Twee (getal)
Twee is de naam van het getal 2.
Het getal 2 staat voor onderscheidbaarheid en vandaar genoegzaam getuigenis en de gemeenschap wanneer er overeenstemming is[1].
Twee getuigen zijn nodig om een zaak te oordelen, Deut. 19:15; 2 Cor. 13: 1.
Kaleb en Jozua getuigden voor het beloofde land, Num. 14: 6-9.
Twee spionnen werden over de Jordaan gezonden, Joz. 2:1.
Koning Hizkia bleef nog twee dagen ziek.
2Kon 20:5 Keer weder en zeg tot Hizkia, den voorganger Mijns volks: Zo zegt de HEERE, de God van uw vader David: Ik heb uw gebed gehoord, Ik heb uw tranen gezien; zie, Ik zal u gezond maken; aan den derden dag zult gij opgaan in het huis des HEEREN; (SV)
De twee olijfbomen in Zach. 4:3 staan voor twee getuigen, Opb. 11: 3, 4 Israël zal na twee dagen worden opgewekt.
Hos 6:2 Hij zal ons na twee dagen levend maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven. (SV)
Twee personen zijn het eens te worden over wat zij zullen bidden, Matth. 18:19.
Twee of drie kunnen samenkomen tot de naam van Christus, Matth. 18:20.
Toen de Heiland hoorde dat Lazarus ziek was, bleef Hij “nog twee dagen in de plaats waar Hij was” (Joh. 11:6). Intussen stierf Lazarus. Jezus zei tot zijn leerlingen: “Onze vriend Lazarus slaapt, maar Ik ga heen om hem uit de slaap te wekken.” (Joh. 11:11).
Gods Woord en Gods eed tonen de onveranderlijkheid van Zijn raad, Heb 6: 17,18.
Een dag is voor de Heer als duizend jaar. De Heer schijnt tweeduizend jaar te wachten voordat Hij komt en Israël opwekt.
Bron
A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Numbers as Symbols. Enige tekst hiervan is verwerkt op 8 april 2017.
Voetnoot
- ↑ A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Numbers as Symbols.