Bijbel:Lukas 3: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{BijbelboekenTabs}} <span id=1></span><section begin=1 /><sup>1</sup> En in het vijftiende jaar der regering van den keizer Tibérius, als Pontius Pilatus stadhouder was over Judéa, en Herodes een viervorst over Galiléa, en Filippus, zijn broeder, een viervorst over Ituréa en over het land Trachonítis, en Lysánias een viervorst over Abiléne; <section end=1 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|1}} |Bestand:Aantekening_pictogram.png|link=...'
 
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1:
{{BijbelboekenTabs}}
<span id=1></span><section begin=1 /><sup>1</sup> En inIn het vijftiende jaar dernu van de regering van den keizer TibériusTiberius, alstoen Pontius Pilatus stadhouder was over Judéa,Judea en Herodes een viervorst over Galiléa,Galilea en Filippus, zijn broeder,broer eenFilippus viervorst over IturéaIturea en over het land Trachonítis,Trachonitus en Lysánias eenLysanias viervorst over Abiléne;Abilene, <section end=1 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|1}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#1]]}}
 
</noinclude><span id=2></span><section begin=2 /><sup>2</sup> Onderonder de hogepriestershogepriester Annas en Kajafas, geschieddekwam het woord Godsvan God tot Johannes, dende zoon van ZachariasZacharia, in de woestijn. <section end=2 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|2}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#2]]}}
 
</noinclude><span id=3></span><section begin=3 /><sup>3</sup> En hij kwam innaar alde hethele omliggendestreek landvan derde Jordaan, predikendeen denpredikte de doop dervan bekering tot vergeving dervan zonden.; <section end=3 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|3}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#3]]}}
 
</noinclude><span id=4></span><section begin=4 /><sup>4</sup> Gelijkzoals geschreven isstaat in het boek dervan de woorden van Jesaja, dende profeet, zeggendeJesaja: De‘Stem stemvan deseen roependenroepende in de woestijn: Bereidt dende weg desvan de HeerenHeer, maakt Zijnzijn paden recht!. <section end=4 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|4}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#4]]}}
 
</noinclude><span id=5></span><section begin=5 /><sup>5</sup> AlleElk dal zal gevuld worden, en alleelke berg en heuvel zal vernederdverlaagd worden, en dewat krommekrom [wegen]is zullenzal tot een rechtenrechte [weg] worden, en de oneffen tot effenvlakke wegen. <section end=5 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|5}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#5]]}}
 
</noinclude><span id=6></span><section begin=6 /><sup>6</sup> En alle vlees zal de zaligheidbehoudenis Godsvan zienGod zien’. <section end=6 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|6}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#6]]}}
 
</noinclude><span id=7></span><section begin=7 /><sup>7</sup> Hij zeidezei dan tot de scharen,menigten die uitkwamen,uitliepen om vandoor hem gedoopt te worden: Gij adderengebroedselsAdderengebroed, wie heeft u aangewezeneen teaanwijzing vliedengegeven vanom dende toekomendenkomende toorn te ontvluchten? <section end=7 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|7}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#7]]}}
 
</noinclude><span id=8></span><section begin=8 /><sup>8</sup> Brengt dan vruchten voort, derde bekering waardig; en begint niet bij uzelf te zeggen bij uzelven: Wij hebben Abraham tot een vader;! wantWant ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken. <section end=8 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|8}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#8]]}}
 
</noinclude><span id=9></span><section begin=9 /><sup>9</sup> En de bijlook ligt ookde bijl alredeal aan dende wortel dervan de bomen; alleelke boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen,omgehakt en in het vuur geworpen. <section end=9 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|9}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#9]]}}
 
</noinclude><span id=10></span><section begin=10 /><sup>10</sup> En de scharenmenigten vraagdenvroegen hem, zeggendealdus: Wat zullenmoeten wij dan doen? <section end=10 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|10}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#10]]}}
 
</noinclude><span id=11></span><section begin=11 /><sup>11</sup> EnHij hij,nu antwoordende,antwoordde zeideen zei tot hen: DieLaat hij die twee rokkenonderklederen heeft, delemeedelen hemaan mede,wie dieer geen heeft;, en laat hij die spijzevoedsel heeft, doeevenzo desgelijksdoen. <section end=11 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|11}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#11]]}}
 
</noinclude><span id=12></span><section begin=12 /><sup>12</sup> En erNu kwamen er ook tollenaars om gedoopt te worden, en zij zeiden tot hem: Meester!, wat zullenmoeten wij doen? <section end=12 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|12}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#12]]}}
 
</noinclude><span id=13></span><section begin=13 /><sup>13</sup> EnHij hijnu zeidezei tot hen: EistVordert nietniets meer, dan hetgeen u gezetis isvoorgeschreven. <section end=13 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|13}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#13]]}}
 
</noinclude><span id=14></span><section begin=14 /><sup>14</sup> En hemook vraagdensoldaten ookvroegen dehem krijgslieden, zeggendealdus: En wij, wat zullenmoeten wij doen? En hij zeidezei tot hen: DoetPlundert niemand overlast,uit en ontvreemdtbeschuldigt niemand het zijne met bedrogvals, en laat uweest vergenoegentevreden met uw bezoldigingensoldij. <section end=14 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|14}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#14]]}}
 
</noinclude><span id=15></span><section begin=15 /><sup>15</sup> EnToen alsnu het volk verwachtte,in afwachting was en allen in hun harten overleidenoverlegden vanover Johannes, of hij niet mogelijkmisschien de Christus ware;was, <section end=15 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|15}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#15]]}}
 
</noinclude><span id=16></span><section begin=16 /><sup>16</sup> Zo antwoordde Johannes aanen zei tot allen, zeggende: Ik doop u wel met water;, maar Hij komt, Diedie sterker is dan ik, WienWiens schoenriemen ik niet waardigwaard ben den riem van Zijn schoenenlos te ontbindenmaken; DezeHij zal u dopen met dende HeiligenHeilige Geest en met vuur; <section end=16 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|16}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#16]]}}
 
</noinclude><span id=17></span><section begin=17 /><sup>17</sup> Wienszijn wan is in Zijnzijn hand is,om enzijn Hijdorsvloer zaldoor Zijnen dorsvloerdoor doorzuiveren,te zuiveren en de tarwe zal Hij in Zijnzijn schuur samenbrengen;samen te brengen, maar het kaf zal Hij met onuitblusselijkonuitblusbaar vuur verbranden. <section end=17 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|17}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#17]]}}
 
</noinclude><span id=18></span><section begin=18 /><sup>18</sup> Hij dan, ookMet nog vele andere dingenvermaningen vermanende,dan verkondigde denhij aan het volkevolk het Evangelie.evangelie; <section end=18 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|18}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#18]]}}
 
</noinclude><span id=19></span><section begin=19 /><sup>19</sup> Maartoen alsechter Herodes, de viervorst, vandoor hem bestraftaan de kaak werd, omgesteld Herodias’inzake wilHerodias, de vrouw van Filippus, zijn broederbroer, en overinzake alle boze [stukken],dingen die Herodes deedhad gedaan, <section end=19 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|19}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#19]]}}
 
</noinclude><span id=20></span><section begin=20 /><sup>20</sup> Zo heeftvoegde hij ook dit nog bovenbij alles daarook toegedaan,dit dat hij Johannes in de gevangenis gesloten heeftopsloot. <section end=20 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|20}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#20]]}}
 
</noinclude><span id=21></span><section begin=21 /><sup>21</sup> EnHet hetgebeurde geschieddenu, toen al het volk werd gedoopt werd,en enook Jezus [ook]was gedoopt was, en bad, dat de hemel geopend werd; geopend <section end=21 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|21}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#21]]}}
 
</noinclude><span id=22></span><section begin=22 /><sup>22</sup> En daten de Heilige Geest op Hem nederdaalde, in lichamelijke gedaante, gelijkals een duif; op Hem neerdaalde, en dat er kwam een stem geschiedde uit dende hemel, zeggende: GijU zijtbent Mijnmijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen! gevonden. <section end=22 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|22}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#22]]}}
 
</noinclude><span id=23></span><section begin=23 /><sup>23</sup> En Hij, Jezus, begon omtrentongeveer dertig jarenjaar [oud] te wezenworden, zijndeen (alzowas, naar men meende), deeen zoon van Jozef, dende [zoon] van HeliEli, <section end=23 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|23}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#23]]}}
 
</noinclude><span id=24></span><section begin=24 /><sup>24</sup> Den [zoon] van Matthat, den [zoon] van Levi, den [zoon] van Melchi, den [zoon] van JannaJannai, den [zoon] van Jozef, <section end=24 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|24}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#24]]}}
 
</noinclude><span id=25></span><section begin=25 /><sup>25</sup> Den [zoon] van Mattathias, den [zoon] van Amos, den [zoon] van NaumNahum, den [zoon] van Esli, den [zoon] van NaggaïNaggai, <section end=25 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|25}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#25]]}}
 
</noinclude><span id=26></span><section begin=26 /><sup>26</sup> Den [zoon] van MaáthMaath, den [zoon] van Mattathias, den [zoon] van SemeïSemei, den [zoon] van JozefJosech, den [zoon] van JudaJoda, <section end=26 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|26}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#26]]}}
 
</noinclude><span id=27></span><section begin=27 /><sup>27</sup> Den [zoon] van JohannesJohanan, den [zoon] van RhesaResa, den [zoon] van ZorobabelZerubbabel, den [zoon] van SaláthiëlSealthiel, den [zoon] van Neri, <section end=27 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|27}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#27]]}}
 
</noinclude><span id=28></span><section begin=28 /><sup>28</sup> Den [zoon] van Melchi, den [zoon] van Addi, den [zoon] van Kosam, den [zoon] van ElmódamElmadam, den [zoon] van Er, <section end=28 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|28}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#28]]}}
 
</noinclude><span id=29></span><section begin=29 /><sup>29</sup> Den [zoon] van JosesJozua, den [zoon] van EliëzerEliezer, den [zoon] van Jorim, den [zoon] van Matthat, den [zoon] van Levi, <section end=29 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|29}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#29]]}}
 
</noinclude><span id=30></span><section begin=30 /><sup>30</sup> Den [zoon] van Simeon, den [zoon] van Juda, den [zoon] van Jozef, den [zoon] van Jonan, den [zoon] van Eljakim, <section end=30 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|30}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#30]]}}
 
</noinclude><span id=31></span><section begin=31 /><sup>31</sup> Den [zoon] van Meleas, den [zoon] van MaïnanMenna, den [zoon] van Mattatha, den [zoon] van Nathan, den [zoon] van David, <section end=31 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|31}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#31]]}}
 
</noinclude><span id=32></span><section begin=32 /><sup>32</sup> Den [zoon] van JesseIsai, den [zoon] van Obed, den [zoon] van BoozBoaz, den [zoon] van Salmon, den [zoon] van NahassonNahesson, <section end=32 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|32}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#32]]}}
 
</noinclude><span id=33></span><section begin=33 /><sup>33</sup> Denvan [zoon]Aminadab, van AminádabRam, denvan [zoon]Admin, van AramArni, den [zoon] van EsromHezron, den [zoon] van FaresPerez, den [zoon] van Juda, <section end=33 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|33}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#33]]}}
 
</noinclude><span id=34></span><section begin=34 /><sup>34</sup> Den [zoon] van Jakob, den [zoon] van IzakIzaak, den [zoon] van Abraham, den [zoon] van TharaTerah, den [zoon] van NachorNahor, <section end=34 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|34}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#34]]}}
 
</noinclude><span id=35></span><section begin=35 /><sup>35</sup> Den [zoon] van SaruchSerug, den [zoon] van RagauRehu, den [zoon] van FalekPeleg, den [zoon] van Heber, den [zoon] van SalaSelah, <section end=35 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|35}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#35]]}}
 
</noinclude><span id=36></span><section begin=36 /><sup>36</sup> Den [zoon] van KaïnanKainan, den [zoon] van ArfaxadArfachsad, den [zoon] van Sem, den [zoon] van NoeNoach, den [zoon] van Lamech, <section end=36 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|36}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#36]]}}
 
</noinclude><span id=37></span><section begin=37 /><sup>37</sup> Den [zoon] van MathusalaMethusalah, den [zoon] van EnochHenoch, den [zoon] van JaredJered, den [zoon] van MalaleëlMalaleel, den [zoon] van KaïnanKainan, <section end=37 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|37}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#37]]}}
 
</noinclude><span id=38></span><section begin=38 /><sup>38</sup> Den [zoon] van Enos, den [zoon] van Seth, den [zoon] van Adam, den [zoon] van God. <section end=38 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|38}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#38]]}}
</noinclude>

Huidige versie van 21 jul 2024 om 07:51

De verzen zijn ontleend aan de Statenvertaling (Oude Testament) of de Telos-vertaling (Nieuwe Testament). De verzen uit de Statenvertaling zijn deels 'hertaald'; voorbeelden: 'Hij zeide' → 'Hij zei'; 'op denzelven' → 'daarop'; 'hetwelk' → 'dat'; sommige woorden zijn anders vertaald.
Genesis (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 24 · 25
Exodus (inleiding), hoofdstuk: 19
Leviticus (inleiding), hoofdstuk: 21
Numeri (inleiding), hoofdstuk: 10 · 11 · 28 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36
Deuteronomium (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3 · 30
Richteren (inleiding), hoofdstuk: 5
1 Samuël (inleiding), hoofdstuk: 1 · 20 · 29
Job (inleiding), hoofdstuk: 7
Psalmen (inleiding), hoofdstuk: 8 · 14 · 22 · 23 · 73 · 92 · 116 · 144
Spreuken (inleiding), hoofdstuk: 3 · 16
Jesaja (inleiding), hoofdstuk: 51 · 53 · 59 · 63
Ezechiël (inleiding), hoofdstuk: 31 · 32 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40
Daniël (inleiding), hoofdstuk: 7
Joël (inleiding), hoofdstuk: 2
Haggaï (inleiding), hoofdstuk: 2
Zacharia (inleiding), hoofdstuk: 12 · 14
Mattheüs (inleiding), hoofdstuk: 5 · 6 · 12 · 16 · 17 · 18 · 24 · 25 · 26
Markus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 8 · 11 · 12 · 14 · 15 · 16
Lukas (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3 · 4 · 7 · 9 · 12 · 15 · 19 · 20 · 22 · 23
Johannes (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 7 · 8 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 19
Handelingen (inleiding), hoofdstuk: 6 · 7 · 16 · 17 · 20
Romeinen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16
1 Korinthiërs (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3 · 13 · 14 · 15 · 16
2 Korinthiërs (inleiding), hoofdstuk: 1
Galaten (inleiding), hoofdstuk: 3 · 4 · 5 · 6
Efeziërs (inleiding), hoofdstuk: 4 · 5
Filippenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3 · 4
Kolossenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3
1 Thessalonicenzen (inleiding), hoofdstuk: 3 · 5
2 Thessalonicenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3
1 Timotheüs (inleiding), hoofdstuk: 2
Brief aan Titus (inleiding), hoofdstuk: 2
Filemon (inleiding), hoofdstuk: tekst (er is geen hoofdstuk)
Hebreeën (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 10 · 11 · 13
Jakobus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2
1 Petrus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 5
2 Petrus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3
1 Johannes (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3
Judas (inleiding), commentaar: Judas
Openbaring (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3 · 5 · 6 · 7 · 8 · 12 · 13 · 16 · 19 · 21 · 22
Uit de Bijbelboeken, door de tabs aangegeven, worden elders op Christipedia geautomatiseerd citaten ontleend. De Bijbelboeken en hun hoofdstukken zijn hier nog niet alle opgenomen. De verzen zijn ontleend aan de Statenvertaling (Oude Testament) of de Telos-vertaling (Nieuwe Testament). De verzen uit de Statenvertaling zijn deels 'hertaald'; voorbeelden: 'Hij zeide' → 'Hij zei'; 'op denzelven' → 'daarop'; 'op den zevenden dag' → 'op de zevende dag'; enz.

Lukas 3: 1 In het vijftiende jaar nu van de regering van keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus stadhouder was over Judea en Herodes viervorst over Galilea en zijn broer Filippus viervorst over Iturea en het land Trachonitus en Lysanias viervorst over Abilene,

2 onder hogepriester Annas en Kajafas, kwam het woord van God tot Johannes, de zoon van Zacharia, in de woestijn.

3 En hij kwam naar de hele streek van de Jordaan en predikte de doop van bekering tot vergeving van zonden;

4 zoals geschreven staat in het boek van de woorden van de profeet Jesaja: ‘Stem van een roepende in de woestijn: Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht.

5 Elk dal zal gevuld en elke berg en heuvel zal verlaagd worden, en wat krom is zal tot een rechte weg worden, en de oneffen tot vlakke wegen.

6 En alle vlees zal de behoudenis van God zien’.

7 Hij zei dan tot de menigten die uitliepen om door hem gedoopt te worden: Adderengebroed, wie heeft u een aanwijzing gegeven om de komende toorn te ontvluchten?

8 Brengt dan vruchten voort, de bekering waardig; en begint niet bij uzelf te zeggen: Wij hebben Abraham tot vader! Want ik zeg u, dat God uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken.

9 En ook ligt de bijl al aan de wortel van de bomen; elke boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.

10 En de menigten vroegen hem aldus: Wat moeten wij dan doen?

11 Hij nu antwoordde en zei tot hen: Laat hij die twee onderklederen heeft, meedelen aan wie er geen heeft, en laat hij die voedsel heeft, evenzo doen.

12 Nu kwamen er ook tollenaars om gedoopt te worden en zij zeiden tot hem: Meester, wat moeten wij doen?

13 Hij nu zei tot hen: Vordert niets meer dan u is voorgeschreven.

14 En ook soldaten vroegen hem aldus: En wij, wat moeten wij doen? En hij zei tot hen: Plundert niemand uit en beschuldigt niemand vals, en weest tevreden met uw soldij.

15 Toen nu het volk in afwachting was en allen in hun harten overlegden over Johannes, of hij niet misschien de Christus was,

16 antwoordde Johannes en zei tot allen: Ik doop u wel met water, maar Hij komt die sterker is dan ik, Wiens schoenriemen ik niet waard ben los te maken; Hij zal u dopen met de Heilige Geest en vuur;

17 zijn wan is in zijn hand om zijn dorsvloer door en door te zuiveren en de tarwe in zijn schuur samen te brengen, maar het kaf zal Hij met onuitblusbaar vuur verbranden.

18 Met nog vele andere vermaningen dan verkondigde hij aan het volk het evangelie;

19 toen echter Herodes de viervorst door hem aan de kaak werd gesteld inzake Herodias, de vrouw van zijn broer, en inzake alle boze dingen die Herodes had gedaan,

20 voegde hij bij alles ook dit dat hij Johannes in de gevangenis opsloot.

21 Het gebeurde nu, toen al het volk werd gedoopt en ook Jezus was gedoopt en bad, dat de hemel werd geopend

22 en de Heilige Geest in lichamelijke gedaante als een duif op Hem neerdaalde, en er kwam een stem uit de hemel: U bent mijn geliefde Zoon, in U heb Ik welbehagen gevonden.

23 En Hij, Jezus, begon ongeveer dertig jaar oud te worden, en was, naar men meende, een zoon van Jozef, de zoon van Eli,

24 van Matthat, van Levi, van Melchi, van Jannai, van Jozef,

25 van Mattathias, van Amos, van Nahum, van Esli, van Naggai,

26 van Maath, van Mattathias, van Semei, van Josech, van Joda,

27 van Johanan, van Resa, van Zerubbabel, van Sealthiel, van Neri,

28 van Melchi, van Addi, van Kosam, van Elmadam, van Er,

29 van Jozua, van Eliezer, van Jorim, van Matthat, van Levi,

30 van Simeon, van Juda, van Jozef, van Jonan, van Eljakim,

31 van Meleas, van Menna, van Mattatha, van Nathan, van David,

32 van Isai, van Obed, van Boaz, van Salmon, van Nahesson,

33 van Aminadab, van Ram, van Admin, van Arni, van Hezron, van Perez, van Juda,

34 van Jakob, van Izaak, van Abraham, van Terah, van Nahor,

35 van Serug, van Rehu, van Peleg, van Heber, van Selah,

36 van Kainan, van Arfachsad, van Sem, van Noach, van Lamech,

37 van Methusalah, van Henoch, van Jered, van Malaleel, van Kainan,

38 van Enos, van Seth, van Adam, van God.