Ezechiël 31
Ezechiël 31 is een hoofdstuk van Ezechiël, een geschrift in de Bijbel, en telt 18 verzen.
■ Hoofdstukken van Ezechiël samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40 |
■ Verzen van Ezechiël 31 becommentarieerd: · 1 · 8 |
Samenvatting
1
Eze 31:1 Het gebeurde ook in het elfde jaar, in de derde [maand], op den eersten der maand, [dat] des HEEREN woord tot mij geschiedde, zeggende: (SV)
In het elfde jaar. D.i. het 11e jaar na de wegvoering van Ezechiël met koning Jojachin in 597 v.C.: het jaar 586/585 v.Chr.
8
8 De ceders in Gods hof evenaarden hem niet, de cypressen waren zijn takken niet gelijk, en de platanen waren niet gelijk zijn scheuten; geen boom in Gods hof was hem gelijk in zijn schoonheid. (CP[4])
De boom Assur was groter en prachtiger dan de ceders, cypressen en platanen in Gods tuin in Eden. Deze bomen benijdden Assur (9).
Voetnoot
- ↑ De jaartallen zijn merendeels ontleend aan Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009).
- ↑ Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
- ↑ De jaartallen zijn merendeels ontleend aan Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009).
- ↑ Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.