Lukas 4: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Kees Langeveld heeft pagina Evangelie naar Lukas/Hoofdstuk 4 hernoemd naar Lukas 4
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{TestBijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=het Evangelie naar Lukas|Bijbelboekpagina=Evangelie naar Lukas|Bijbelboek=Lukas|Aantalhoofdstukken=24|Aantalverzen=44}}
{{Commentaar hoofdstuk}}
== Samenvatting ==


== Luk. 4:14 ==
== 1 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=1|Tot_vers=1}}(Telos)
'''Door de Geest geleid.''' Vgl. vs. 14.
[[Bestand:Johannes de Doper kaart-Access Foundation.jpg|geen|miniatuur|970x970px|Jezus ging van de Jordaan naar de woestijn.]]

== 2 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=2|Tot_vers=2}}(Telos)
'''Veertig dagen.''' Zolang was hij in de woestijn, gelijk het volk Israël zo'n 40 jaar omzwierf in de woestijn.

'''Had Hij honger.''' Aan het begin van Zijn openbare dienst had Hij ''honger'', aan het eind, aan het kruis hangend, had hij ''dorst''.<blockquote>[[Bijbel:Johannes 19#28|Johannes 19:28]]  ''Hierna zei Jezus, die wist dat nu alles was volbracht, opdat de Schrift werd vervuld: <u>Ik heb dorst</u>!'' (Telos)</blockquote>

== 3 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=3|Tot_vers=3}}(Telos)
De duivel wil Jezus ten val brengen. Hij tracht dat te doen door 1<sup>e</sup>. in te spelen, aan te haken op Jezus' behoefte aan voedsel en 2<sup>e</sup>. door te wijzen op Jezus' vermogen dat Hij toch kan aanwenden, 3<sup>e</sup>. door Jezus uit te dagen om Zich te bewijzen.

'''Als u Gods Zoon bent.''' Zie ook vs. 9.

== 4 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=4|Tot_vers=4}}(Telos)
'''Er staat geschreven.''' Jezus leidt zich niet beslissend leiden door zijn behoefte of door duivelse suggesties, maar door God woord, waarop Hij zich hier beroept.

== 5 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=5|Tot_vers=5}}(Telos)
Vermogen kan de duivel niet ontzegd worden. Alle koninkrijken heeft hij in zicht.

'''Toonde Hem alle koninkrijken enz.''' Hier haakt de duivel aan op de bestemming van de Heer Jezus, die als zoon van David bestemd is om te regeren. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=33|Tot_vers=33}}</blockquote>De duivel biedt hem niet alleen het koninkrijk van Israël aan, maar ''alle'' koninkrijken.

== 6 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=6|Tot_vers=6}}(Telos)
'''Aan wie ik wil geef ik ze.''' Hij lijkt soeverein, maar is het niet, want boven hem staat God, die perk en paal stelt aan de macht(suitoefening) van de duivel.

== 7 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=7|Tot_vers=7}}(Telos)
'''Als u dan voor mij [geknield] zult aanbidden.''' De duivel wil als God zijn en aangebeden worden. Een heilige engel van God daarentegen wijst aanbidding van hemzelf af.<blockquote>''Openbaring 19:10  En ik viel voor zijn voeten neer om hem te aanbidden; en hij zei tot mij: Zie toe, <u>doe dit niet</u>; ik ben een medeslaaf van u en van uw broeders die het getuigenis van Jezus hebben; aanbid God! Want het getuigenis van Jezus is de geest van de profetie.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Openbaring 22:8  En ik, Johannes, ben het die deze dingen hoorde en zag. En toen ik ze hoorde en zag, viel ik neer om te aanbidden voor de voeten van de engel die mij deze dingen toonde. Openbaring 22:9  En hij zei tot mij: Zie toe, <u>doe dit niet</u>; ik ben een medeslaaf van u en van uw broeders, de profeten, en van hen die de woorden van dit boek bewaren; aanbid God!'' (Telos) </blockquote>

== 8 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=8|Tot_vers=8}}(Telos)
'''De Heer, uw God, zult u aanbidden.''' Daarop wees Jezus, daarop wijzen de heilige engelen (zie de Schriftcitaten bij het vorige vers)

== 9 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=9|Tot_vers=9}}(Telos)
'''Als U Gods Zoon bent.''' De duivel daagt Jezus uit om te bewijzen dat Hij de Zoon van God is. Zo ook in de eerste vermelde verzoeking (vs. 3).

== 10 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=10|Tot_vers=10}}(Telos)
'''Want er staat geschreven.''' De Schrift heeft gezag voor Jezus. De duivel kent blijkbaar de Schrift en gebruikt hem, in dit geval Ps. 91:11-12, om Jezus te verleiden om een verkeerde stap te doen. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Psalm|Hoofdstuk=91|Vanaf_vers=11|Tot_vers=12}}(CP<ref name=":0">Her- of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)</blockquote>Een verloofd stel kan hij bijvoorbeeld trachten te bewegen tot geslachtsverkeer door met de volgende Schriftplaats te suggereren dat God seksuele omgang vóór het huwelijk voor hen goed vindt. <blockquote>''Psalmen 107:30  Zij verheugden zich, omdat die tot rust kwamen, en <u>Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte</u>.'' (NBG51) </blockquote>

== 12 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=12|Tot_vers=12}}(Telos)
'''Er is gezegd.''' Opvallend is dat Jezus nu niet zegt (als in de verzen 4 en 8, en gelijk de duivel), "Er staat geschreven", maar "Er is gezegd". <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Deuteronomium|Hoofdstuk=6|Vanaf_vers=16|Tot_vers=16}}(CP<ref name=":0" />)</blockquote>Het geschreven woord van God gaat terug op het gesproken woord van God door de dienst van de profeet Mozes.

== 13 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=13|Tot_vers=13}}(Telos)
'''Week hij van Hem voor een tijd.''' Later zal de duivel een mensenmond (die van Petrus) gebruiken om Jezus ten val te brengen en Hem van zijn missie af te brengen. <blockquote>''Mattheüs 16:22  En Petrus nam Hem terzijde en begon <u>Hem te bestraffen en zei</u>: God zij U genadig, Heer, dat zal U geenszins gebeuren. 23  Hij echter keerde Zich om en zei tot Petrus: <u>Ga weg, achter Mij, satan</u>, je bent Mij een aanstoot; want je bedenkt niet de dingen van God, maar de dingen van de mensen.'' (Telos)</blockquote>Een aanstoot is een struikelblok.

== 14 ==
Lu 4:14  En Jezus keerde in de kracht van de Geest terug naar Galilea, en een gerucht over Hem ging uit door de hele streek; (Telos)
Lu 4:14  En Jezus keerde in de kracht van de Geest terug naar Galilea, en een gerucht over Hem ging uit door de hele streek; (Telos)
'''Een gerucht over Hem ging uit door de hele streek.''' Vergelijk:
'''Keerde in de kracht van de Geest terug naar Galilea.''' Vgl. vs. 1.


'''Terug naar Galilea.''' Uit Judea.
''Lu 4:37  En een gerucht over Hem ging uit naar elke plaats in de omgeving. (Telos)''


'''Een gerucht over Hem ging uit door de hele streek.''' Vergelijk vs. 37.
== Luk. 4:16 ==

== 16 ==
Lu 4:16  En Hij kwam in Nazareth waar Hij was opgevoed en ging naar zijn gewoonte op de dag van de sabbat naar de synagoge en stond op om te lezen. (Telos)
Lu 4:16  En Hij kwam in Nazareth waar Hij was opgevoed en ging naar zijn gewoonte op de dag van de sabbat naar de synagoge en stond op om te lezen. (Telos)
'''Ging naar zijn gewoonte op de dag van de sabbat naar de synagoge.''' Vgl.:
'''Ging naar zijn gewoonte op de dag van de sabbat naar de synagoge.''' Vgl.: <blockquote>''Lu 4:31 En Hij daalde af naar Kapernaüm, een stad van Galilea, en leerde hen op de sabbatten. (Telos)''</blockquote>'''Om te lezen.''' Uit de Heilige Schrift.


== 18 ==
''Lu 4:31 En Hij daalde af naar Kapernaum, een stad van Galilea, en leerde hen op de sabbatten. (Telos)''
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=18|Tot_vers=18}}(Telos)
'''Om aan armen het evangelie te verkondigen.''' Dat zij rijk kunnen worden door het geloof in Christus.


Overigens, na de [[eindtijd]] zullen er op aarde veel armen zijn. De Koning der koningen zal, na zijn verschijning in heerlijkheid en de vestiging van zijn rijk, hun armoede opheffen.
== Luk. 4:22 ==

== 19 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=19|Tot_vers=19}}(Telos)
'''Aan gevangenen loslating te prediken.''' Die gevangenen zijn van de zonde en de duivel. De Heer Jezus heeft bezetenen verlost.

Na de [[eindtijd]] zullen gevangenen, die omwille van hun belijdenis van Christus gevangen zitten, worden losgelaten. Want er zullen om Zijn naam gelovigen in de gevangenis zitten. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Mattheüs|Hoofdstuk=25|Vanaf_vers=36|Tot_vers=36}}(Telos)</blockquote>'''Aan blinden [het] gezicht.''' De Heer heeft blinden het gezicht geschonken. Ook opent Hij de ogen van hen die geestelijk blind zijn.

Overigens, misschien zullen er in de eindtijd mensen blind worden door nucleaire ontploffingen en zullen zij genezen worden na de komst van de Heer.

'''Om verbrokenen heen te zenden in vrijlating.''' Verbroken door de last, de zorgen, de angsten die hen beknelden en benauwden.

Na de eindtijd zullen er vast veel mentaal verbrokenen op aarde gevonden worden.

'''Om te prediken [het] aangename jaar van [de] Heer’.''' Wij leven sindsdien in genadetijd.

Wellicht komt de ''volkomen'' vervulling van deze profetie in het 1000-jarig Vrederijk van Christus. Immers, voor God is duizend jaar als één dag, en één dag als duizend jaar. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=2 Petrus|Hoofdstuk=3|Vanaf_vers=8|Tot_vers=8}}(Telos)</blockquote>

== 22 ==
Lu 4:22  En allen gaven Hem getuigenis en verwonderden zich over de woorden van de genade die uit zijn mond kwamen, en zeiden: Is Deze niet de Zoon van Jozef? (Telos)
Lu 4:22  En allen gaven Hem getuigenis en verwonderden zich over de woorden van de genade die uit zijn mond kwamen, en zeiden: Is Deze niet de Zoon van Jozef? (Telos)
Vergelijk de uitwerking van Jezus' worden te Kapernaüm:
Vergelijk de uitwerking van Jezus' worden te Kapernaüm:
Regel 19: Regel 97:
''Lu 4:32  En zij stonden versteld over zijn leer, want zijn woord was met gezag. (Telos)''
''Lu 4:32  En zij stonden versteld over zijn leer, want zijn woord was met gezag. (Telos)''


== Luk. 4:31 ==
== 31 ==
Lu 4:31 En Hij daalde af naar Kapernaum, een stad van Galilea, en leerde hen op de sabbatten. (Telos)
Lu 4:31 En Hij daalde af naar Kapernaum, een stad van Galilea, en leerde hen op de sabbatten. (Telos)
'''Leerde hen op de sabbatten.''' Naar zijn gewoon ging Hij op de sabbatdag naar de synagoge (4:16).
'''Leerde hen op de sabbatten.''' Naar zijn gewoon ging Hij op de sabbatdag naar de synagoge (4:16).


== Luk. 4:32 ==
== 32 ==
Lu 4:32  En zij stonden versteld over zijn leer, want zijn woord was met gezag. (Telos)
Lu 4:32  En zij stonden versteld over zijn leer, want zijn woord was met gezag. (Telos)
In de synagoge te Nazareth waren zij verwonderd over de woorden van de genade die uit zijn mond kwamen (4:22).
In de synagoge te Nazareth waren zij verwonderd over de woorden van de genade die uit zijn mond kwamen (4:22).
Regel 29: Regel 107:
''Lu 4:22  En allen gaven Hem getuigenis en verwonderden zich over de woorden van de genade die uit zijn mond kwamen, en zeiden: Is Deze niet de Zoon van Jozef? (Telos)''
''Lu 4:22  En allen gaven Hem getuigenis en verwonderden zich over de woorden van de genade die uit zijn mond kwamen, en zeiden: Is Deze niet de Zoon van Jozef? (Telos)''


== Luk. 4:37 ==
== 37 ==
Lu 4:37  En een gerucht over Hem ging uit naar elke plaats in de omgeving. (Telos)
Lu 4:37  En een gerucht over Hem ging uit naar elke plaats in de omgeving. (Telos)
Vergelijk:
Vergelijk vs. 14.

''Lu 4:14  En Jezus keerde in de kracht van de Geest terug naar Galilea, en een gerucht over Hem ging uit door de hele streek; (Telos)''


== Luk. 4:44 ==
== Luk. 4:44 ==
Regel 39: Regel 115:
'''Judéa.''' In plaats hiervan hebben vele handschriften, en daarnaar de Statenvertaling en de Herziene Statenvertaling: Galilea. Het verschil is onbelangrijk. Matth. 4: 23 en Marc. 1: 39 zijn ongeveer gelijkluidend en geven: Galilea. Lucas echter gebruikt de naam Judea vaak in ruimer zin; zie 1:5; 6: 17; 7: 17; 23: 5; Hand. 10: 37. Lukas noiemt bijvoorbeeld Herodes de Grote 'de koning van Judea' (Luk. 1:5), d.i. van het Joodse land. Herodes regeerde van 37 tot 4 vóór Chr. niet alleen over Judea, maar over geheel het land der Joden, waarvan de eigenlijke landstreek Judea slechts een deel was.<ref>Aantekeningen bij de Leidse vertaling van Luk. 1:5 en 4:44. Van deze aantekeningen is enige tekst onder wijziging verwerkt. </ref>
'''Judéa.''' In plaats hiervan hebben vele handschriften, en daarnaar de Statenvertaling en de Herziene Statenvertaling: Galilea. Het verschil is onbelangrijk. Matth. 4: 23 en Marc. 1: 39 zijn ongeveer gelijkluidend en geven: Galilea. Lucas echter gebruikt de naam Judea vaak in ruimer zin; zie 1:5; 6: 17; 7: 17; 23: 5; Hand. 10: 37. Lukas noiemt bijvoorbeeld Herodes de Grote 'de koning van Judea' (Luk. 1:5), d.i. van het Joodse land. Herodes regeerde van 37 tot 4 vóór Chr. niet alleen over Judea, maar over geheel het land der Joden, waarvan de eigenlijke landstreek Judea slechts een deel was.<ref>Aantekeningen bij de Leidse vertaling van Luk. 1:5 en 4:44. Van deze aantekeningen is enige tekst onder wijziging verwerkt. </ref>


== Voetnoot ==
== Voetnoten ==

Huidige versie van 15 aug 2024 om 12:31

Lukas 4 is een hoofdstuk van het Evangelie naar Lukas, een geschrift in de Bijbel, en telt 44 verzen.

Hoofdstukken van het Evangelie naar Lukas samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 9 · 10 · 11 · 22
Verzen van Lukas 4 becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 12 · 13 · 14 · 16 · 18 · 19 · 22 · 31 · 32 · 37

Samenvatting

1

 Lukas 4: 1 Jezus nu, vol van [de] Heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest geleid in de woestijn, (Telos)

Door de Geest geleid. Vgl. vs. 14.

Jezus ging van de Jordaan naar de woestijn.

2

 Lukas 4: 2 veertig dagen verzocht door de duivel. En Hij at helemaal niets in die dagen, en toen zij waren geeindigd had Hij honger. (Telos)

Veertig dagen. Zolang was hij in de woestijn, gelijk het volk Israël zo'n 40 jaar omzwierf in de woestijn.

Had Hij honger. Aan het begin van Zijn openbare dienst had Hij honger, aan het eind, aan het kruis hangend, had hij dorst.

Johannes 19:28  Hierna zei Jezus, die wist dat nu alles was volbracht, opdat de Schrift werd vervuld: Ik heb dorst! (Telos)

3

 Lukas 4: 3 De duivel nu zei tot Hem: Als U Gods Zoon bent, zeg dan tot deze steen dat hij brood moet worden. (Telos)

De duivel wil Jezus ten val brengen. Hij tracht dat te doen door 1e. in te spelen, aan te haken op Jezus' behoefte aan voedsel en 2e. door te wijzen op Jezus' vermogen dat Hij toch kan aanwenden, 3e. door Jezus uit te dagen om Zich te bewijzen.

Als u Gods Zoon bent. Zie ook vs. 9.

4

 Lukas 4: 4 En Jezus antwoordde hem: Er staat geschreven: ‘Niet van brood alleen zal de mens leven, <maar van alle woord van God>’. (Telos)

Er staat geschreven. Jezus leidt zich niet beslissend leiden door zijn behoefte of door duivelse suggesties, maar door God woord, waarop Hij zich hier beroept.

5

 Lukas 4: 5 En hij voerde Hem omhoog en toonde Hem alle koninkrijken van het aardrijk in een ogenblik tijds. (Telos) 

Vermogen kan de duivel niet ontzegd worden. Alle koninkrijken heeft hij in zicht.

Toonde Hem alle koninkrijken enz. Hier haakt de duivel aan op de bestemming van de Heer Jezus, die als zoon van David bestemd is om te regeren.

Lukas 1: 33 en Hij zal over het huis van Jakob koning zijn tot in eeuwigheid en aan zijn koningschap zal geen einde zijn.

De duivel biedt hem niet alleen het koninkrijk van Israël aan, maar alle koninkrijken.

6

 Lukas 4: 6 En de duivel zei tot Hem: U zal ik al deze macht en hun heerlijkheid geven, want zij is mij overgegeven en aan wie ik wil geef ik ze; (Telos) 

Aan wie ik wil geef ik ze. Hij lijkt soeverein, maar is het niet, want boven hem staat God, die perk en paal stelt aan de macht(suitoefening) van de duivel.

7

 Lukas 4: 7 als U dan voor mij geknield zult aanbidden, zal zij geheel van U zijn. (Telos) 

Als u dan voor mij [geknield] zult aanbidden. De duivel wil als God zijn en aangebeden worden. Een heilige engel van God daarentegen wijst aanbidding van hemzelf af.

Openbaring 19:10  En ik viel voor zijn voeten neer om hem te aanbidden; en hij zei tot mij: Zie toe, doe dit niet; ik ben een medeslaaf van u en van uw broeders die het getuigenis van Jezus hebben; aanbid God! Want het getuigenis van Jezus is de geest van de profetie. (Telos)

Openbaring 22:8  En ik, Johannes, ben het die deze dingen hoorde en zag. En toen ik ze hoorde en zag, viel ik neer om te aanbidden voor de voeten van de engel die mij deze dingen toonde. Openbaring 22:9  En hij zei tot mij: Zie toe, doe dit niet; ik ben een medeslaaf van u en van uw broeders, de profeten, en van hen die de woorden van dit boek bewaren; aanbid God! (Telos)

8

 Lukas 4: 8 En Jezus antwoordde en zei tot hem: Er staat geschreven: ‘De Heer, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen’. (Telos) 

De Heer, uw God, zult u aanbidden. Daarop wees Jezus, daarop wijzen de heilige engelen (zie de Schriftcitaten bij het vorige vers)

9

 Lukas 4: 9 Hij nu voerde Hem naar Jeruzalem en liet Hem op de dakrand van de tempel staan en zei tot Hem: Als U Gods Zoon bent, werp Uzelf dan van hier naar beneden; (Telos) 

Als U Gods Zoon bent. De duivel daagt Jezus uit om te bewijzen dat Hij de Zoon van God is. Zo ook in de eerste vermelde verzoeking (vs. 3).

10

 Lukas 4: 10 want er staat geschreven: ‘Zijn engelen zal Hij bevel geven aangaande u om u te bewaren, (Telos) 

Want er staat geschreven. De Schrift heeft gezag voor Jezus. De duivel kent blijkbaar de Schrift en gebruikt hem, in dit geval Ps. 91:11-12, om Jezus te verleiden om een verkeerde stap te doen.

Psalm 91: 11 Want Hij zal Zijn engelen aangaande u bevelen, dat zij u bewaren in al uw wegen. 12 Zij zullen u op de handen dragen, opdat u uw voet aan geen steen stoot. (CP[1])

Een verloofd stel kan hij bijvoorbeeld trachten te bewegen tot geslachtsverkeer door met de volgende Schriftplaats te suggereren dat God seksuele omgang vóór het huwelijk voor hen goed vindt.

Psalmen 107:30  Zij verheugden zich, omdat die tot rust kwamen, en Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte. (NBG51)

12

 Lukas 4: 12 En Jezus antwoordde en zei tot hem: Er is gezegd: ‘U zult [de] Heer, uw God, niet verzoeken’. (Telos) 

Er is gezegd. Opvallend is dat Jezus nu niet zegt (als in de verzen 4 en 8, en gelijk de duivel), "Er staat geschreven", maar "Er is gezegd".

Deuteronomium 6: 16 U zult Jhwh, uw God, niet verzoeken, zoals u Hem verzocht hebt te Massa. (CP[1])

Het geschreven woord van God gaat terug op het gesproken woord van God door de dienst van de profeet Mozes.

13

 Lukas 4: 13 En nadat de duivel alle verzoeking tot een eind had gebracht, week hij van Hem voor een tijd. (Telos)

Week hij van Hem voor een tijd. Later zal de duivel een mensenmond (die van Petrus) gebruiken om Jezus ten val te brengen en Hem van zijn missie af te brengen.

Mattheüs 16:22  En Petrus nam Hem terzijde en begon Hem te bestraffen en zei: God zij U genadig, Heer, dat zal U geenszins gebeuren. 23  Hij echter keerde Zich om en zei tot Petrus: Ga weg, achter Mij, satan, je bent Mij een aanstoot; want je bedenkt niet de dingen van God, maar de dingen van de mensen. (Telos)

Een aanstoot is een struikelblok.

14

Lu 4:14  En Jezus keerde in de kracht van de Geest terug naar Galilea, en een gerucht over Hem ging uit door de hele streek; (Telos)

Keerde in de kracht van de Geest terug naar Galilea. Vgl. vs. 1.

Terug naar Galilea. Uit Judea.

Een gerucht over Hem ging uit door de hele streek. Vergelijk vs. 37.

16

Lu 4:16  En Hij kwam in Nazareth waar Hij was opgevoed en ging naar zijn gewoonte op de dag van de sabbat naar de synagoge en stond op om te lezen. (Telos)

Ging naar zijn gewoonte op de dag van de sabbat naar de synagoge. Vgl.:

Lu 4:31 En Hij daalde af naar Kapernaüm, een stad van Galilea, en leerde hen op de sabbatten. (Telos)

Om te lezen. Uit de Heilige Schrift.

18

 Lukas 4: 18 ‘[De] Geest van [de] Heer is op Mij, doordat Hij Mij heeft gezalfd om aan armen het evangelie te verkondigen; Hij heeft Mij gezonden (Telos)

Om aan armen het evangelie te verkondigen. Dat zij rijk kunnen worden door het geloof in Christus.

Overigens, na de eindtijd zullen er op aarde veel armen zijn. De Koning der koningen zal, na zijn verschijning in heerlijkheid en de vestiging van zijn rijk, hun armoede opheffen.

19

 Lukas 4: 19 om aan gevangenen loslating te prediken en aan blinden [het] gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijlating, om te prediken [het] aangename jaar van [de] Heer’. (Telos)

Aan gevangenen loslating te prediken. Die gevangenen zijn van de zonde en de duivel. De Heer Jezus heeft bezetenen verlost.

Na de eindtijd zullen gevangenen, die omwille van hun belijdenis van Christus gevangen zitten, worden losgelaten. Want er zullen om Zijn naam gelovigen in de gevangenis zitten.

Mattheüs 25: 36 naakt en u hebt Mij gekleed; Ik was ziek en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen. (Telos)

Aan blinden [het] gezicht. De Heer heeft blinden het gezicht geschonken. Ook opent Hij de ogen van hen die geestelijk blind zijn.

Overigens, misschien zullen er in de eindtijd mensen blind worden door nucleaire ontploffingen en zullen zij genezen worden na de komst van de Heer.

Om verbrokenen heen te zenden in vrijlating. Verbroken door de last, de zorgen, de angsten die hen beknelden en benauwden.

Na de eindtijd zullen er vast veel mentaal verbrokenen op aarde gevonden worden.

Om te prediken [het] aangename jaar van [de] Heer’. Wij leven sindsdien in genadetijd.

Wellicht komt de volkomen vervulling van deze profetie in het 1000-jarig Vrederijk van Christus. Immers, voor God is duizend jaar als één dag, en één dag als duizend jaar.

2 Petrus 3: 8 Maar laat dit ene u niet onbekend zijn, geliefden, dat een dag bij de Heer is als duizend jaar en duizend jaar als een dag. (Telos)

22

Lu 4:22  En allen gaven Hem getuigenis en verwonderden zich over de woorden van de genade die uit zijn mond kwamen, en zeiden: Is Deze niet de Zoon van Jozef? (Telos)

Vergelijk de uitwerking van Jezus' worden te Kapernaüm:

Lu 4:32  En zij stonden versteld over zijn leer, want zijn woord was met gezag. (Telos)

31

Lu 4:31  En Hij daalde af naar Kapernaum, een stad van Galilea, en leerde hen op de sabbatten. (Telos)

Leerde hen op de sabbatten. Naar zijn gewoon ging Hij op de sabbatdag naar de synagoge (4:16).

32

Lu 4:32  En zij stonden versteld over zijn leer, want zijn woord was met gezag. (Telos)

In de synagoge te Nazareth waren zij verwonderd over de woorden van de genade die uit zijn mond kwamen (4:22).

Lu 4:22  En allen gaven Hem getuigenis en verwonderden zich over de woorden van de genade die uit zijn mond kwamen, en zeiden: Is Deze niet de Zoon van Jozef? (Telos)

37

Lu 4:37  En een gerucht over Hem ging uit naar elke plaats in de omgeving. (Telos)

Vergelijk vs. 14.

Luk. 4:44

Lu 4:44  En Hij predikte in de synagogen van Judéa. (Telos)

Judéa. In plaats hiervan hebben vele handschriften, en daarnaar de Statenvertaling en de Herziene Statenvertaling: Galilea. Het verschil is onbelangrijk. Matth. 4: 23 en Marc. 1: 39 zijn ongeveer gelijkluidend en geven: Galilea. Lucas echter gebruikt de naam Judea vaak in ruimer zin; zie 1:5; 6: 17; 7: 17; 23: 5; Hand. 10: 37. Lukas noiemt bijvoorbeeld Herodes de Grote 'de koning van Judea' (Luk. 1:5), d.i. van het Joodse land. Herodes regeerde van 37 tot 4 vóór Chr. niet alleen over Judea, maar over geheel het land der Joden, waarvan de eigenlijke landstreek Judea slechts een deel was.[2]

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 Her- of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. Aantekeningen bij de Leidse vertaling van Luk. 1:5 en 4:44. Van deze aantekeningen is enige tekst onder wijziging verwerkt.