Zekerheid van het geloof: verschil tussen versies

4.468 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 37:
De subjectieve zekerheid van mijn geloof is gegrond op de objectieve zekerheid van het heil. En dit heil is zeker, omdat we een betrouwbare overlevering hebben van 'zaken die zich onder ons voltrokken hebben' (Lucas), en omdat God getrouw is en zijn beloften zal vervullen, en omdat de Heilige Geest ons geloof bevestigt. Mijn verzekerd-zijn is gebaseerd op een zekerheid buiten mij: zaken die zich buiten mij hebben voltrokken, beloften van God die tot mij komen. Stel, ik sta op een vaste rots. Mijn inwendige zekerheid en de zekerheid van mijn staan, mijn bestaan, is gegrond op de zekerheid van de rots. Mijn gevoelens en gedachten kunnen onvast zijn, heen en weer geslingerd worden, de grond onder mij is vast. Deze vastheid moet mij gerust stellen in mijn staan en bestaan.
 
Jezus is de rots. Al is Hij geslagen, Hij is de steenrots gebleven. Hij, de Geslagene, geeft ons geestelijk voedsel en geestelijke drank. Lezen van Gods Woord versterkt en verkwikt ons en geeft ons zekerheid. <blockquote>''1Co 10:3  allen hetzelfde geestelijke voedsel aten 1Co 10:4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken. (Want zij dronken uit een geestelijke steenrots die volgde; de steenrots nu was Christus.) (Telos)''</blockquote>Paulus was eens een vervolger van de gemeente. Jezus was voor hem "een rots der ergernis". Maar hij kon niet om de objectieve zekerheid van de opgestane Heer heen. Hij verkreeg de overtuiging dat Jezus de heiland van de wereld is, ook zijn heiland. Paulus haalt de Schrift aan die zegt: 'wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden'. <blockquote>''Ro 9:33  zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’. (Telos)''</blockquote>Petrus, een ooggetuige van Jezus, schreef: <blockquote>''1Pe 2:7  Voor u dan die gelooft, is dit kostbare; maar voor de ongelovigen: ‘De steen die de bouwlieden hebben verworpen, deze is tot een hoeksteen geworden’, en’ een steen des aanstoots en een rots der ergernis’. (Telos)''</blockquote>Nicolaas Beets (1814-1903) schreef: "Zolang wij geloven in de leugen van onze harten, die de zaligheid enigszins als een loon van onze strijd, of loop, of lijden, of dood doet voorkomen, is daar geen plaats voor het geloof in Hem. Zolang wij iets hopen van onze goede werken, hebben wij alles te vrezen van onze zonden; zo blijven wij geslingerd tussen hoop en vrees. Pas als wij ons geheel vertrouwen alleen stellen op het werk van Christus, hebben wij niets meer te duchten; onze zaligheid is dan zo zeker als Zijn volmaaktheid. Verstaat u dat? Ach, dat u het leerde verstaan. (...) Uit genade wordt men zalig, door het geloof niet uit de werken; de zaligheid, zij is Gods gave, Gods gave in Christus. Die de genade als genade, de gave als gave aanneemt wordt zalig. Die gelooft is van zijn zaligheid zeker, want het geloof is het aannemen van de zaligheid. Niet: hoe heet u? of wat heeft u verricht? is de vraag; naar: Gelooft u? Wilt u al uw werken vergeten en uit genade zalig worden? Wilt u uw onkunde belijden en op de liefdemacht van Christus rekenen? Zo ja! dan is de zaligheid en zekerheid aan u. De zaligheid is de gelovige zeker, niet omdat hij degene is, die gelooft, maar omdat Christus Die is, die alle geloof waardig is." (...) De verzekering van de zaligheid is een deel, waartoe alle oprechte belijders van Christus geroepen zijn. Wij zagen haar door de leer van de dwalenden als een schadelijke en gruwelijke hoogmoed afgewezen; en op die grond moet haar afwijzen een ieder, die onbekend is met de aard van deze verzekering en de grond waarop zij, die niet voelt hoe het denkbeeld van geloof in niets dan enkel genade, alle denkbeeld van hoogmoed voor ‘s hands uitsluit.<ref name=":0">Aangehaald in: Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 2 Tim. 4:8.</ref>
 
== De grond van onze zekerheid ==
De grond van onze subjectieve zekerheid is het woord van God. De apostel Paulus heeft bijzondere 'religieuze ervaringen' gehad, maar ook hij beroept zich op het woord van God, 'want de Schrift zegt'.<blockquote>''Ro 10:8 ... Dit is het woord van het geloof dat wij prediken: Ro 10:9 dat, als u met uw mond Jezus als Heer zult belijden en met uw hart geloven dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, <u>u behouden zult worden</u>. Ro 10:10 Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. Ro 10:11 Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, <u>zal niet beschaamd worden</u>’. Ro 10:12 Want er is geen onderscheid tussen Jood en Griek, want dezelfde Heer van allen is rijk jegens allen die Hem aanroepen: Ro 10:13 ‘want ieder die de naam van de Heer zal aanroepen, <u>zal behouden worden</u>’. (TELOS)''</blockquote>Paulus haalt Gods woorden aan in de verzen 11 en 13. Ook hij grondde zijn zekerheid op het woord van God.
 
Er waren eens twee armen<ref>Illustratie ontleend aan Nicolaas Beets, die haar geeft in: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 2 Tim. 4:8. </ref>. Aan beiden was een maaltijd beloofd in de keuken van een rijke. De een geloofde dat hij die avond eten zou; de andere schudde bedenkelijk het hoofd en zei, "dat hij het wel hoopte, maar nog zo zeker niet durfde zeggen." De eerste had de rijke op zijn woord vertrouwd. Is dat hoogmoed? Nee. De laatste wantrouwde hem. Is dat nederigheid? Nee.
 
== Abraham ons voorbeeld ==
Regel 54 ⟶ 56:
 
Jezus zei: "Dit is de wil van Hem, die Mij gezonden heeft, dat Ik van alles Wat Hij Mij gegeven heeft, niets verloren laat gaan, maar het opwek op de jongste dag" (Joh. 6:39-40)
 
== Geloof wordt geëist ==
Geloofszekerheid vereist gelóóf. Nicolaas Beets (1814-1903) schreef: "Geloof wordt geëist; elke mate van ongelovigheid is een mate van ongehoorzaamheid; elke mate van ongehoorzaamheid een mate van zonde. Christus heeft zich gegeven, geheel gegeven; alle gedeeltelijk aannemen is gedeeltelijk weigeren. Hij stelt Zijn eer in het geven; niet blijmoedig te ontvangen, is Hem Zijn eer te verzwijgen. Hier komt geen schroomvalligheid, geen bescheidenheid, geen voorzichtigheid te pas. Het geldt de eer, o zondaar, van de Zaligmaker, die voor uw zonden gestorven is."<ref name=":0" />
 
== Geen veroordeling ==
Regel 125 ⟶ 130:
== Vastheid en bevestiging ==
Vastheid van geloof is een goede zaak, waarover Paulus zich over gelovigen verblijdde. De gelovigen te Kolosse toonden ''vastheid'' van geloof in Christussen. Doch ze moesten ook steeds ''bevestigd worden'', hun vastheid moest onderhouden worden. <blockquote>''Col 2:4  Dit zeg ik, opdat niemand u met overredende taal misleidt.  Col 2:5  Want al ben ik ook naar het lichaam afwezig, toch ben ik in de geest bij u en verblijd mij bij het zien van uw orde en <u>de vastheid van uw geloof in Christus</u>. Col 2:6  Zoals u dan Christus Jezus, de Heer, ontvangen hebt, wandelt in Hem,  Col 2:7  terwijl u geworteld bent en opgebouwd wordt in Hem en <u>bevestigd wordt in het geloof</u>, zoals u is geleerd, daarin overvloeiend met dankzegging.'' (Telos)</blockquote>
 
== Zekerheid en dankbaarheid ==
"Als het leven van de Christen een leven van dankbaarheid is, diens dankbaarheid zal het grootst zijn, die met een volkomen blijdschap voor de hem gans zekere gave dankt." (Nicolaas Beets)<ref name=":0" />
 
== Gevolg van geloofszekerheid ==
"Meent u niet, dat er ook in deze tijd meer kan worden uitgericht voor het koninkrijk van God, meer geijverd voor het heil van de zielen, meer overvloedige vrucht van de Christelijke liefde en zelfverloochening zou worden gezien, als er wat meer belijders van Christus gevonden werden in het volle, heldere bezit van een blijdschap, die niemand van hen zou kunnen wegnemen? Zou niet de verwachting van de toekomst van de Heere een zichtbare invloed hebben op het heilig leven en de waakzaamheid van de gemeente, als die gemeente meer uit degenen bestond, die haar met een gans rustig, gans verzekerd hart tegemoet zagen?" (Nicolaas Beets)<ref name=":0" />.
 
== Bron ==
Regel 139 ⟶ 150:
Jacques Brunt, [https://www.youtube.com/watch?v=fttYzSJlfQw Geloofszekerheid]. Video geüpload op 25 april 2013 door CIP.nl op Youtube.com. Speelduur: 7 min 34 sec.
 
== VoetnootVoetnoten ==