Dothan
Dothan (= 'twee bronnen'), juister Dothaïn, was een stad in Kanaän en het latere stamgebied van Manasse. Het is de plaats waar Jozef door zijn broeders verkocht werd (Gen. 37: 17, 25) en waar God op het gebed van Elisa de Syriërs met geestelijke blindheid sloeg (2 Kon. 6: 13)
De naam Dothan betekent “twee bronnen” of "twee putten"[1].
De stad lag ten zuiden van de vlakte van Jizreël, aan de karavaanweg uit Gilead naar Egypte. Dothan wordt vereenzelvigd met het huidige Tell Dothan.
![](http://static.miraheze.org/christipediawiki/thumb/f/f4/Samaria-Wolters.jpg/1024px-Samaria-Wolters.jpg)
In Dothan vond Jozef zijn broers, die er vee weidden. Zij echter grepen hem en verkochten hem als slaaf aan Ismaëlieten, die hem vervoerden naar Egypte en hem daar doorverkochten.
![](http://static.miraheze.org/christipediawiki/6/66/Jozefs_reizen.jpg)
De Syriërs omsingelden Dothan om de profeet Elisa te grijpen. Op Elisa's gebed werden zij echter met geestelijke blindheid geslagen. 2 Kon. 6.
Bron
H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Eerste deel A - J. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1867) s.v. Dothan. Enige tekst hiervan is op 2 okt. 2017 verwerkt.
Voetnoot
- ↑ H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Eerste deel A - J. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1867).