Naar inhoud springen

Joab: verschil tussen versies

2 bytes verwijderd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 13:
Joabs naam wordt voor het eerst vermeld in 1 Samuël 26:6 als zijnde de broer van Abisai. Deze Abisai ging met David af tot Saul in diens leger.
 
'''Slag bij Gibeon.''' De eerste actie van Joab zelf wordt beschreven in 2 Samuël 2. Hij voert het Judese leger aan in de strijd tegen het leger van Sauls zoon [[Isboseth]] en diens legeraanvoerder Abner. Isboseth is na de dood van zijn vader koning over Israël geworden. Hoogstwaarschijnlijk heeft Joab zich reeds tijdens Davids omzwervingen door zijn dapperheid en bekwaamheid in de strijd gunstig onderscheiden, daar deze hem in de oorlog tegen Isboseth aan het hoofd van het leger heeft gesteld. De twee legers ontmoeten elkaar bij [[Gibeon]]. Abner spreekt met Joab af dat de strijd beslist moet worden door twaalf soldaten van beide legers, om zo het aantal doden te beperken. Aan het eind van het gevecht van deze twee groepen mannen blijkt dat ze allemaal gesneuveld zijn. Daarop vallen de twee legers elkaar aan. Het leger van Juda wint de slag. Tijdens de achtervolging door het leger van Juda jaagt [[Asahel]], de broer van Joab, Abner na, maar wordt door deze gewaarschuwd. Asahel weigert af te wijken en wordt door Abner gedood (2 Sam. 2:23). Joab en zijn broer Abisaï jaagdenjagen Abner achterna. Dan spreekt Abner Joab erop aan dat hij zijn eigen volk achtervolgt; hierop staakt Joab de achtervolging en keert terug naar Hebron, waar David zetelt.
 
'''Dood van Asahel gewroken.''' Terwijl het oorlog is tussen het huis van Saul en dat van David besluit Abner heel Israël onder David te brengen. Daartoe gaat hij naar David in Hebron, waar hij hartelijk wordt ontvangen, zijn plan bekendmaakt en weer vertrekt. Joab hoort ervan, vertrouwt Abner niet en neemt het David kwalijk dat hij Abner vrij heeft laten heengaan. Zonder medeweten van David laat Joab Abner terugroepen, wacht hem op en vermoordt hem verraderlijk "omwille van het bloed van zijn broer Asahel" (2 Sam. 3:27).
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.