mensen. Behalve die schuilen in de huizen. |
8 | Sprinkhanen | Ex. 10:4-20 | Mozes strekt zijn hand uit over Egypteland. De sprinkhanen vernielen wat is overgebleven van de gewassen en eten het geboomte af. Vervullen de huizen der Egyptenaren. |
9 | Drie dagen dikke duisternis | Ex. 10:21-29 | Mozes strekt zijn hand uit naar de hemel. Bij de Israëlieten was het licht in hun woningen (vs. 23) |
10 | Dood der eerstgeborenen | Ex. 11:10; 12:29-30 | Deze ramp raakt de Egyptenaren in hun hart. Pas nu is farao werkelijk bereid het volk Israël te laten gaan. De Israëlieten schuilden achter het bloed van het lam, een voorafbeelding van Christus. |
Voorafschaduwing van de eindtijd
De plagen in de tijd die voorafgaat aan de verschijning van Jezus Christus en de vestiging van Zijn rijk op aarde, komen deels overeen met de plagen die Egypte hebben getroffen. Bijvoorbeeld de plaag van hagel en vuur in Exodus 9 komt overeen met de plaag van hagel in de eindtijd. Een verschil is dat het getroffen gebied in de eindtijd veel groter is.
Meer informatie
J.P. van de Giessen, artikelen over de tien plagen, op BijbelAantekeningen.nl
Dato Steenhuis, De plagen van de toekomst, 18 jan. 2007. Lezing over de plagen van Egypte en hun eindtijdelijke betekenis. Download van GroeienInGeloof.com