Bijbel:Lukas 3: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{BijbelboekenTabs}} <span id=1></span><section begin=1 /><sup>1</sup> En in het vijftiende jaar der regering van den keizer Tibérius, als Pontius Pilatus stadhouder was over Judéa, en Herodes een viervorst over Galiléa, en Filippus, zijn broeder, een viervorst over Ituréa en over het land Trachonítis, en Lysánias een viervorst over Abiléne; <section end=1 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|1}} |Bestand:Aantekening_pictogram.png|link=...'
 
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
{{BijbelboekenTabs}}
{{BijbelboekenTabs}}
<span id=1></span><section begin=1 /><sup>1</sup> En in het vijftiende jaar der regering van den keizer Tibérius, als Pontius Pilatus stadhouder was over Judéa, en Herodes een viervorst over Galiléa, en Filippus, zijn broeder, een viervorst over Ituréa en over het land Trachonítis, en Lysánias een viervorst over Abiléne; <section end=1 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|1}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#1]]}}
<span id=1></span><section begin=1 /><sup>1</sup> In het vijftiende jaar nu van de regering van keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus stadhouder was over Judea en Herodes viervorst over Galilea en zijn broer Filippus viervorst over Iturea en het land Trachonitus en Lysanias viervorst over Abilene, <section end=1 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|1}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#1]]}}


</noinclude><span id=2></span><section begin=2 /><sup>2</sup> Onder de hogepriesters Annas en Kajafas, geschiedde het woord Gods tot Johannes, den zoon van Zacharias, in de woestijn. <section end=2 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|2}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#2]]}}
</noinclude><span id=2></span><section begin=2 /><sup>2</sup> onder hogepriester Annas en Kajafas, kwam het woord van God tot Johannes, de zoon van Zacharia, in de woestijn. <section end=2 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|2}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#2]]}}


</noinclude><span id=3></span><section begin=3 /><sup>3</sup> En hij kwam in al het omliggende land der Jordaan, predikende den doop der bekering tot vergeving der zonden. <section end=3 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|3}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#3]]}}
</noinclude><span id=3></span><section begin=3 /><sup>3</sup> En hij kwam naar de hele streek van de Jordaan en predikte de doop van bekering tot vergeving van zonden; <section end=3 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|3}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#3]]}}


</noinclude><span id=4></span><section begin=4 /><sup>4</sup> Gelijk geschreven is in het boek der woorden van Jesaja, den profeet, zeggende: De stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden recht! <section end=4 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|4}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#4]]}}
</noinclude><span id=4></span><section begin=4 /><sup>4</sup> zoals geschreven staat in het boek van de woorden van de profeet Jesaja: ‘Stem van een roepende in de woestijn: Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht. <section end=4 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|4}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#4]]}}


</noinclude><span id=5></span><section begin=5 /><sup>5</sup> Alle dal zal gevuld worden, en alle berg en heuvel zal vernederd worden, en de kromme [wegen] zullen tot een rechten [weg] worden, en de oneffen tot effen wegen. <section end=5 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|5}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#5]]}}
</noinclude><span id=5></span><section begin=5 /><sup>5</sup> Elk dal zal gevuld en elke berg en heuvel zal verlaagd worden, en wat krom is zal tot een rechte weg worden, en de oneffen tot vlakke wegen. <section end=5 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|5}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#5]]}}


</noinclude><span id=6></span><section begin=6 /><sup>6</sup> En alle vlees zal de zaligheid Gods zien. <section end=6 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|6}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#6]]}}
</noinclude><span id=6></span><section begin=6 /><sup>6</sup> En alle vlees zal de behoudenis van God zien’. <section end=6 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|6}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#6]]}}


</noinclude><span id=7></span><section begin=7 /><sup>7</sup> Hij zeide dan tot de scharen, die uitkwamen, om van hem gedoopt te worden: Gij adderengebroedsels, wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn? <section end=7 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|7}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#7]]}}
</noinclude><span id=7></span><section begin=7 /><sup>7</sup> Hij zei dan tot de menigten die uitliepen om door hem gedoopt te worden: Adderengebroed, wie heeft u een aanwijzing gegeven om de komende toorn te ontvluchten? <section end=7 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|7}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#7]]}}


</noinclude><span id=8></span><section begin=8 /><sup>8</sup> Brengt dan vruchten voort der bekering waardig; en begint niet te zeggen bij uzelven: Wij hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken. <section end=8 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|8}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#8]]}}
</noinclude><span id=8></span><section begin=8 /><sup>8</sup> Brengt dan vruchten voort, de bekering waardig; en begint niet bij uzelf te zeggen: Wij hebben Abraham tot vader! Want ik zeg u, dat God uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken. <section end=8 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|8}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#8]]}}


</noinclude><span id=9></span><section begin=9 /><sup>9</sup> En de bijl ligt ook alrede aan den wortel der bomen; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen, en in het vuur geworpen. <section end=9 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|9}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#9]]}}
</noinclude><span id=9></span><section begin=9 /><sup>9</sup> En ook ligt de bijl al aan de wortel van de bomen; elke boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. <section end=9 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|9}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#9]]}}


</noinclude><span id=10></span><section begin=10 /><sup>10</sup> En de scharen vraagden hem, zeggende: Wat zullen wij dan doen? <section end=10 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|10}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#10]]}}
</noinclude><span id=10></span><section begin=10 /><sup>10</sup> En de menigten vroegen hem aldus: Wat moeten wij dan doen? <section end=10 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|10}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#10]]}}


</noinclude><span id=11></span><section begin=11 /><sup>11</sup> En hij, antwoordende, zeide tot hen: Die twee rokken heeft, dele hem mede, die geen heeft; en die spijze heeft, doe desgelijks. <section end=11 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|11}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#11]]}}
</noinclude><span id=11></span><section begin=11 /><sup>11</sup> Hij nu antwoordde en zei tot hen: Laat hij die twee onderklederen heeft, meedelen aan wie er geen heeft, en laat hij die voedsel heeft, evenzo doen. <section end=11 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|11}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#11]]}}


</noinclude><span id=12></span><section begin=12 /><sup>12</sup> En er kwamen ook tollenaars om gedoopt te worden, en zeiden tot hem: Meester! wat zullen wij doen? <section end=12 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|12}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#12]]}}
</noinclude><span id=12></span><section begin=12 /><sup>12</sup> Nu kwamen er ook tollenaars om gedoopt te worden en zij zeiden tot hem: Meester, wat moeten wij doen? <section end=12 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|12}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#12]]}}


</noinclude><span id=13></span><section begin=13 /><sup>13</sup> En hij zeide tot hen: Eist niet meer, dan hetgeen u gezet is. <section end=13 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|13}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#13]]}}
</noinclude><span id=13></span><section begin=13 /><sup>13</sup> Hij nu zei tot hen: Vordert niets meer dan u is voorgeschreven. <section end=13 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|13}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#13]]}}


</noinclude><span id=14></span><section begin=14 /><sup>14</sup> En hem vraagden ook de krijgslieden, zeggende: En wij, wat zullen wij doen? En hij zeide tot hen: Doet niemand overlast, en ontvreemdt niemand het zijne met bedrog, en laat u vergenoegen met uw bezoldigingen. <section end=14 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|14}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#14]]}}
</noinclude><span id=14></span><section begin=14 /><sup>14</sup> En ook soldaten vroegen hem aldus: En wij, wat moeten wij doen? En hij zei tot hen: Plundert niemand uit en beschuldigt niemand vals, en weest tevreden met uw soldij. <section end=14 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|14}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#14]]}}


</noinclude><span id=15></span><section begin=15 /><sup>15</sup> En als het volk verwachtte, en allen in hun harten overleiden van Johannes, of hij niet mogelijk de Christus ware; <section end=15 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|15}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#15]]}}
</noinclude><span id=15></span><section begin=15 /><sup>15</sup> Toen nu het volk in afwachting was en allen in hun harten overlegden over Johannes, of hij niet misschien de Christus was, <section end=15 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|15}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#15]]}}


</noinclude><span id=16></span><section begin=16 /><sup>16</sup> Zo antwoordde Johannes aan allen, zeggende: Ik doop u wel met water; maar Hij komt, Die sterker is dan ik, Wien ik niet waardig ben den riem van Zijn schoenen te ontbinden; Deze zal u dopen met den Heiligen Geest en met vuur; <section end=16 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|16}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#16]]}}
</noinclude><span id=16></span><section begin=16 /><sup>16</sup> antwoordde Johannes en zei tot allen: Ik doop u wel met water, maar Hij komt die sterker is dan ik, Wiens schoenriemen ik niet waard ben los te maken; Hij zal u dopen met de Heilige Geest en vuur; <section end=16 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|16}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#16]]}}


</noinclude><span id=17></span><section begin=17 /><sup>17</sup> Wiens wan in Zijn hand is, en Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren, en de tarwe zal Hij in Zijn schuur samenbrengen; maar het kaf zal Hij met onuitblusselijk vuur verbranden. <section end=17 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|17}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#17]]}}
</noinclude><span id=17></span><section begin=17 /><sup>17</sup> zijn wan is in zijn hand om zijn dorsvloer door en door te zuiveren en de tarwe in zijn schuur samen te brengen, maar het kaf zal Hij met onuitblusbaar vuur verbranden. <section end=17 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|17}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#17]]}}


</noinclude><span id=18></span><section begin=18 /><sup>18</sup> Hij dan, ook nog vele andere dingen vermanende, verkondigde den volke het Evangelie. <section end=18 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|18}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#18]]}}
</noinclude><span id=18></span><section begin=18 /><sup>18</sup> Met nog vele andere vermaningen dan verkondigde hij aan het volk het evangelie; <section end=18 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|18}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#18]]}}


</noinclude><span id=19></span><section begin=19 /><sup>19</sup> Maar als Herodes, de viervorst, van hem bestraft werd, om Herodias’ wil, de vrouw van Filippus, zijn broeder, en over alle boze [stukken], die Herodes deed, <section end=19 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|19}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#19]]}}
</noinclude><span id=19></span><section begin=19 /><sup>19</sup> toen echter Herodes de viervorst door hem aan de kaak werd gesteld inzake Herodias, de vrouw van zijn broer, en inzake alle boze dingen die Herodes had gedaan, <section end=19 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|19}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#19]]}}


</noinclude><span id=20></span><section begin=20 /><sup>20</sup> Zo heeft hij ook dit nog boven alles daar toegedaan, dat hij Johannes in de gevangenis gesloten heeft. <section end=20 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|20}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#20]]}}
</noinclude><span id=20></span><section begin=20 /><sup>20</sup> voegde hij bij alles ook dit dat hij Johannes in de gevangenis opsloot. <section end=20 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|20}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#20]]}}


</noinclude><span id=21></span><section begin=21 /><sup>21</sup> En het geschiedde, toen al het volk gedoopt werd, en Jezus [ook] gedoopt was, en bad, dat de hemel geopend werd; <section end=21 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|21}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#21]]}}
</noinclude><span id=21></span><section begin=21 /><sup>21</sup> Het gebeurde nu, toen al het volk werd gedoopt en ook Jezus was gedoopt en bad, dat de hemel werd geopend <section end=21 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|21}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#21]]}}


</noinclude><span id=22></span><section begin=22 /><sup>22</sup> En dat de Heilige Geest op Hem nederdaalde, in lichamelijke gedaante, gelijk een duif; en dat er een stem geschiedde uit den hemel, zeggende: Gij zijt Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen! <section end=22 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|22}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#22]]}}
</noinclude><span id=22></span><section begin=22 /><sup>22</sup> en de Heilige Geest in lichamelijke gedaante als een duif op Hem neerdaalde, en er kwam een stem uit de hemel: U bent mijn geliefde Zoon, in U heb Ik welbehagen gevonden. <section end=22 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|22}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#22]]}}


</noinclude><span id=23></span><section begin=23 /><sup>23</sup> En Hij, Jezus, begon omtrent dertig jaren [oud] te wezen, zijnde (alzo men meende) de zoon van Jozef, den [zoon] van Heli, <section end=23 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|23}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#23]]}}
</noinclude><span id=23></span><section begin=23 /><sup>23</sup> En Hij, Jezus, begon ongeveer dertig jaar oud te worden, en was, naar men meende, een zoon van Jozef, de zoon van Eli, <section end=23 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|23}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#23]]}}


</noinclude><span id=24></span><section begin=24 /><sup>24</sup> Den [zoon] van Matthat, den [zoon] van Levi, den [zoon] van Melchi, den [zoon] van Janna, den [zoon] van Jozef, <section end=24 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|24}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#24]]}}
</noinclude><span id=24></span><section begin=24 /><sup>24</sup> van Matthat, van Levi, van Melchi, van Jannai, van Jozef, <section end=24 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|24}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#24]]}}


</noinclude><span id=25></span><section begin=25 /><sup>25</sup> Den [zoon] van Mattathias, den [zoon] van Amos, den [zoon] van Naum, den [zoon] van Esli, den [zoon] van Naggaï, <section end=25 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|25}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#25]]}}
</noinclude><span id=25></span><section begin=25 /><sup>25</sup> van Mattathias, van Amos, van Nahum, van Esli, van Naggai, <section end=25 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|25}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#25]]}}


</noinclude><span id=26></span><section begin=26 /><sup>26</sup> Den [zoon] van Maáth, den [zoon] van Mattathias, den [zoon] van Semeï, den [zoon] van Jozef, den [zoon] van Juda, <section end=26 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|26}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#26]]}}
</noinclude><span id=26></span><section begin=26 /><sup>26</sup> van Maath, van Mattathias, van Semei, van Josech, van Joda, <section end=26 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|26}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#26]]}}


</noinclude><span id=27></span><section begin=27 /><sup>27</sup> Den [zoon] van Johannes, den [zoon] van Rhesa, den [zoon] van Zorobabel, den [zoon] van Saláthiël, den [zoon] van Neri, <section end=27 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|27}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#27]]}}
</noinclude><span id=27></span><section begin=27 /><sup>27</sup> van Johanan, van Resa, van Zerubbabel, van Sealthiel, van Neri, <section end=27 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|27}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#27]]}}


</noinclude><span id=28></span><section begin=28 /><sup>28</sup> Den [zoon] van Melchi, den [zoon] van Addi, den [zoon] van Kosam, den [zoon] van Elmódam, den [zoon] van Er, <section end=28 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|28}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#28]]}}
</noinclude><span id=28></span><section begin=28 /><sup>28</sup> van Melchi, van Addi, van Kosam, van Elmadam, van Er, <section end=28 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|28}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#28]]}}


</noinclude><span id=29></span><section begin=29 /><sup>29</sup> Den [zoon] van Joses, den [zoon] van Eliëzer, den [zoon] van Jorim, den [zoon] van Matthat, den [zoon] van Levi, <section end=29 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|29}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#29]]}}
</noinclude><span id=29></span><section begin=29 /><sup>29</sup> van Jozua, van Eliezer, van Jorim, van Matthat, van Levi, <section end=29 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|29}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#29]]}}


</noinclude><span id=30></span><section begin=30 /><sup>30</sup> Den [zoon] van Simeon, den [zoon] van Juda, den [zoon] van Jozef, den [zoon] van Jonan, den [zoon] van Eljakim, <section end=30 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|30}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#30]]}}
</noinclude><span id=30></span><section begin=30 /><sup>30</sup> van Simeon, van Juda, van Jozef, van Jonan, van Eljakim, <section end=30 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|30}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#30]]}}


</noinclude><span id=31></span><section begin=31 /><sup>31</sup> Den [zoon] van Meleas, den [zoon] van Maïnan, den [zoon] van Mattatha, den [zoon] van Nathan, den [zoon] van David, <section end=31 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|31}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#31]]}}
</noinclude><span id=31></span><section begin=31 /><sup>31</sup> van Meleas, van Menna, van Mattatha, van Nathan, van David, <section end=31 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|31}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#31]]}}


</noinclude><span id=32></span><section begin=32 /><sup>32</sup> Den [zoon] van Jesse, den [zoon] van Obed, den [zoon] van Booz, den [zoon] van Salmon, den [zoon] van Nahasson, <section end=32 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|32}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#32]]}}
</noinclude><span id=32></span><section begin=32 /><sup>32</sup> van Isai, van Obed, van Boaz, van Salmon, van Nahesson, <section end=32 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|32}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#32]]}}


</noinclude><span id=33></span><section begin=33 /><sup>33</sup> Den [zoon] van Aminádab, den [zoon] van Aram, den [zoon] van Esrom, den [zoon] van Fares, den [zoon] van Juda, <section end=33 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|33}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#33]]}}
</noinclude><span id=33></span><section begin=33 /><sup>33</sup> van Aminadab, van Ram, van Admin, van Arni, van Hezron, van Perez, van Juda, <section end=33 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|33}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#33]]}}


</noinclude><span id=34></span><section begin=34 /><sup>34</sup> Den [zoon] van Jakob, den [zoon] van Izak, den [zoon] van Abraham, den [zoon] van Thara, den [zoon] van Nachor, <section end=34 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|34}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#34]]}}
</noinclude><span id=34></span><section begin=34 /><sup>34</sup> van Jakob, van Izaak, van Abraham, van Terah, van Nahor, <section end=34 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|34}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#34]]}}


</noinclude><span id=35></span><section begin=35 /><sup>35</sup> Den [zoon] van Saruch, den [zoon] van Ragau, den [zoon] van Falek, den [zoon] van Heber, den [zoon] van Sala, <section end=35 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|35}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#35]]}}
</noinclude><span id=35></span><section begin=35 /><sup>35</sup> van Serug, van Rehu, van Peleg, van Heber, van Selah, <section end=35 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|35}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#35]]}}


</noinclude><span id=36></span><section begin=36 /><sup>36</sup> Den [zoon] van Kaïnan, den [zoon] van Arfaxad, den [zoon] van Sem, den [zoon] van Noe, den [zoon] van Lamech, <section end=36 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|36}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#36]]}}
</noinclude><span id=36></span><section begin=36 /><sup>36</sup> van Kainan, van Arfachsad, van Sem, van Noach, van Lamech, <section end=36 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|36}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#36]]}}


</noinclude><span id=37></span><section begin=37 /><sup>37</sup> Den [zoon] van Mathusala, den [zoon] van Enoch, den [zoon] van Jared, den [zoon] van Malaleël, den [zoon] van Kaïnan, <section end=37 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|37}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#37]]}}
</noinclude><span id=37></span><section begin=37 /><sup>37</sup> van Methusalah, van Henoch, van Jered, van Malaleel, van Kainan, <section end=37 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|37}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#37]]}}


</noinclude><span id=38></span><section begin=38 /><sup>38</sup> Den [zoon] van Enos, den [zoon] van Seth, den [zoon] van Adam, den [zoon] van God. <section end=38 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|38}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#38]]}}
</noinclude><span id=38></span><section begin=38 /><sup>38</sup> van Enos, van Seth, van Adam, van God. <section end=38 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|38}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#38]]}}
</noinclude>
</noinclude>

Huidige versie van 21 jul 2024 om 07:51

De verzen zijn ontleend aan de Statenvertaling (Oude Testament) of de Telos-vertaling (Nieuwe Testament). De verzen uit de Statenvertaling zijn deels 'hertaald'; voorbeelden: 'Hij zeide' → 'Hij zei'; 'op denzelven' → 'daarop'; 'hetwelk' → 'dat'; sommige woorden zijn anders vertaald.
Genesis (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 24 · 25
Exodus (inleiding), hoofdstuk: 19
Leviticus (inleiding), hoofdstuk: 21
Numeri (inleiding), hoofdstuk: 10 · 11 · 28 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36
Deuteronomium (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3 · 30
Richteren (inleiding), hoofdstuk: 5
1 Samuël (inleiding), hoofdstuk: 1 · 20 · 29
Job (inleiding), hoofdstuk: 7
Psalmen (inleiding), hoofdstuk: 8 · 14 · 22 · 23 · 73 · 92 · 116 · 144
Spreuken (inleiding), hoofdstuk: 3 · 16
Jesaja (inleiding), hoofdstuk: 51 · 53 · 59 · 63
Ezechiël (inleiding), hoofdstuk: 31 · 32 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40
Daniël (inleiding), hoofdstuk: 7
Joël (inleiding), hoofdstuk: 2
Haggaï (inleiding), hoofdstuk: 2
Zacharia (inleiding), hoofdstuk: 12 · 14
Mattheüs (inleiding), hoofdstuk: 5 · 6 · 12 · 16 · 17 · 18 · 24 · 25 · 26
Markus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 8 · 11 · 12 · 14 · 15 · 16
Lukas (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3 · 4 · 7 · 9 · 12 · 15 · 19 · 20 · 22 · 23
Johannes (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 7 · 8 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 19
Handelingen (inleiding), hoofdstuk: 6 · 7 · 16 · 17 · 20
Romeinen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16
1 Korinthiërs (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3 · 13 · 14 · 15 · 16
2 Korinthiërs (inleiding), hoofdstuk: 1
Galaten (inleiding), hoofdstuk: 3 · 4 · 5 · 6
Efeziërs (inleiding), hoofdstuk: 4 · 5
Filippenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3 · 4
Kolossenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3
1 Thessalonicenzen (inleiding), hoofdstuk: 3 · 5
2 Thessalonicenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3
1 Timotheüs (inleiding), hoofdstuk: 2
Brief aan Titus (inleiding), hoofdstuk: 2
Filemon (inleiding), hoofdstuk: tekst (er is geen hoofdstuk)
Hebreeën (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 10 · 11 · 13
Jakobus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2
1 Petrus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 5
2 Petrus (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3
1 Johannes (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3
Judas (inleiding), commentaar: Judas
Openbaring (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 3 · 5 · 6 · 7 · 8 · 12 · 13 · 16 · 19 · 21 · 22
Uit de Bijbelboeken, door de tabs aangegeven, worden elders op Christipedia geautomatiseerd citaten ontleend. De Bijbelboeken en hun hoofdstukken zijn hier nog niet alle opgenomen. De verzen zijn ontleend aan de Statenvertaling (Oude Testament) of de Telos-vertaling (Nieuwe Testament). De verzen uit de Statenvertaling zijn deels 'hertaald'; voorbeelden: 'Hij zeide' → 'Hij zei'; 'op denzelven' → 'daarop'; 'op den zevenden dag' → 'op de zevende dag'; enz.

Lukas 3: 1 In het vijftiende jaar nu van de regering van keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus stadhouder was over Judea en Herodes viervorst over Galilea en zijn broer Filippus viervorst over Iturea en het land Trachonitus en Lysanias viervorst over Abilene,

2 onder hogepriester Annas en Kajafas, kwam het woord van God tot Johannes, de zoon van Zacharia, in de woestijn.

3 En hij kwam naar de hele streek van de Jordaan en predikte de doop van bekering tot vergeving van zonden;

4 zoals geschreven staat in het boek van de woorden van de profeet Jesaja: ‘Stem van een roepende in de woestijn: Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht.

5 Elk dal zal gevuld en elke berg en heuvel zal verlaagd worden, en wat krom is zal tot een rechte weg worden, en de oneffen tot vlakke wegen.

6 En alle vlees zal de behoudenis van God zien’.

7 Hij zei dan tot de menigten die uitliepen om door hem gedoopt te worden: Adderengebroed, wie heeft u een aanwijzing gegeven om de komende toorn te ontvluchten?

8 Brengt dan vruchten voort, de bekering waardig; en begint niet bij uzelf te zeggen: Wij hebben Abraham tot vader! Want ik zeg u, dat God uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken.

9 En ook ligt de bijl al aan de wortel van de bomen; elke boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.

10 En de menigten vroegen hem aldus: Wat moeten wij dan doen?

11 Hij nu antwoordde en zei tot hen: Laat hij die twee onderklederen heeft, meedelen aan wie er geen heeft, en laat hij die voedsel heeft, evenzo doen.

12 Nu kwamen er ook tollenaars om gedoopt te worden en zij zeiden tot hem: Meester, wat moeten wij doen?

13 Hij nu zei tot hen: Vordert niets meer dan u is voorgeschreven.

14 En ook soldaten vroegen hem aldus: En wij, wat moeten wij doen? En hij zei tot hen: Plundert niemand uit en beschuldigt niemand vals, en weest tevreden met uw soldij.

15 Toen nu het volk in afwachting was en allen in hun harten overlegden over Johannes, of hij niet misschien de Christus was,

16 antwoordde Johannes en zei tot allen: Ik doop u wel met water, maar Hij komt die sterker is dan ik, Wiens schoenriemen ik niet waard ben los te maken; Hij zal u dopen met de Heilige Geest en vuur;

17 zijn wan is in zijn hand om zijn dorsvloer door en door te zuiveren en de tarwe in zijn schuur samen te brengen, maar het kaf zal Hij met onuitblusbaar vuur verbranden.

18 Met nog vele andere vermaningen dan verkondigde hij aan het volk het evangelie;

19 toen echter Herodes de viervorst door hem aan de kaak werd gesteld inzake Herodias, de vrouw van zijn broer, en inzake alle boze dingen die Herodes had gedaan,

20 voegde hij bij alles ook dit dat hij Johannes in de gevangenis opsloot.

21 Het gebeurde nu, toen al het volk werd gedoopt en ook Jezus was gedoopt en bad, dat de hemel werd geopend

22 en de Heilige Geest in lichamelijke gedaante als een duif op Hem neerdaalde, en er kwam een stem uit de hemel: U bent mijn geliefde Zoon, in U heb Ik welbehagen gevonden.

23 En Hij, Jezus, begon ongeveer dertig jaar oud te worden, en was, naar men meende, een zoon van Jozef, de zoon van Eli,

24 van Matthat, van Levi, van Melchi, van Jannai, van Jozef,

25 van Mattathias, van Amos, van Nahum, van Esli, van Naggai,

26 van Maath, van Mattathias, van Semei, van Josech, van Joda,

27 van Johanan, van Resa, van Zerubbabel, van Sealthiel, van Neri,

28 van Melchi, van Addi, van Kosam, van Elmadam, van Er,

29 van Jozua, van Eliezer, van Jorim, van Matthat, van Levi,

30 van Simeon, van Juda, van Jozef, van Jonan, van Eljakim,

31 van Meleas, van Menna, van Mattatha, van Nathan, van David,

32 van Isai, van Obed, van Boaz, van Salmon, van Nahesson,

33 van Aminadab, van Ram, van Admin, van Arni, van Hezron, van Perez, van Juda,

34 van Jakob, van Izaak, van Abraham, van Terah, van Nahor,

35 van Serug, van Rehu, van Peleg, van Heber, van Selah,

36 van Kainan, van Arfachsad, van Sem, van Noach, van Lamech,

37 van Methusalah, van Henoch, van Jered, van Malaleel, van Kainan,

38 van Enos, van Seth, van Adam, van God.