Bijbel:Filippenzen 1

Uit Christipedia
De verzen zijn ontleend aan de Statenvertaling (Oude Testament) of de Telos-vertaling (Nieuwe Testament). De verzen uit de Statenvertaling zijn deels 'hertaald'; voorbeelden: 'Hij zeide' → 'Hij zei'; 'op denzelven' → 'daarop'; 'hetwelk' → 'dat'; sommige woorden zijn anders vertaald.
Genesis (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 24 · 25
Exodus (inleiding), hoofdstuk: 19
Leviticus (inleiding), hoofdstuk: 21
Numeri (inleiding), hoofdstuk: 10 · 11 · 28 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36
Deuteronomium (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 30
Richteren (inleiding), hoofdstuk: 5
1 Samuël (inleiding), hoofdstuk: 1 · 20 · 29
Job (inleiding), hoofdstuk: 7
Psalmen (inleiding), hoofdstuk: 8 · 14 · 22 · 23 · 73 · 92 · 116 · 144
Spreuken (inleiding), hoofdstuk: 3 · 16
Jesaja (inleiding), hoofdstuk: 51 · 53 · 59 · 63
Ezechiël (inleiding), hoofdstuk: 31 · 32 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40
Daniël (inleiding), hoofdstuk: 7
Joël (inleiding), hoofdstuk: 2
Haggaï (inleiding), hoofdstuk: 2
Zacharia (inleiding), hoofdstuk: 12 · 14
Mattheüs (inleiding), hoofdstuk: 5 · 6 · 12 · 16 · 17 · 18 · 24 · 25 · 26
Markus (inleiding), hoofdstuk: 8 · 11 · 12 · 14 · 15 · 16
Lukas (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 4 · 7 · 9 · 12 · 15 · 19 · 20 · 22 · 23
Johannes (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 7 · 8 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 19
Handelingen (inleiding), hoofdstuk: 6 · 7 · 16 · 17 · 20
Romeinen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16
1 Korinthiërs (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3 · 13 · 14 · 15 · 16
2 Korinthiërs (inleiding), hoofdstuk: 1
Galaten (inleiding), hoofdstuk: 3 · 4 · 5 · 6
Efeziërs (inleiding), hoofdstuk: 4 · 5
Filippenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3 · 4
Kolossenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3
1 Thessalonicenzen (inleiding), hoofdstuk: 3 · 5
2 Thessalonicenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3
1 Timotheüs (inleiding), hoofdstuk: 2
Brief aan Titus (inleiding), hoofdstuk: 2
Filemon (inleiding), hoofdstuk: tekst (er is geen hoofdstuk)
Hebreeën (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 10 · 11 · 13
Jakobus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2
1 Petrus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 5
2 Petrus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3
1 Johannes (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3
Openbaring (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3 · 5 · 6 · 7 · 8 · 12 · 13 · 16 · 19 · 21 · 22
Uit de Bijbelboeken, door de tabs aangegeven, worden elders op Christipedia geautomatiseerd citaten ontleend. De Bijbelboeken en hun hoofdstukken zijn hier nog niet alle opgenomen. De verzen zijn ontleend aan de Statenvertaling (Oude Testament) of de Telos-vertaling (Nieuwe Testament). De verzen uit de Statenvertaling zijn deels 'hertaald'; voorbeelden: 'Hij zeide' → 'Hij zei'; 'op denzelven' → 'daarop'; 'op den zevenden dag' → 'op de zevende dag'; enz.

Filippenzen 1: 1 Paulus en Timotheus, slaven van Christus Jezus, aan alle heiligen in Christus Jezus die in Filippi zijn, met de opzieners en dienaars;

2 genade zij u en vrede van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus.

3 Ik dank mijn God, telkens als ik u gedenk,

4 altijd in elk gebed van mij voor u allen met blijdschap biddend,

5 wegens uw gemeenschap met het evangelie van de eerste dag af tot nu toe;

6 in dit vertrouwen, dat Hij die een goed werk in u begonnen is, het ook zal voltooien tot op de dag van Christus Jezus.

7 Het is immers terecht dat ik dit van u allen denk, omdat u mij in uw hart hebt, en u allen, zowel in mijn gevangenschap als in de verdediging en bevestiging van het evangelie, mededeelgenoten bent van mijn genade.

8 Want God is mijn getuige hoezeer ik naar u allen verlang met het hart van Christus Jezus.

9 En dit bid ik, dat uw liefde nog meer en meer mag overvloeien in kennis en alle inzicht,

10 om te beproeven wat het beste is, opdat u zuiver en onberispelijk bent tegen de dag van Christus,

11 vervuld met de vrucht van de gerechtigheid die door Jezus Christus is, tot heerlijkheid en lof van God.

12 En ik wil dat u weet, broeders, dat mijn omstandigheden veeleer tot bevordering van het evangelie hebben gediend,

13 zodat in het hele pretorium en aan alle overigen duidelijk is geworden dat ik in gevangenschap ben om Christus’ wil;

14 en dat de meesten van de broeders in de Heer vertrouwen hebben gekregen door mijn gevangenschap, om des te overvloediger het woord van God zonder vrees te durven spreken.

15 Wel prediken ook sommigen Christus uit afgunst en twist, maar sommigen ook met goede bedoelingen.

16 Dezen wel uit liefde, daar zij weten dat ik tot verdediging van het evangelie ben gesteld;

17 maar de anderen verkondigen Christus uit partijzucht, niet zuiver, met de bedoeling verdrukking aan mijn gevangenschap toe te voegen.

18 Wat doet het ertoe? In elk geval wordt op allerlei wijze, hetzij onder een voorwendsel, hetzij in waarheid, Christus verkondigd; en daarin verblijd ik mij, ja, zal ik mij ook verblijden.

19 Want ik weet, dat dit mij tot behoudenis zal strekken door uw gebed en de bijstand van de Geest van Jezus Christus;

20 volgens mijn reikhalzende verwachting en hoop, dat ik in geen enkel opzicht beschaamd zal worden, maar dat met alle vrijmoedigheid zoals altijd ook nu Christus wordt groot gemaakt in mijn lichaam, hetzij door het leven, hetzij door de dood.

21 Want te leven is voor mij Christus en te sterven is winst.

22 Maar moet ik blijven leven in het vlees, dan is dat voor mij de moeite waard, en wat ik moet kiezen, weet ik niet;

23 maar ik word van beide kanten gedrongen: ik verlang ernaar heen te gaan en met Christus te zijn, want dit is verreweg het beste;

24 maar in het vlees te blijven is nodiger ter wille van u.

25 En in dit vertrouwen weet ik dat ik zal blijven en bij u allen zal blijven tot uw bevordering en blijdschap van het geloof;

26 opdat uw roem nog overvloediger is in Christus Jezus door mij, doordat ik weer bij u ben.

27 Alleen, wandelt waardig het evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig ben, ik uw omstandigheden hoor, dat u vast staat in een geest, terwijl u een van ziel meestrijdt met het geloof van het evangelie

28 en u in geen enkel opzicht door de tegenstanders laat afschrikken. Voor hen is dit een bewijs van verderf, maar voor u van behoudenis, en dat van Godswege.

29 Want u is het geschonken, ten aanzien van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden,

30 daar u dezelfde strijd hebt die u in mij hebt gezien en nu van mij hoort.