Ezechiël 40

Uit Christipedia

Ezechiël 40 is een hoofdstuk van Ezechiël, een geschrift in de Bijbel, en telt 49 verzen.

Hoofdstukken van Ezechiël samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40
Verzen van Ezechiël 40 becommentarieerd: · 1 · 5 · 14

Samenvatting

De voorgebouwen van de nieuwe tempel.

1

 40: 1 In het vijf en twintigste jaar van onze ballingschap, in het begin van het jaar, op de tiende van de maand, in het veertiende jaar nadat de stad geslagen was, op diezelfde dag, was de hand van Jhwh op mij, en Hij bracht mij daarheen. (CP[1])

De stad. D.i. Jeruzalem.

5

 40: 5 En ziet, er was een muur buiten aan het huis, geheel rondom. En in de hand van de man was een meetstok van zes ellen, [elk] van een el en een handbreed. En hij mat de breedte van het bouwsel: één roede, en de hoogte: één roede. (CP[1])

Breedte. Te verstaan: de dikte van de muur.

Het bouwsel. De muurbouw, de buitenmuur.

Eén meetstok. Zes ellen, dus ca. 3 meter.

14

 40: 14 Ook maakte hij posten van zestig ellen, namelijk tot de post van de voorhof, geheel rondom de poort. (CP[1])

Posten. Pijlers, dat zijn muurpijlers[2].

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 1,2 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. De NBV'04-vertaling heeft 'muurpijlers'.