Mattheüs 1

Uit Christipedia

Mattheüs 1, een hoofdstuk van het Evangelie naar Mattheüs, wordt hier samengevat en/of een of meer passages ervan worden becommentarieerd.

Hoofdstukken die zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:
Mattheüs: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28

Samenvatting

1-17 Geslachtsregister van Jezus Christus vanaf Abraham. 18-25 Maria's zwangerschap. Een engel verklaart de zwangerschap aan Jozef, haar verloofde.

1

Mt 1:1 Geslachtsregister van Jezus Christus, Zoon van David, Zoon van Abraham. (Telos)

Geslachtsregister. Lett. 'boek van de afstamming'. Vergelijk de Statenvertaling, welke heeft “boek des geslachts”. Voor ‘boek’ staat in het Grieks ‘biblos’. Dit kan een geschreven boek, een rol, een boekrol zijn. Van ‘Biblos’ stamt ons woord ‘Bijbel’ af.

Het woord “geslacht” of “afstamming” is in het Grieks “Genesis” (klemtoon op 1e lettergreep). Dit betekent onder meer “bron, oorsprong.”

Een geslachtregister kunnen overleggen, iemands afstamming kunnen aantonen, is voor de Joden van groot belang.

Het boek van de genesis van Jezus Christus. Het eerste boek van de Bijbel heet “Genesis”. Het eerste hoofdstuk van Genesis en daarmee van het Oude Testament beschrijft het ontstaan van de aarde en het leven erop en tenslotte het ontstaan van de mens. Het eerste hoofdstuk van Mattheüs en daarmee van het Nieuwe Testament beschrijft de afstamming, verwekking en geboorte van de Messias, de Zoon des mensen. Ook Hij is als mens ontstaan, ook Hij heeft, als een mens, een oorsprong, een begin. Zijn afstamming wordt hier beschreven. Het boek van de genesis van Jezus Christus.

Van Jezus Christus. Jezus is de Messias! Dit is de kern van de boodschap aan Joden.

Zoon van David. David was de grote Koning van Israël. Jezus Christus is de nazaat van David de Koning. Jezus is de aan David beloofde koningszoon. De Messias is een zoon van David.

In het verhaal van Lucas lezen we de volgende woorden van de engel die tot Maria sprak: "Luc 1:30 En de engel zei tot haar: Wees niet bang, Maria, want u hebt genade bij God gevonden; 31 en zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. 32 Deze zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en de Heer, God, zal Hem de troon van zijn vader David geven, 33 en Hij zal over het huis van Jakob koning zijn tot in eeuwigheid en aan zijn koningschap zal geen einde zijn." (Telos)

De Heer Jezus zal zitten op de troon van Zijn vader David. David was doorheen lijden en vervolging tot heerlijkheid en heerschappij gekomen. Evenzo zal diens zoon, de Messias, doorheen lijden en vervolging tot heerlijkheid en heerschappij komen. Voor overeenkomsten tussen David en Jezus, zie David.

Zoon van Abraham. Van Abraham, in wiens zaad alle geslachten der aardbodem gezegend zullen worden.

Begint deze afstammingslijst niet ergens halverwege? Abraham had toch ook een vader? Jazeker, maar het gaat Mattheus in dit geslachtsregister niet om een volledige opsomming.

Het evangelie van Johannes begint met de woorden: "Joh 1: 1 In het begin was het Woord; en het Woord was bij God, en het Woord was God. 2 Dit was in het begin bij God. 3 Alle dingen zijn door Hem geworden, en zonder Hem is niet een ding geworden dat geworden is." (Telos). Johannes vertelt dat de oorsprong van Jezus in de hemel ligt, voor de schepping van hemel en aarde. Johannes gaat veel verder terug. Mattheus daarentegen gaat niet verder terug dan Abraham. Johannes tekent de Heer Jezus als de zoon van God, Mattheus tekent hem als de zoon van David, de Zoon van Abraham.

16

Mt 1:16 en Jakob verwekte Jozef, de man van Maria, uit wie Jezus is geboren, die Christus wordt genoemd. (TELOS)

Het valt op dat, anders dan al de eerder genoemde mannen, die verwekten, Jozef zelf niet als verwekker van Jezus wordt genoemd. Immers, van Jozef staat niet: "en Jozef verwekte Jezus bij Maria". Van Jezus wordt gezegd dat hij "uit Maria" geboren is. Later maakt Mattheüs duidelijk dat Jozef niet de biologische vader is en dat Jezus uit de maagd Maria is geboren. Wat in haar verwekt was, was uit de Heilige Geest. In vers 17 wordt de maagdelijke geboorte van de Heiland al aangeduid! Mattheüs heeft zijn woorden treffend gekozen.

De maagdelijke geboorte wordt indirect - na de geboorte - ook aangeduid in 2:13.

Mt 2:13  Toen zij nu waren vertrokken, zie, een engel van [de] Heer verscheen in een droom aan Jozef en zei: Sta op, neem het kind en zijn moeder mee en vlucht naar Egypte, en wees daar totdat ik het u zeg; want Herodes zal het kind zoeken om het om te brengen. (Telos)

'Neem het kind en zijn moeder', niet 'uw kind en uw vrouw', want Jozef was niet de verwekker, de eigenlijke vader ervan. 'Zijn moeder', Maria was zijn echte moeder, zij kon naar waarheid zeggen: 'mijn kind'.

Mt 2:14 En hij stond op, nam het kind en zijn moeder ‘s nachts mee en vertrok naar Egypte. (Telos)

Opnieuw 'het kind en zijn moeder', niet 'zijn kind en zijn vrouw'.

Geslachtsregister van Jezus Christus (1-16)

Geslachtsregister van Jezus Christus
volgens Mattheüs 1:1-17
1. Abraham
 
 
 
 
 
 
 
 
2. Izaäk
 
 
 
 
 
3. Jakob
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
4. Juda
 
broers van Juda
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Thamar
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
5. Perez
 
Zera
 
 
 
 
 
6. Hezron
 
 
 
 
 
 
 
7. Ram
 
 
 
 
 
 
 
8. Aminádab
 
 
 
 
 
9. Nahesson
 
 
 
 
 
10. Salmon
 
Rachab
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
11. Boaz
 
Ruth
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
12. Obed
 
 
 
 
 
13. Isaï
 
 
 
 
 
14. David
 
Vrouw van Uria
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
1. Salomo
 
 
 
2. Rehabeam
 
 
 
3. Abia
 
 
 
4. Asa
 
 
 
5. Josafat
 
 
 
6. Joram
 
 
 
7. Uzzia
 
 
 
 
8. Jotham
 
 
 
 
 
9. Achaz
 
 
 
 
 
 
 
10. Hizkia
 
 
 
 
11. Manasse
 
 
 
 
12. Amon
 
 
 
 
13. Josia
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
14/1. Jechonia
 
broers van Jechonia
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Wegvoering naar Babel
2. Sealthiël
 
 
 
 
3. Zerubbabel
 
 
 
 
4. Abiud
 
 
 
 
5. Eljakim
 
 
 
 
6. Azor
 
 
 
 
7. Zadok
 
 
 
 
8. Achim
 
 
 
 
9. Eliud
 
 
 
 
10. Eleazar
 
 
 
 
11. Matthan
 
 
 
 
12. Jakob
 
 
 
 
13. Jozef
 
Maria
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
14. Jezus
 

Vrouwen en heidenen

In het geslachtsregister worden vier heidenen (Tamar, Rachab, Ruth, Uria) en vijf vrouwen (Tamar, Rachab, Ruth, de vrouw van Uria, Maria) genoemd. De vermelding van de vrouwen in het geslachtsregister is opmerkelijk, daar in joodse geslachtsregisters vrouwen zelden voorkomen.

Tamar was een Filistijnse vrouw (vgl. Gen. 38 en Gen 49:8-12; 1 Kron. 2:4)[1]. Rachab was een Kanaänitische vrouw (vgl. Joz. 2 en Matth. 6:22-25). Ruth was een Moabitische (vgl. Ruth 1:4; 4:10; zie ook Gen 19). Bathseba wordt door Mattheüs ‘de vrouw van Uria’ genoemd. Uria was een Hethiet (2 Sam. 11). Door de vermelding van deze heidense vrouwen en heidense man toont Mattheüs aan, dat God in zijn heilsplan een plaats heeft voor de heidenen. De Christus is niet alleen de Verlosser van Israël, Hij is de Heiland der wereld.

17

Mt 1:17 Al de geslachten dus van Abraham tot David zijn veertien geslachten, en van David tot de wegvoering naar Babel veertien geslachten, en van de wegvoering naar Babel tot Christus veertien geslachten. (TELOS)

Het geslachtsregister bestaat uit drie reeksen van veertien geslachten. De eerste reeks klimt op tot David, de Godvrezende herder die na lijden koning werd. De getalswaarde van de naam David in het Hebreeuws is trouwens 14. De naam telt in het Hebreeuws 3 letters: Daleth (4) + vav (6) + daleth (4) = 14.

De tweede reeks vertoont geestelijk en zedelijk een neergaande lijn tot de wegvoering naar Babel, een dieptepunt in de geschiedenis. Daarna is er terugkeer en gedeeltelijk herstel en wordt tenslotte "Jezus ... geboren, die Christus wordt genoemd". Mattheüs wijst erop dat Jezus de zoon van David is, de Christus.

De nummering in het schema van het geslachtsregister is een poging om de reeksen van veertien geslachten te verbinden met de genoemde mannen. Jechonia was gedurende drie maanden en tien dagen koning van Juda tot Nebukadnezar hem wegvoerde als balling (597 v.Chr.). Wellicht wordt hij daarom gerekend bij zowel de periode vóór de ballingschap (14 geslachten) als de periode ná de ballingschap (14 geslachten).

19

19 Daar nu Jozef, haar man, rechtvaardig was en haar niet openlijk te schande wilde maken, was hij van plan haar in het geheim te verstoten. (Telos)

Het verbreken van een verloving werd beschouwd als een vorm van echtscheiding

Wilde. Het Griekse werkwoord is theloo, dat ‘willen’ betekent in de zin van ‘wensen’.[2]

Was hij van plan. Het Griekse werkwoord is boulomai, dat ‘willen’ betekent in de zin van ‘een beslist wilsbesluit nemen’, kortweg ‘besluiten’, ‘beslissen’.[2]

21

Mt 1:21  Zij nu zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal zijn volk behouden van hun zonden. (Telos)

De naam Jezus. Daarin zit het denkbeeld van behoudenis door Jahweh. Zie Jezus Christus.

Muziekvideo

Naar aanleiding van vers 21 zingen Israëlische christen het volgende Hebreeuwse lied.


Adonai Machaseinu - From Generation to Generation (Official). Youtube.com: Praise Awaits, 8 jan, 2015. Duur: 4 min. 5 sec.

Bron

Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht. Boekencentrum, 1987. Commentaar bij Matth. 1:3 betreffende de vermelding van de eerste vier vrouwen.

Voetnoten

  1. Aldus Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht. Boekencentrum, 1987. Commentaar bij Matth. 1:3 betreffende de vermelding van de eerste vier vrouwen. Onduidelijk is de grond waarop gesteld wordt dat Tamar een Filistijnse is.
  2. 2,0 2,1 Gerard Kramer, 'Woordstudie: willen en niet willen', in: Rechtstreeks jrg. 19 nr. 12., dec. 2022, blz. 9.