Zekerheid van het geloof: verschil tussen versies

718 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
De '''zekerheid van het geloof''' is de zekerheid omtrent de behoudenis. Zij die de uitspraken, in Gods woord gegeven, onvoorwaardelijk aanvaarden en dus van harte in de de Heer Jezus geloven als hun Zaligmaker, hebben reeds op aarde grote zekerheid betreffende hun behoudenis.
 
De Godsgezant Paulus heeft geschreven: <blockquote>''Ro 10:8 ... Dit is het woord van het geloof dat wij prediken: Ro 10:9 dat, als u met uw mond Jezus als Heer zult belijden en met uw hart geloven dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, <u>u behouden zult worden</u>. Ro 10:10 Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. Ro 10:11 Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, <u>zal niet beschaamd worden</u>’. Ro 10:12 Want er is geen onderscheid tussen Jood en Griek, want dezelfde Heer van allen is rijk jegens allen die Hem aanroepen: Ro 10:13 ‘want ieder die de naam van de Heer zal aanroepen, <u>zal behouden worden</u>’. (TELOS)''</blockquote>De zekerheid van het geloof heeft een subjectieve en een objectieve zijde. De ''objectieve'' zijde is de zekerheid die er buiten mij is. Gods woord is buiten mij. Het was er eerder dan ik. De waarheid ervan wordt niet aangetast door mijn twijfel of onzekerheid. Wankele benen maken een rots niet broos. De ''subjectieve'' zijde is de zekerheid in mijn hart en gevoelen. De subjectieve zekerheid moet rusten op de objectieve zekerheid van Gods woord, van Zijn toezeggingen, van Zijn verzekering en geruststelling gericht op ons.
 
'''Rechthebbende'''. Gelovigen zijn rechthebbenden. Want allen die de Heer Jezus aangenomen hebben, hun heeft Hij macht of recht gegeven om kinderen van God te worden (Joh. 1:12).