Heerlijkheid
Volgens het woordenboek van Koenen heeft heerlijkheid vier betekenissen:
- bezit van een heer. Bij voorbeeld een heerlijkheid betekent: adellijk goed, adellijke bezitting.
- pracht: Gods heerlijkheid
- gelukzaligheid: de hemelse heerlijkheid;
- iets heerlijks: smullen van al de heerlijkheden
Heerlijk betekent, volgens het woordenboek van Koenen:
- van de heer: heerlijke rechten
- prachtig, luisterrijk: een heerlijk feest;
- verrukkelijk, schoon: een heerlijke wijn, kostelijk. Dat smaakt heerlijk.
De duivel toonde aan de Heer Jezus alle koninkrijken van de wereld en hun heerlijkheid: hun pracht en luister.
Mt 4:8 Opnieuw nam de duivel Hem mee naar een zeer hoge berg en toonde Hem alle koninkrijken van de wereld en hun heerlijkheid Mt 4:9 en zei tot Hem: Al deze dingen zal ik U geven, als U neervalt en mij aanbidt. (TELOS)
Jes 60:13 De heerlijkheid van Libanon zal tot u komen, de denneboom, de beuke [boom] en de busboom te gelijk, om te versieren de plaats Mijns heiligdoms, en Ik zal de plaats Mijner voeten heerlijk maken. (SV)