Bijbel:1 Korinthiërs 16

De verzen zijn ontleend aan de Statenvertaling (Oude Testament) of de Telos-vertaling (Nieuwe Testament). De verzen uit de Statenvertaling zijn deels 'hertaald'; voorbeelden: 'Hij zeide' → 'Hij zei'; 'op denzelven' → 'daarop'; 'hetwelk' → 'dat'; sommige woorden zijn anders vertaald.
Genesis (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 24 · 25
Exodus (inleiding), hoofdstuk: 19
Leviticus (inleiding), hoofdstuk: 21
Numeri (inleiding), hoofdstuk: 10 · 11 · 28 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36
Deuteronomium (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 30
Richteren (inleiding), hoofdstuk: 5
1 Samuël (inleiding), hoofdstuk: 1 · 20 · 29
Job (inleiding), hoofdstuk: 7
Psalmen (inleiding), hoofdstuk: 8 · 14 · 22 · 23 · 73 · 92 · 116 · 144
Spreuken (inleiding), hoofdstuk: 3 · 16
Jesaja (inleiding), hoofdstuk: 51 · 53 · 59 · 63
Ezechiël (inleiding), hoofdstuk: 31 · 32 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40
Daniël (inleiding), hoofdstuk: 7
Joël (inleiding), hoofdstuk: 2
Haggaï (inleiding), hoofdstuk: 2
Zacharia (inleiding), hoofdstuk: 12 · 14
Mattheüs (inleiding), hoofdstuk: 5 · 6 · 12 · 16 · 17 · 18 · 24 · 25 · 26
Markus (inleiding), hoofdstuk: 8 · 11 · 12 · 14 · 15 · 16
Lukas (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 4 · 7 · 9 · 12 · 15 · 19 · 20 · 22 · 23
Johannes (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 7 · 8 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 19
Handelingen (inleiding), hoofdstuk: 6 · 7 · 16 · 17 · 20
Romeinen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16
1 Korinthiërs (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3 · 13 · 14 · 15 · 16
2 Korinthiërs (inleiding), hoofdstuk: 1
Galaten (inleiding), hoofdstuk: 3 · 4 · 5 · 6
Efeziërs (inleiding), hoofdstuk: 4 · 5
Filippenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3 · 4
Kolossenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3
1 Thessalonicenzen (inleiding), hoofdstuk: 3 · 5
2 Thessalonicenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3
1 Timotheüs (inleiding), hoofdstuk: 2
Brief aan Titus (inleiding), hoofdstuk: 2
Filemon (inleiding), hoofdstuk: tekst (er is geen hoofdstuk)
Hebreeën (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 10 · 11 · 13
Jakobus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2
1 Petrus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 5
2 Petrus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3
1 Johannes (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3
Openbaring (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3 · 5 · 6 · 7 · 8 · 12 · 13 · 16 · 19 · 21 · 22
Uit de Bijbelboeken, door de tabs aangegeven, worden elders op Christipedia geautomatiseerd citaten ontleend. De Bijbelboeken en hun hoofdstukken zijn hier nog niet alle opgenomen. De verzen zijn ontleend aan de Statenvertaling (Oude Testament) of de Telos-vertaling (Nieuwe Testament). De verzen uit de Statenvertaling zijn deels 'hertaald'; voorbeelden: 'Hij zeide' → 'Hij zei'; 'op denzelven' → 'daarop'; 'op den zevenden dag' → 'op de zevende dag'; enz.

1 Korinthiërs 16: 1 Wat nu de inzameling voor de heiligen betreft, doet ook u zoals ik verordend heb aan de gemeenten van Galatie.

2 Laat ieder van u op de eerste dag van de week bij zichzelf iets terzijde leggen en opsparen naardat hij welvaart heeft, opdat de inzamelingen niet pas gebeuren wanneer ik kom.

3 En wanneer ik aankom, zal ik hen die u beproefd acht, met brieven zenden om uw liefdegave naar Jeruzalem over te brengen;

4 en als het gepast is dat ik ook daarheen reis, dan zullen zij met mij reizen.

5 En ik zal naar u toe komen wanneer ik Macedonie heb doorreisd, want ik doorreis Macedonie;

6 maar wellicht zal ik mij bij u langer ophouden of zelfs overwinteren, opdat u mij voorthelpt, waar ik ook heenreis.

7 Want ik wil u nu niet zien in het voorbijgaan, want ik hoop enige tijd bij u te blijven, als de Heer het vergunt.

8 Maar ik zal in Efeze blijven tot pinksteren;

9 want een grote en krachtige deur is mij geopend en er zijn vele tegenstanders.

10 Wanneer nu Timotheus komt, let erop dat hij zonder vrees bij u is, want hij werkt het werk van de Heer evenals ik.

11 Laat dus niemand hem minachten; maar helpt hem in vrede voort, opdat hij tot mij komt, want ik verwacht hem met de broeders.

12 Wat nu broeder Apollos aangaat, ik heb hem dringend gevraagd met de broeders naar u toe te komen; en het was helemaal zijn wil niet nu te komen, maar hij zal komen wanneer hij gelegenheid heeft.

13 Waakt, staat vast in het geloof, weest mannelijk, weest sterk!

14 Laat alles bij u in liefde gebeuren.

15 En ik vermaan u, broeders (u kent het huis van Stefanas, dat het de eersteling van Achaje is en dat zij zich ten dienste van de heiligen hebben gesteld),

16 weest ook u aan zulke personen onderdanig, en aan ieder die meewerkt en arbeidt.

17 En ik verblijd mij over de komst van Stefanas en Fortunatus en Achaicus, want zij hebben aangevuld wat van uw kant ontbrak.

18 Want zij hebben mijn geest verkwikt en de uwe. Erkent dan zulke broeders.

19 U groeten de gemeenten van Asia. U groeten zeer in de Heer Aquila en Prisca, met de gemeente in hun huis.

20 U groeten al de broeders. Groet elkaar met een heilige kus.

21 De groet van mij, Paulus, met mijn eigen hand.

22 Als iemand de Heer niet liefheeft, die zij vervloekt; Maranatha!

23 De genade van de Heer Jezus zij met u.

24 Mijn liefde zij met u allen in Christus Jezus. Amen.