IJdelheid: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 2: | Regel 2: | ||
[[Bestand:Vanitas stilleven Rijksmuseum SK-A-1686.jpeg|miniatuur|359x359px|'Vanitas stilleven' door N.L. Peschier. 'Vanitas' is Latijn voor 'ijdelheid'. ]] |
[[Bestand:Vanitas stilleven Rijksmuseum SK-A-1686.jpeg|miniatuur|359x359px|'Vanitas stilleven' door N.L. Peschier. 'Vanitas' is Latijn voor 'ijdelheid'. ]] |
||
1. vergankelijkheid. De schepping is aan de ijdelheid, dat is aan de vergankelijkheid, onderworpen.<blockquote>''Ro 8:20 Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het [der] [ijdelheid] onderworpen heeft;''</blockquote>2. nietige zaak of nietig ding. Synoniem: nietigheid. 'De ijdelheden van deze wereld'. De Prediker merkte de nietigheid en vluchtigheid van de menselijke zaken op en zei: <blockquote>''Pred. 1:2 |
1. vergankelijkheid. De schepping is aan de ijdelheid, dat is aan de vergankelijkheid, onderworpen.<blockquote>''Ro 8:20 Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het [der] [ijdelheid] onderworpen heeft;''</blockquote>2. nietige zaak of nietig ding. Synoniem: nietigheid. 'De ijdelheden van deze wereld'. De Prediker merkte de nietigheid en vluchtigheid van de menselijke zaken op en zei: <blockquote>''Pred. 1:2 IJdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid! (NBG51)''</blockquote>Jer. 14:22 spreekt van 'de ijdelheden der heidenen', d.i. hun nietige goden. |
||
3. de zucht om door anderen bewonderd en geprezen te worden. Synoniem: pronkzucht. 'De mannelijke ijdelheid'. |
|||
4. te hoge dunk van eigen voortreffelijkheid. Synoniemen: zelfingenomenheid, verwaandheid. 'Zijn ijdelheid kent geen grenzen'. |
4. te hoge dunk van eigen voortreffelijkheid. Synoniemen: zelfingenomenheid, verwaandheid. 'Zijn ijdelheid kent geen grenzen'. |
||
'''Hebreeuwse woord'''. Er zijn drie Hebreeuwse woorden die in de Statenvertaling door 'ijdelheid' zijn overgezet. De belangrijkste is הבל, hebel of habel. Het betekent<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref> 1) als zelfstandig naamwoord: damp, adem, fig. ijdelheid; 2) als bijwoord: ijdel. Het woord komt 70x voor in het Oude Testament. Het |
'''Hebreeuwse woord'''. Er zijn drie Hebreeuwse woorden die in de Statenvertaling door 'ijdelheid' zijn overgezet. De belangrijkste is הבל, hebel of habel. Het betekent<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref> 1) als zelfstandig naamwoord: damp, adem, fig. ijdelheid; 2) als bijwoord: ijdel. Het woord komt 70x voor in het Oude Testament. Het [[strongnummer]] is H1892. De Engelse King James vertaling heeft 61x 'vanity'. Het Hebreeuwse woord komt van het werkwoord הבל habal = ijdel handelen, ijdel (nutteloos) zijn, vruchteloos zijn. Het komt 5x voor in het Oude Testament. |
||
Het meervoud van hebel vinden wij bijvoorbeeld in: <blockquote>''Jer 14:22 Zijn er onder de ijdelheden der heidenen, die doen regenen, of kan de hemel druppelen geven? Zijt Gij die niet, o HEERE, onze God? Daarom zullen wij op U wachten, want Gij doet al die dingen.'' (SV)</blockquote>De ijdelheden der heidenen zijn hun nietige goden. Enkele andere vertalingen hebben op deze plaats: 'nietigheden' (NBG51), 'nietige [afgoden]' (HSV), 'ijlheden' (NaB). |
|||
== Voetnoten == |
== Voetnoten == |
Huidige versie van 2 feb 2022 om 11:57
Ijdelheid is een woord met de volgende betekenissen[1]:
1. vergankelijkheid. De schepping is aan de ijdelheid, dat is aan de vergankelijkheid, onderworpen.
Ro 8:20 Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het [der] [ijdelheid] onderworpen heeft;
2. nietige zaak of nietig ding. Synoniem: nietigheid. 'De ijdelheden van deze wereld'. De Prediker merkte de nietigheid en vluchtigheid van de menselijke zaken op en zei:
Pred. 1:2 IJdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid! (NBG51)
Jer. 14:22 spreekt van 'de ijdelheden der heidenen', d.i. hun nietige goden.
3. de zucht om door anderen bewonderd en geprezen te worden. Synoniem: pronkzucht. 'De mannelijke ijdelheid'.
4. te hoge dunk van eigen voortreffelijkheid. Synoniemen: zelfingenomenheid, verwaandheid. 'Zijn ijdelheid kent geen grenzen'.
Hebreeuwse woord. Er zijn drie Hebreeuwse woorden die in de Statenvertaling door 'ijdelheid' zijn overgezet. De belangrijkste is הבל, hebel of habel. Het betekent[2] 1) als zelfstandig naamwoord: damp, adem, fig. ijdelheid; 2) als bijwoord: ijdel. Het woord komt 70x voor in het Oude Testament. Het strongnummer is H1892. De Engelse King James vertaling heeft 61x 'vanity'. Het Hebreeuwse woord komt van het werkwoord הבל habal = ijdel handelen, ijdel (nutteloos) zijn, vruchteloos zijn. Het komt 5x voor in het Oude Testament.
Het meervoud van hebel vinden wij bijvoorbeeld in:
Jer 14:22 Zijn er onder de ijdelheden der heidenen, die doen regenen, of kan de hemel druppelen geven? Zijt Gij die niet, o HEERE, onze God? Daarom zullen wij op U wachten, want Gij doet al die dingen. (SV)
De ijdelheden der heidenen zijn hun nietige goden. Enkele andere vertalingen hebben op deze plaats: 'nietigheden' (NBG51), 'nietige [afgoden]' (HSV), 'ijlheden' (NaB).
Voetnoten
- ↑ Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.
- ↑ Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.