Lukas 1: verschil tussen versies

kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 15: Regel 15:
== 3 ==
== 3 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=3|Tot_vers=3}} (Telos)
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=3|Tot_vers=3}} (Telos)
'''Hoogedele Theófilus.''' Hij was dus een aanzienlijk man. Vergelijk [[Jozef van Arimathea]], die aan "aanzienlijk raadsheer" was. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Markus|Hoofdstuk=15|Vanaf_vers=43|Tot_vers=43}}(Telos)</blockquote>'''Nauwkeurig onderzocht.''' Met het oogmerk Theófilus de zekerheid doen kennen aangaande de dingen die gebeurd zijn en waarin hij onderwezen is (vs. 2, 4). <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=2 Petrus|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=16|Tot_vers=16}}</blockquote>
'''Hoogedele Theófilus.''' Hij was dus een aanzienlijk man. Vergelijk [[Jozef van Arimathea]], die aan "aanzienlijk raadsheer" was. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Markus|Hoofdstuk=15|Vanaf_vers=43|Tot_vers=43}}(Telos)</blockquote>'''Nauwkeurig onderzocht.''' Met het oogmerk Theófilus de zekerheid te doen kennen aangaande de dingen die gebeurd zijn en waarin hij onderwezen is (vs. 2, 4). <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=2 Petrus|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=16|Tot_vers=16}}</blockquote>


== 5 ==
== 5 ==
Regel 21: Regel 21:
'''Uit [de] afdeling van Abia.''' De priesterafdeling genoemd naar de priester Abia, zie [[Abia]]. Deze afdeling was de 8ste van de 24 priesterafdelingen; zie [[Priester]].
'''Uit [de] afdeling van Abia.''' De priesterafdeling genoemd naar de priester Abia, zie [[Abia]]. Deze afdeling was de 8ste van de 24 priesterafdelingen; zie [[Priester]].


Zacharia. Zie [[Zacharia]]
'''Zacharia.''' D.i. 'Jahweh herinnert Zich; zie [[Zacharia]].

'''Elizabeth.''' D.i. "Mijn God heeft gezworen", "Eed van God" of "God is een eed"; zie [[Elizabeth]].


== 7 ==
== 7 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=7|Tot_vers=7}} (Telos)
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=7|Tot_vers=7}} (Telos)
'''Elizabeth onvruchtbaar.''' Terwijl zij rechtvaardig was. Dat moet een moeilijk te begrijpen zaak zijn geweest. Maar in het verleden waren sommige bekende vrouwen van Israël eveneens onvruchtbaar: [[Sarai]] (Gen. 11:30), [[Rebekka]] (Gen. 25:21), [[Rachel]] (Gen. 29:31), de vrouw van Manoach, de moeder van de [[Simson]] (Richt. 13:2). Alle dezen hebben desondanks, door een goddelijk wonder, een kind gekregen.
'''Elizabeth onvruchtbaar.''' Zie vs. 36. Onvruchtbaar, terwijl zij rechtvaardig was. Dat moet een moeilijk te begrijpen zaak zijn geweest. Maar in het verleden waren sommige bekende vrouwen van Israël eveneens onvruchtbaar: [[Sarai]] (Gen. 11:30), [[Rebekka]] (Gen. 25:21), [[Rachel]] (Gen. 29:31), de moeder van de [[Simson]] (Richt. 13:2). Alle dezen hebben desondanks, door een goddelijk wonder, een kind gekregen.


'''Beiden op hoge leeftijd.''' Zie vs. 18. Gelijk [[Abraham]] en [[Sarah]].
'''Beiden op hoge leeftijd.''' Zie vs. 18, 36. Gelijk [[Abraham]] en [[Sarah]].


== 9 ==
== 9 ==
Regel 35: Regel 37:
== 11 ==
== 11 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=11|Tot_vers=11}} (Telos)
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=11|Tot_vers=11}} (Telos)
De engel verscheen juist op deze plek, bij het [[reukaltaar]], terwijl er buiten door het vol gebeden werd (10). Ook gebeden zijn als reukwerk voor God. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Openbaring|Hoofdstuk=5|Vanaf_vers=8|Tot_vers=8}}</blockquote><blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Openbaring|Hoofdstuk=8|Vanaf_vers=3|Tot_vers=4}}</blockquote>
De engel verscheen juist op deze plek, bij het [[reukaltaar]], terwijl er buiten door het volk gebeden werd (10). Ook gebeden zijn als reukwerk voor God. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Openbaring|Hoofdstuk=5|Vanaf_vers=8|Tot_vers=8}}</blockquote><blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Openbaring|Hoofdstuk=8|Vanaf_vers=3|Tot_vers=4}}</blockquote>


== 13 ==
== 13 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=13|Tot_vers=13}}<noinclude>(Telos)
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=13|Tot_vers=13}}<noinclude>(Telos)
'''Uw gebed ... u een zoon.''' Dit schijnt erop te wijzen dat Zacharia gebeden heeft dat hij een zoon mocht hebben; het was zijn verlangen (naast, wellicht, dat van zijn vrouw) geweest om een zoon te krijgen.
'''Uw gebed ... u een zoon.''' Dit schijnt erop te wijzen dat Zacharia gebeden heeft dat hij een zoon mocht hebben; het was zijn verlangen (naast dat van zijn vrouw; vgl. vs. 25) geweest om een zoon te krijgen.


'''De naam Johannes geven.''' De betekenis is ”Jahweh is genadig” of “Jahweh heeft begunstigd"; zie [[Johannes]]. De naam strekt ten teken dat de tijd is gekomen dat al Gods welbehagen zich tot Zijn volk wendt ter vervulling van de Messiaanse profetieën. "''Die naam heeft God zelf uitgekozen. Wie die naam hoort noemen moet weten dat God genadig wil zijn en de naam moet door het land heengaan als een prediking, dat de tijd van de genade nabij gekomen is, waarin God de misdaad van Zijn volk wil uitdelgen en Zijn erfdeel verkwikken.''"<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). </ref>
'''De naam Johannes geven.''' De betekenis is ”Jahweh is genadig” of “Jahweh heeft begunstigd"; zie [[Johannes]]. De naam strekt ten teken dat de tijd is gekomen dat al Gods welbehagen zich tot Zijn volk wendt ter vervulling van de Messiaanse profetieën. "''Die naam heeft God zelf uitgekozen. Wie die naam hoort noemen moet weten dat God genadig wil zijn en de naam moet door het land heengaan als een prediking, dat de tijd van de genade nabij gekomen is, waarin God de misdaad van Zijn volk wil uitdelgen en Zijn erfdeel verkwikken.''"<ref name=":0">Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). </ref>


Vgl.<blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=19|Tot_vers=19}}</blockquote>Johannes heeft op Jezus gewezen: "Zie, het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt" (Joh. 1:29). Het offer van dit Lam is een bewijs van Gods genade voor zondaars, die Hij wil redden van hun zonden en van de zondemacht. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Johannes|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=29|Tot_vers=29}}</blockquote>
Vgl.<blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=19|Tot_vers=19}}</blockquote>Johannes heeft op Jezus gewezen: "Zie, het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt" (Joh. 1:29). Het offer van dit Lam is een bewijs van Gods genade voor zondaars, die Hij wil redden van hun zonden en van de zondemacht. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Johannes|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=29|Tot_vers=29}}</blockquote>
Regel 72: Regel 74:
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=24|Tot_vers=24}}(Telos)
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=24|Tot_vers=24}}(Telos)
'''Vijf maanden.''' Zie vs. 26: in de zesde maand kwam de engel tot Maria.
'''Vijf maanden.''' Zie vs. 26: in de zesde maand kwam de engel tot Maria.

'''Zij verborg zich vijf maanden.''' Ze wilde zich wellicht pas vertonen wanneer de zwangerschap ver gevorderd was en haar buik getuigde dat zij een kind verwachtte.


== 25 ==
== 25 ==
Regel 79: Regel 83:
== 26 ==
== 26 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=26|Tot_vers=26}}(Telos)
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=26|Tot_vers=26}}(Telos)
'''In de zesde maand.''' Van Elizabeths zwangerschap (vs. 24).
'''In de zesde maand.''' Van Elizabeths zwangerschap (vs. 36, 24).


== 27 ==
== 27 ==
Regel 86: Regel 90:


== 28 ==
== 28 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=28|Tot_vers=28}}<noinclude>(Telos)
Lu 1:28  En toen de engel bij haar was binnengekomen, zei hij: Gegroet, begenadigde, de Heer is met u, u bent gezegend onder de vrouwen. <noinclude>(Telos)
'''Begenadigde.''' Zie ook vs. 30: Maria had genade bij God gevonden.
'''Begenadigde.''' Zie ook vs. 30: Maria had genade bij God gevonden.


Regel 95: Regel 99:
Het denkbeeld van genade komt ook naar voren in de naam die Zacharia aan zijn zoon moest geven: [[Johannes]], d.i. ”Jahweh is genadig” of “Jahweh heeft begunstigd" of "Jahweh heeft genadig gegeven".
Het denkbeeld van genade komt ook naar voren in de naam die Zacharia aan zijn zoon moest geven: [[Johannes]], d.i. ”Jahweh is genadig” of “Jahweh heeft begunstigd" of "Jahweh heeft genadig gegeven".


'''<nowiki><U bent gezegend onder de vrouwen>.</nowiki>''' Mogelijk een toevoeging door de overschrijver. Ook Maria's tante Elizabeth zal dit, door de Geest, zeggen (vs. 42).
'''<nowiki><U bent gezegend onder de vrouwen>.</nowiki>''' Mogelijk een toevoeging door de overschrijver. Maria's tante Elizabeth zal dit, door de Geest, zeggen (vs. 42). Mogelijk heeft een overschrijver het overgenomen van vs. 42.


== 31 ==
== 31 ==
Regel 110: Regel 114:
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=33|Tot_vers=33}}(Telos)
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=33|Tot_vers=33}}(Telos)
'''Het huis van Jakob.''' D.i. het volk Israël.
'''Het huis van Jakob.''' D.i. het volk Israël.

== 34 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=34|Tot_vers=34}}(Telos)
Maria's vraag was geen blijk van ongeloof: ze geloofde het woord van de engel, doch wenste te weten hoe de aankondiging van de geboorte vervuld zou worden.

== 35 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=35|Tot_vers=35}}(Telos)
Eva werd geformeerd uit de man, uit een deel van hem. De Zoon van God zou zonder inbreng van een man worden verwekt in een vrouw en en uit haar voortkomen.

De Heilige Geest zweefde over de wateren van de oervloed (Gen. 1).

== 36 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=36|Tot_vers=36}}(Telos)
'''Haar ouderdom.''' Vs. 7, 18.

'''Dit is de zesde maand.''' Van haar zwangerschap, zie vs. 26.

'''Onvruchtbaar.''' Vs. 7.


== 38 ==
== 38 ==
Regel 116: Regel 138:


'''Moge met mij gebeuren naar uw woord.''' Hiermee gaf zij blijk van geloof, in tegenstelling met Zacharias, die blijk gaf van ongeloof. Elizabeth, de vrouw van Zacharias, zal haar geloof bevestigen (vs. 45)
'''Moge met mij gebeuren naar uw woord.''' Hiermee gaf zij blijk van geloof, in tegenstelling met Zacharias, die blijk gaf van ongeloof. Elizabeth, de vrouw van Zacharias, zal haar geloof bevestigen (vs. 45)

== 39 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=39|Tot_vers=39}}<noinclude>(Telos)
'''Een stad van Judea.''' De naam van de stad wordt ons in de Schrift niet meegedeeld. Gissingen zijn o.a.: Hebron<ref name=":0" /> of Ain Karim<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), noemt beide gissingen. </ref>.

== 40 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=40|Tot_vers=40}}(Telos)
'''Het huis van Zacharia.''' Een Joodse man nam op de huwelijksdag zijn bruid mee naar 'zijn huis'.

{{BVH|Bijbelboek=Johannes|Hoofdstuk=14|Vanaf_vers=1|Tot_vers=3}}


== 41 ==
== 41 ==
Lu 1:41  En het gebeurde toen Elizabeth de begroeting van Maria hoorde, dat het kindje opsprong in haar schoot; en Elizabeth werd vervuld met de Heilige Geest, (Telos)
Lu 1:41  En het gebeurde toen Elizabeth de begroeting van Maria hoorde, dat het kindje opsprong in haar schoot; en Elizabeth werd vervuld met de Heilige Geest, (Telos)
'''Het kindje in haar schoot'''. Het is zo'n zes maanden oud (vs. 36). Het is al, wordt al gezien als een kindje, niet pas na de geboorte.
'''Het kindje in haar schoot'''. Het is zo'n zes maanden oud (vs. 36). Het is al, wordt al gezien als een kindje, niet pas na de geboorte. Het is een vrucht (vs. 42) én tevens een kindje.

Voorstanders van de mogelijkheid van [[abortus]]-naar-keuze spreken gewoonlijk van een 'klompje cellen', 'embryo' of 'foetus', niet van 'kind' of 'baby'. Wij weten echter dat het menselijk leven begint bij de bevruchting, niet pas bij de geboorte.


== 42 ==
== 42 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=42|Tot_vers=42}} (Telos)
Lu 1:42  en zij riep uit met luid geroep en zei: Gezegend ben jij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van je schoot. (telos)
'''Gezegend ben jij onder de vrouwen.''' Ook de engel Gabriël heeft dit gezegd (28).
'''Gezegend ben jij onder [de] vrouwen.''' Ook de engel Gabriël heeft dit gezegd (28).


== 43 ==
== 43 ==
Lu 1:43  En waaraan dank ik dit dat de moeder van mijn Heer bij mij komt? (Telos)
Lu 1:43  En waaraan dank ik dit dat de moeder van mijn Heer bij mij komt? (Telos)
'''De moeder van mijn Heer.''' Niet 'de moeder van God'. Het kind dat geboren zou worden, zou haar Heer zijn. Dat zegt Elizabeth, vervuld zijn met Heilige Geest (vers. 41). Vergelijk: <blockquote>''Mr 12:36  David zelf heeft door de Heilige Geest gezegd: ‘De Heer heeft tot mijn Heer gezegd: Zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten stel’. (Telos)''</blockquote>
'''De moeder van mijn Heer.''' Niet 'de moeder van God'. Het kind dat geboren zou worden, zou haar Heer zijn. Dat zegt Elizabeth, vervuld zijn met Heilige Geest (vers. 41). De mens Jezus zou door God tot Heer én tot Christus (Messias) worden gemaakt. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Handelingen|Hoofdstuk=2|Vanaf_vers=36|Tot_vers=36}}(Telos) </blockquote>

Vergelijk: <blockquote>''Mr 12:36  David zelf heeft door de Heilige Geest gezegd: ‘De Heer heeft tot mijn Heer gezegd: Zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten stel’. (Telos)''</blockquote>


== 47 ==
== 47 ==

Huidige versie van 27 jun 2024 om 14:52

Lukas 1 is een hoofdstuk van Evangelie naar Lukas, een geschrift in de Bijbel, en telt 80 verzen.

Hoofdstukken van Evangelie naar Lukas samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 9 · 10 · 11 · 22
Verzen van Lukas 1 becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 5 · 7 · 9 · 11 · 13 · 15 · 17 · 18 · 20 · 21 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 38 · 39 · 40 · 41 · 42 · 43 · 47 · 49 · 50 · 69
Het maximum aantal herhalingen is uitgevoerd

Samenvatting

1-4 Inleiding. 5-17 Geboorte van Johannes de Doper door de engel Gabriël aangekondigd aan de priester Zacharia. 18-23 Zacharia om zijn ongeloof gestraft met stomheid. 24-25 Zacharia's vrouw Elizabeth wordt zwanger. 26- Genoemde engel verkondigt Maria dat zij zwanger zal worden en een zoon baren die groot zal zijn en zoon van God genoemd zal worden.

1

  1: 1 Aangezien velen ondernomen hebben een verhaal op te stellen over de zaken die zich onder ons voltrokken hebben,  (Telos)

Aangezien velen ondernemen hebben een verhaal op te stellen over de zaken ... Dat 'velen' bewijst hoezeer de gebeurtenissen met betrekking tot Jezus rijk aan indrukken en gevolgen zijn geweest, memorabel in de overtuiging van velen, waard om op schrift gesteld te worden. Van de geschiedverhalen zijn er door de oude Kerk vier erkend als betrouwbaar, de vier evangeliën.

Die zich onder ons voltrokken hebben. Dit maakt het waarschijnlijk dat Theofilus in het land Israël woonde en dat Lukas daar heeft geschreven.

2

  1: 2 zoals zij die van [het] begin af ooggetuigen en dienaren van het woord zijn geweest, ons hebben overgeleverd,  (Telos)

Zij die van het begin af ooggetuigen en dienaren van het woord zijn geweest. De apostelen van Jezus Christus.

  2 Petrus 1: 16 Want niet als navolgers van vernuftig verzonnen fabels hebben wij u de kracht en komst van onze Heer Jezus Christus bekend gemaakt, maar als ooggetuigen van zijn majesteit.

Waarneming (door ooggetuigen) van "de zaken zich onder ons voltrokken hebben" (vs. 1) → Mondelinge overlevering → Schriftelijke vastlegging. Mogelijk hebben sommige apostelen ook aantekeningen gemaakt.

3

  1: 3 heeft het ook mij goed gedacht, na alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht te hebben, het in geregelde orde aan u te schrijven, hoogedele Theófilus,  (Telos)

Hoogedele Theófilus. Hij was dus een aanzienlijk man. Vergelijk Jozef van Arimathea, die aan "aanzienlijk raadsheer" was.

  Markus 15: 43 kwam Jozef van Arimathéa, een aanzienlijk raadsheer, die ook zelf het koninkrijk van God verwachtte, en waagde het naar binnen te gaan naar Pilatus en het lichaam van Jezus te vragen. (Telos)

Nauwkeurig onderzocht. Met het oogmerk Theófilus de zekerheid te doen kennen aangaande de dingen die gebeurd zijn en waarin hij onderwezen is (vs. 2, 4).

  2 Petrus 1: 16 Want niet als navolgers van vernuftig verzonnen fabels hebben wij u de kracht en komst van onze Heer Jezus Christus bekend gemaakt, maar als ooggetuigen van zijn majesteit.

5

  1: 5 In de dagen van Herodes, koning van Judea, was er een priester, Zacharia genaamd, uit [de] afdeling van Abia, en zijn vrouw was uit de dochters van Aaron en haar naam was Elizabeth.  (Telos)

Uit [de] afdeling van Abia. De priesterafdeling genoemd naar de priester Abia, zie Abia. Deze afdeling was de 8ste van de 24 priesterafdelingen; zie Priester.

Zacharia. D.i. 'Jahweh herinnert Zich; zie Zacharia.

Elizabeth. D.i. "Mijn God heeft gezworen", "Eed van God" of "God is een eed"; zie Elizabeth.

7

  1: 7 En zij hadden geen kind, omdat Elizabeth onvruchtbaar was; en zij waren beiden op hoge leeftijd gekomen.  (Telos)

Elizabeth onvruchtbaar. Zie vs. 36. Onvruchtbaar, terwijl zij rechtvaardig was. Dat moet een moeilijk te begrijpen zaak zijn geweest. Maar in het verleden waren sommige bekende vrouwen van Israël eveneens onvruchtbaar: Sarai (Gen. 11:30), Rebekka (Gen. 25:21), Rachel (Gen. 29:31), de moeder van de Simson (Richt. 13:2). Alle dezen hebben desondanks, door een goddelijk wonder, een kind gekregen.

Beiden op hoge leeftijd. Zie vs. 18, 36. Gelijk Abraham en Sarah.

9

  1: 9 dat hij naar de gewoonte van het priesterambt door het lot werd aangewezen om te reukofferen, na het tempelhuis van de Heer te zijn binnengegaan.  (Telos)

Door het lot werd aangewezen.

  Spreuken 16: 33 Het lot wordt in de schoot geworpen; maar het gehele beleid daarvan is van Jhwh.

Het tempelhuis van de Heer te zijn binnengegaan. Zie vs. 21.

11

  1: 11 Nu verscheen hem een engel van [de] Heer, die aan [de] rechterkant van het reukofferaltaar stond.  (Telos)

De engel verscheen juist op deze plek, bij het reukaltaar, terwijl er buiten door het volk gebeden werd (10). Ook gebeden zijn als reukwerk voor God.

  Openbaring 5: 8 En toen het dat boek had genomen, vielen de vier levende wezens en de vierentwintig oudsten voor het Lam neer; zij hadden elk een harp en gouden schalen vol reukwerken, welke zijn de gebeden van de heiligen.

  Openbaring 8: 3 En een andere engel kwam en ging bij het altaar staan met een gouden wierookvat; en hem werden veel reukwerken gegeven, opdat hij kracht zou geven aan de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar dat voor de troon was. 4 En de rook van de reukwerken steeg op met de gebeden van de heiligen uit de hand van de engel voor God.

13

  1: 13 De engel zei echter tot hem: Wees niet bang, Zacharia, want uw gebed is verhoord en uw vrouw Elizabeth zal u een zoon baren en u zult hem de naam Johannes geven. (Telos)

Uw gebed ... u een zoon. Dit schijnt erop te wijzen dat Zacharia gebeden heeft dat hij een zoon mocht hebben; het was zijn verlangen (naast dat van zijn vrouw; vgl. vs. 25) geweest om een zoon te krijgen.

De naam Johannes geven. De betekenis is ”Jahweh is genadig” of “Jahweh heeft begunstigd"; zie Johannes. De naam strekt ten teken dat de tijd is gekomen dat al Gods welbehagen zich tot Zijn volk wendt ter vervulling van de Messiaanse profetieën. "Die naam heeft God zelf uitgekozen. Wie die naam hoort noemen moet weten dat God genadig wil zijn en de naam moet door het land heengaan als een prediking, dat de tijd van de genade nabij gekomen is, waarin God de misdaad van Zijn volk wil uitdelgen en Zijn erfdeel verkwikken."[1]

Vgl.

  Lukas 4: 19 om aan gevangenen loslating te prediken en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijlating, om te prediken het aangename jaar van de Heer’.

Johannes heeft op Jezus gewezen: "Zie, het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt" (Joh. 1:29). Het offer van dit Lam is een bewijs van Gods genade voor zondaars, die Hij wil redden van hun zonden en van de zondemacht.

  Johannes 1: 29 De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen en zei: Zie, het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.

15

  1: 15 Want hij zal groot zijn voor het aangezicht van <de> Heer, en wijn en sterke drank zal hij geenszins drinken, en hij zal met [de] Heilige Geest worden vervuld, al van [de] moederschoot af.  (Telos)

Hij zal groot zijn voor het aangezicht van <de> Heer. Groot in de ogen van God. De Heer Jezus heeft gezegd:

Mattheüs 11:11  Voorwaar, Ik zeg u: onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is geen grotere opgestaan dan Johannes de doper; ... (Telos).

  Lukas 7: 26 Maar wat bent u gaan zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, zelfs meer dan een profeet.

Zijn uiterlijke verschijning was niet groot, in deze zin dat hij geen prachtige kleding droeg.

  Lukas 7: 25 Maar wat bent u gaan zien? Een mens in zachte kleren gekleed? Zie, zij die prachtig gekleed gaan en in weelde leven, zijn in de paleizen.

Wijn en sterke drank zal hij geenszins drinken. Gelijk een Nazireeër.

17

  1: 17 En hij zal voor Hem uitgaan in [de] geest en [de] kracht van Elia, om [de] harten van de vaders te doen terugkeren tot [de] kinderen en [de] ongehoorzamen in [de] wijsheid van [de] rechtvaardigen, om [de] Heer een toegerust volk te bereiden.  (Telos)

Om [de] Heer een toegerust volk te bereiden. De Heer Jezus komt weer. Zijn wij toegerust, gereed om Hem te ontmoeten in de lucht?

18

  1: 18 En Zacharia zei tot de engel: Waaraan zal ik dit weten? Want ik ben oud en mijn vrouw is op hoge leeftijd gekomen.  (Telos)

Waaraan zal ik dit weten? Want enz. Elizabeths bewezen onvruchtbaarheid en hun hoge leeftijden maakten een zwangerschap onwaarschijnlijk. Zacharia had kennelijk niet genoeg aan het woord van de engel, Gods boodschapper (vs. 20). De priester wilde ook een teken hebben.

  1 Korinthiërs 1: 22 Immers, Joden begeren tekenen en Grieken zoeken wijsheid, (Telos)

Oud ... op hoge leeftijd. Zie vs. 7.

20

Lu 1:20 En zie, u zult zwijgen en niet kunnen spreken tot op de dag dat deze dingen zullen gebeuren, omdat u mijn woorden niet hebt geloofd die op hun tijd zullen worden vervuld. (TELOS)

Zwijgen ... niet hebt geloofd. Als straf kon Zacharia niet spreken tot de geboorte van Johannes. Contrast:

Ps 116:10 Ik heb geloofd, daarom sprak ik; ik ben zeer bedrukt geweest. (SV)

21

  1: 21 En het volk stond te wachten op Zacharia; en zij verwonderden zich dat hij zo lang in het tempelhuis bleef. (Telos)

In het tempelhuis. Zie vs. 9.

23

  1: 23 En het gebeurde, toen de dagen van zijn dienst waren vervuld, dat hij wegging naar zijn huis. (Telos)

Zijn dienst. Zijn priesterdienst (vs. 8).

24

  1: 24 Na die dagen nu werd zijn vrouw Elizabeth zwanger; en zij verborg zich vijf maanden en zei: (Telos)

Vijf maanden. Zie vs. 26: in de zesde maand kwam de engel tot Maria.

Zij verborg zich vijf maanden. Ze wilde zich wellicht pas vertonen wanneer de zwangerschap ver gevorderd was en haar buik getuigde dat zij een kind verwachtte.

25

  1: 25 Zo heeft [de] Heer mij gedaan in [de] dagen waarin Hij [naar mij] heeft omgezien, om mijn smaad onder [de] mensen weg te nemen. (Telos)

Smaad. Smaad is een uiting van verachting; zie Smaad.

26

  1: 26 In de zesde maand nu werd de engel Gabriel door God gezonden naar een stad in Galilea, Nazareth genaamd, (Telos)

In de zesde maand. Van Elizabeths zwangerschap (vs. 36, 24).

27

  1: 27 naar een maagd die ondertrouwd was met een man genaamd Jozef, uit [het] huis van David; en de naam van de maagd was Maria. (Telos)

Uit het huis van David. Uit diens nageslacht waren Jozef en Maria beiden afkomstig.

28

  1: 28 En toen de engel bij haar was binnengekomen, zei hij: Gegroet, begenadigde, de Heer is met u, <u bent gezegend onder de vrouwen>. (Telos)

Begenadigde. Zie ook vs. 30: Maria had genade bij God gevonden.

In het Grieks κεχαριτωμενη, kecharitomenè, van het werkwoord χαριτοω, charito-oo. Dat deelwoord komt nog alleen voor in Ef. 1:6.

Efe 1:6  tot lof van de heerlijkheid van zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde, (Telos)

Elke gelovige in Christus is een begenadigde in Hem.

Volgens een uitlegger hebben de werkwoorden met de uitgang -oo- in het Grieks de betekenis van vervullen, oyerstelpen enz., en zo betekent het deelwoord kecharitomenè: „met genade overstelpte, van genade vervulde, met genade overgotene"[2].

Het denkbeeld van genade komt ook naar voren in de naam die Zacharia aan zijn zoon moest geven: Johannes, d.i. ”Jahweh is genadig” of “Jahweh heeft begunstigd" of "Jahweh heeft genadig gegeven".

<U bent gezegend onder de vrouwen>. Mogelijk een toevoeging door de overschrijver. Maria's tante Elizabeth zal dit, door de Geest, zeggen (vs. 42). Mogelijk heeft een overschrijver het overgenomen van vs. 42.

31

  1: 31 en zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. (Telos)

De naam Jezus. D.i. Jhwh is heil; zie Jezus.

32

  1: 32 Deze zal groot zijn en Zoon van [de] Allerhoogste worden genoemd, en [de] Heer, God, zal Hem de troon van zijn vader David geven, (Telos)

De troon van zijn vader David. Die in Jeruzalem heeft gestaan en zal staan. Jeruzalem wordt ook genoemd "de stad van de grote koning", d.i. van de Christus, die als zoon van David zal regeren. De vervallen hut van David (Hand.15) zal worden opgericht.

God zal door deze Zoon heil bewerken en het Davidische koninkrijk voor Israël herstellen; zie volgende vers.

33

  1: 33 en Hij zal over het huis van Jakob koning zijn tot in eeuwigheid en aan zijn koningschap zal geen einde zijn. (Telos)

Het huis van Jakob. D.i. het volk Israël.

34

  1: 34 Maria echter zei tot de engel: Hoe zal dit zijn, daar ik geen gemeenschap heb met een man? (Telos)

Maria's vraag was geen blijk van ongeloof: ze geloofde het woord van de engel, doch wenste te weten hoe de aankondiging van de geboorte vervuld zou worden.

35

  1: 35 En de engel antwoordde en zei tot haar: [De] Heilige Geest zal over u komen en [de] kracht van [de] Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom ook zal dat Heilige dat geboren zal worden, Gods Zoon worden genoemd. (Telos)

Eva werd geformeerd uit de man, uit een deel van hem. De Zoon van God zou zonder inbreng van een man worden verwekt in een vrouw en en uit haar voortkomen.

De Heilige Geest zweefde over de wateren van de oervloed (Gen. 1).

36

  1: 36 En zie, Elizabeth, uw bloedverwante, is eveneens zwanger van een zoon in haar ouderdom; en dit is de zesde maand voor haar die onvruchtbaar heette, (Telos)

Haar ouderdom. Vs. 7, 18.

Dit is de zesde maand. Van haar zwangerschap, zie vs. 26.

Onvruchtbaar. Vs. 7.

38

Lu 1:38  Maria nu zei: Zie, de slavin van de Heer, moge met mij gebeuren naar uw woord. En de engel ging van haar weg. (Telos)

De slavin van de Heer. In vers 48 noemt zij zich ook 'zijn slavin', d.w.z. van God, haar Heiland.

Moge met mij gebeuren naar uw woord. Hiermee gaf zij blijk van geloof, in tegenstelling met Zacharias, die blijk gaf van ongeloof. Elizabeth, de vrouw van Zacharias, zal haar geloof bevestigen (vs. 45)

39

  1: 39 Maria nu stond in die dagen op en reisde met haast naar het gebergte, naar een stad van Judea; (Telos)

Een stad van Judea. De naam van de stad wordt ons in de Schrift niet meegedeeld. Gissingen zijn o.a.: Hebron[1] of Ain Karim[3].

40

  1: 40 en zij kwam in het huis van Zacharia en groette Elizabeth. (Telos)

Het huis van Zacharia. Een Joodse man nam op de huwelijksdag zijn bruid mee naar 'zijn huis'.

  Johannes 14: 1 Laat uw hart niet ontroerd worden. U gelooft in God, gelooft ook in Mij. 2 In het huis van mijn Vader zijn vele woningen; als het niet zo was, zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om u plaats te bereiden. 3 En als Ik ben heengegaan en u plaats heb bereid, kom Ik weer en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.

41

Lu 1:41  En het gebeurde toen Elizabeth de begroeting van Maria hoorde, dat het kindje opsprong in haar schoot; en Elizabeth werd vervuld met de Heilige Geest, (Telos)

Het kindje in haar schoot. Het is zo'n zes maanden oud (vs. 36). Het is al, wordt al gezien als een kindje, niet pas na de geboorte. Het is een vrucht (vs. 42) én tevens een kindje.

Voorstanders van de mogelijkheid van abortus-naar-keuze spreken gewoonlijk van een 'klompje cellen', 'embryo' of 'foetus', niet van 'kind' of 'baby'. Wij weten echter dat het menselijk leven begint bij de bevruchting, niet pas bij de geboorte.

42

  1: 42 en zij riep uit met luid geroep en zei: Gezegend ben jij onder [de] vrouwen en gezegend is de vrucht van je schoot.  (Telos)

Gezegend ben jij onder [de] vrouwen. Ook de engel Gabriël heeft dit gezegd (28).

43

Lu 1:43  En waaraan dank ik dit dat de moeder van mijn Heer bij mij komt? (Telos)

De moeder van mijn Heer. Niet 'de moeder van God'. Het kind dat geboren zou worden, zou haar Heer zijn. Dat zegt Elizabeth, vervuld zijn met Heilige Geest (vers. 41). De mens Jezus zou door God tot Heer én tot Christus (Messias) worden gemaakt.

  Handelingen 2: 36 Laat het hele huis van Israel dan zeker weten, dat God Hem zowel tot Heer als tot Christus heeft gemaakt, deze Jezus die u hebt gekruisigd. (Telos)

Vergelijk:

Mr 12:36  David zelf heeft door de Heilige Geest gezegd: ‘De Heer heeft tot mijn Heer gezegd: Zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten stel’. (Telos)

47

Lu 1:47  en mijn geest verheugt zich over God, mijn Heiland, (Telos)

God, mijn Heiland. In de naam van Jezus is het begrip 'heil', 'redding' ingesloten. Zacharias zal 3 maanden later zeggen dat God voor zijn volk verlossing heeft bewerkt en een hoorn van behoudenis opgericht (vers. 68), behoudenis ten opzichte van de vijanden en haters (vers 71, vgl. vers 74).

49

Lu 1:49  omdat de Machtige grote dingen aan mij heeft gedaan; en heilig is zijn naam, (Telos)

Grote dingen ... heeft gedaan. Vers 51: 'krachtig werk'. Vergelijk de woorden van de engel Gabriël aangaande de zwangerschap van Elizabeth, die onvruchtbaar heette:

Lu 1:37  want geen enkel ding zal vanwege God onmogelijk zijn. (Telos)

50

Lu 1:50  en zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. (Telos)

Zijn barmhartigheid. De barmhartigheid van Gods wordt meermalen genoemd in deze verzen: vers 54, 72, 78.

69

Lu 1:69  en heeft een hoorn van behoudenis voor ons opgericht in het huis van zijn knecht David (Telos)

Hoorn van behoudenis. Ook David sprak van zo'n hoorn:

Ps 18:2  (18-3) De HEERE is mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper; mijn God, mijn Rots, op Welken ik betrouw; mijn Schild, en de Hoorn mijns heils, mijn Hoog Vertrek. Ps 18:3  (18-4) Ik riep den HEERE aan, die te prijzen is, en werd verlost van mijn vijanden. (SV)

Luk. 1:78

Lu 1:78  door de innerlijke barmhartigheid van onze God, waarmee de Opgang uit de hoogte ons zal bezoeken, (Telos)

De Opgang uit de hoogte. Dat is de Heer Jezus, die Gods liefde en barmhartigheid openbaarde. Hij is gekomen als het Licht der wereld. Zijn licht was een zedelijk en geestelijk licht. Bij zijn wederkomst zal hij een zichtbaar licht zijn voor het natuurlijke oog, zoals vooraf vertoond op de hoge berg der verheerlijking. Hij is de zon der gerechtigheid

Mal 4:2  Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal. (NBG51)

 

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).
  2. Th. F. Bensdorp, Apologetica. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Blz. 191.
  3. Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987), noemt beide gissingen.