Bijbel:1 Petrus 5

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 13 jul 2024 om 21:28 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{BijbelboekenTabs}} <span id=1></span><section begin=1 /><sup>1</sup> De oudsten onder u vermaan ik dus, de medeoudste en getuige van het lijden van Christus en ook de deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden; <section end=1 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|1}} |link={{BASEPAGENAME}}#1}} </noinclude><span id=2></span><section begin=2 /><sup>2</sup> hoedt de kudde van God die bij u is e...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
De verzen zijn ontleend aan de Statenvertaling (Oude Testament) of de Telos-vertaling (Nieuwe Testament). De verzen uit de Statenvertaling zijn deels 'hertaald'; voorbeelden: 'Hij zeide' → 'Hij zei'; 'op denzelven' → 'daarop'; 'hetwelk' → 'dat'; sommige woorden zijn anders vertaald.
Genesis (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 24 · 25
Exodus (inleiding), hoofdstuk: 19
Leviticus (inleiding), hoofdstuk: 21
Numeri (inleiding), hoofdstuk: 10 · 11 · 28 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36
Deuteronomium (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 30
Richteren (inleiding), hoofdstuk: 5
1 Samuël (inleiding), hoofdstuk: 1 · 20 · 29
Job (inleiding), hoofdstuk: 7
Psalmen (inleiding), hoofdstuk: 8 · 14 · 22 · 23 · 73 · 92 · 116 · 144
Spreuken (inleiding), hoofdstuk: 3 · 16
Jesaja (inleiding), hoofdstuk: 51 · 53 · 59 · 63
Ezechiël (inleiding), hoofdstuk: 31 · 32 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40
Daniël (inleiding), hoofdstuk: 7
Joël (inleiding), hoofdstuk: 2
Haggaï (inleiding), hoofdstuk: 2
Zacharia (inleiding), hoofdstuk: 12 · 14
Mattheüs (inleiding), hoofdstuk: 5 · 6 · 12 · 16 · 17 · 18 · 24 · 25 · 26
Markus (inleiding), hoofdstuk: 8 · 11 · 12 · 14 · 15 · 16
Lukas (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 4 · 7 · 9 · 12 · 15 · 19 · 20 · 22 · 23
Johannes (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 7 · 8 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 19
Handelingen (inleiding), hoofdstuk: 6 · 7 · 16 · 17 · 20
Romeinen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16
1 Korinthiërs (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3 · 13 · 14 · 15 · 16
2 Korinthiërs (inleiding), hoofdstuk: 1
Galaten (inleiding), hoofdstuk: 3 · 4 · 5 · 6
Efeziërs (inleiding), hoofdstuk: 4 · 5
Filippenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3 · 4
Kolossenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3
1 Thessalonicenzen (inleiding), hoofdstuk: 3 · 5
2 Thessalonicenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3
1 Timotheüs (inleiding), hoofdstuk: 2
Brief aan Titus (inleiding), hoofdstuk: 2
Filemon (inleiding), hoofdstuk: tekst (er is geen hoofdstuk)
Hebreeën (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 10 · 11 · 13
Jakobus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2
1 Petrus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 5
2 Petrus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3
1 Johannes (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3
Openbaring (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3 · 5 · 6 · 7 · 8 · 12 · 13 · 16 · 19 · 21 · 22
Uit de Bijbelboeken, door de tabs aangegeven, worden elders op Christipedia geautomatiseerd citaten ontleend. De Bijbelboeken en hun hoofdstukken zijn hier nog niet alle opgenomen. De verzen zijn ontleend aan de Statenvertaling (Oude Testament) of de Telos-vertaling (Nieuwe Testament). De verzen uit de Statenvertaling zijn deels 'hertaald'; voorbeelden: 'Hij zeide' → 'Hij zei'; 'op denzelven' → 'daarop'; 'op den zevenden dag' → 'op de zevende dag'; enz.

1 Petrus 5: 1 De oudsten onder u vermaan ik dus, de medeoudste en getuige van het lijden van Christus en ook de deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden;

2 hoedt de kudde van God die bij u is en houdt toezicht, niet gedwongen maar vrijwillig, in overeenstemming met God, ook niet om schandelijke winst, maar bereidwillig;

3 ook niet als heersers over de erfgoederen, maar als zij die voorbeelden voor de kudde worden.

4 En wanneer de overste herder is verschenen, zult u de onverwelkelijke kroon van de heerlijkheid ontvangen.

5 Evenzo u jongeren, weest aan de oudsten onderdanig. En weest allen tegenover elkaar met nederigheid omgord; want ‘God weerstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade’.

6 Vernedert u dus onder de krachtige hand van God, opdat Hij u verhoogt op zijn tijd,

7 terwijl u al uw bezorgdheid op Hem werpt, want Hij zorgt voor u.

8 Weest nuchter, waakt; uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek wie hij zou kunnen verslinden.

9 Weerstaat hem, standvastig in het geloof, daar u weet dat hetzelfde lijden aan uw broederschap in de wereld zich voltrekt.

10 De God nu van alle genade, die u heeft geroepen tot zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, Hij zal u, nadat u een korte tijd geleden hebt, volmaken, bevestigen, versterken, grondvesten.

11 Hem zij de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheid! Amen.

12 Door Silvanus, die naar ik meen voor u een trouwe broeder is, heb ik in het kort geschreven om u te vermanen en te betuigen, dat dit de ware genade van God is waarin u moet staan.

13 U groet de medeuitverkorene in Babylon, en mijn zoon Markus.

14 Groet elkaar met een liefdekus. Vrede zij u allen die in Christus Jezus bent. Amen.

  1. Aldus een voetnoot bij de Telos-vertaling.
  2. Easton's Revised Bible Dictionary s.v. Babylon
  3. Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche Volk (Kampen: Kok, 1925-1931) s.v. Babylon.