Beukelaar

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 27 jan 2017 om 09:32
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Een beukelaar is een klein, rond schild met een knop[1], een vuistschild.

Voor- en achterkant van een beukelaar.

Het woord is mannelijk en komt van het Middelnederlandse 'bokel' = knop, gesp. Synoniem is 'rondas'. Engels en Duits: Buckler. Frans: bouclier, schild.

Een beukelaar is een klein, meestal rond schild dat in de Middeleeuwen en de Renaissance (13e tot 17e eeuw) gebruikt werd bij gevechten met zwaard, dolk en mes. Daarna raakte het in onbruik. De diameter kon gaan tot ongeveer 50 centimeter. De beukelaar had een handgreep in het centrum zodat men het met één hand kon vasthouden om de aanvallen van de tegenstander af te slaan; maar men kon het ook als aanvalswapen gebruiken.

Gods waarheid is een beukelaar, zegt de Statenvertaling van Ps. 91:4.

Ps 91:4 Hij zal u dekken met Zijn vlerken, en onder Zijn vleugelen zult gij betrouwen; Zijn waarheid is een rondas en beukelaar. (SV)

Zwaardgevecht met beukelaar, afbeelding uit de Tacuinum Sanitatis, ca. 1390

Het Hebreeuwse woord is סחרה, socherah. Het Strongnummer is 05507. Het komt alleen voor in Ps. 91:4.

De Engelse King James vertaling heeft 'buckler'. De NBG51-vertaling en de Herziene Statenvertaling hebben 'pantser':

Ps 91:4 Hij zal u beschutten met Zijn vlerken, onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen, Zijn trouw is een schild en een pantser. (HSV)

De Naardense vertaling heeft 'schutsmuur'.

Ps 91:4 Met zijn wieken geeft hij je bedekking, onder zijn vléugels vind je tóevlucht, —lijfscherm en schútsmuur ís zijn tróuw! (NB)

De getrouwheid van God in het vervullen van Zijn Goddelijke toezeggingen (Ps. 57:4) is een beschutting in de gevaarlijkste tijden van oorlog.[2]

Bronnen

Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.

Art. Beukelaar (schild) op Wikipedia.nl. Tekst hiervan is verwerkt op 27 jan. 2017.

Voetnoten

  1. Het woord 'beukelaar' kan ook, gewestelijk, 'beukenboom' betekenen.
  2. Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Ps. 91:4.